ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ7531

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
13 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2011-W003
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herhaald wrakingsverzoek van verzoekers tegen rechter A

In deze zaak hebben verzoekers op 4 april 2011 een schriftelijk verzoek ingediend tot wraking van rechter [A] in de zaak met nummer 182154 / JZ RK 11-117. Dit verzoek volgde op een eerder wrakingsverzoek van 23 maart 2011, dat op 1 april 2011 door de wrakingskamer van de rechtbank was afgewezen. Verzoekers hebben nu voor de derde keer een wrakingsverzoek ingediend, waarbij zij dezelfde feiten en omstandigheden naar voren hebben gebracht als in hun eerdere verzoeken.

De rechtbank heeft in haar beslissing op het wrakingsverzoek artikel 37, vierde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) toegepast. Dit artikel stelt dat een volgend verzoek tot wraking van dezelfde rechter niet in behandeling wordt genomen, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben gepresenteerd en dat hun herhaalde verzoek niet ontvankelijk is.

De rechtbank heeft bovendien bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekers in deze zaak, ook als dat een andere rechter betreft, niet in behandeling zal worden genomen, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden worden voorgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoekers kennelijk de bedoeling hebben om de ondertoezichtstelling te forceren zonder dat een rechter over de verlenging kan oordelen. De beslissing is gegeven op 13 april 2011 door de rechters J.A.O.M. van Aerde, J.H.M. Hesseling en G.P. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van griffier mr. S.W. de Boer.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Wrakingskamer
Zaaknummer: 2011-W003
Datum: 13 april 2011
Beslissing op het verzoek tot wraking ex artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
in de zaak van
1. [verzoeker 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verzoeker 2],
wonende te [woonplaats],
verzoekers,
tegen
[A], in zijn hoedanigheid van (kinder)rechter.
1. De procedure
Bij schriftelijk verzoek, ingekomen ter griffie op 4 april 2011, hebben verzoekers [A] als rechter in de zaak met nummer 182154 / JZ RK 11-117 gewraakt.
De beslissing op dit verzoek is bepaald op heden.
2. Het wrakingsverzoek
2.1. Verzoekers hebben reeds eerder en wel bij verzoek van 23 maart 2011 rechter [A] gewraakt. Bij beslissing van 1 april 2011 heeft de wrakingskamer van deze rechtbank het verzoek afgewezen. Thans, drie dagen later, hebben verzoekers [A] andermaal gewraakt. Het is het derde wrakingsverzoek van verzoekers in deze zaak.
2.2. Te dezen is toepasselijk artikel 37, vierde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dat luidt:
? 4. Een volgend verzoek tot wraking van dezelfde rechter wordt niet in behandeling genomen, tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.
2.3. Zoals blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek hebben verzoekers dezelfde feiten en omstandigheden naar voren gebracht als vermeld in het eerdere wrakingsverzoek en de mondelinge toelichting daarop.
2.4. Met toepassing van het eerdergenoemde wetsartikel betekent dit, dat verzoekers niet kunnen worden ontvangen in het huidige, herhaalde wrakingsverzoek.
2.5. De rechtbank bepaalt op de voet van artikel 37, vierde lid Rv dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekers in deze zaak, ook als dat een andere rechter mocht betreffen, niet in behandeling zal worden genomen, behoudens de aanwezigheid van nieuwe feiten of omstandigheden, nu de kennelijke bedoeling van verzoekers is te forceren dat de ondertoezichtstelling afloopt zonder dat een rechter over de verlenging heeft kunnen oordelen.
3. De beslissing
De rechtbank
i. verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in het herhaalde verzoek tot wraking van [A];
ii. bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak van deze verzoekers niet in behandeling zal worden genomen tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na dit verzoek aan verzoekers bekend zijn geworden.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. J.A.O.M. van Aerde, J.H.M. Hesseling en G.P. Nieuwenhuis in tegenwoordigheid van mr. S.W. de Boer, griffier, en uitgesproken op 13 april 2011.