ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ7247
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter mr. [A] ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 3 mei 2011 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker, vertegenwoordigd door gemachtigde [gemachtigde]. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een zitting op 2 februari 2011, waar de behandelend rechter, mr. [A], door verzoeker als onvriendelijk en onprofessioneel werd ervaren. Verzoeker stelde dat de opmerkingen van mr. [A] misplaatst waren en dat hij zich genoodzaakt voelde om te wijzen op de mogelijkheid van hoger beroep, wat door de rechter als een dreigement werd opgevat.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukte dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. De vrees voor partijdigheid moet objectief gerechtvaardigd zijn, wat betekent dat er concrete feiten en omstandigheden moeten zijn die deze vrees onderbouwen.
In dit geval heeft de rechtbank geconcludeerd dat verzoeker geen concrete feiten heeft aangedragen die wijzen op vooringenomenheid van mr. [A]. De klachten van verzoeker waren voornamelijk gericht op de wijze waarop hij door de rechter werd behandeld, wat niet voldoende is voor een wrakingsverzoek. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot wraking afgewezen, met de conclusie dat er geen grond is voor het oordeel dat de rechter in de hoofdzaak de onpartijdigheid zou kunnen schaden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.