vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
zaaknummer / rolnummer: 182417 / KG ZA 11-81
Vonnis in kort geding van 24 maart 2011
[eiser]
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. H.C.J. Coumou te Apeldoorn,
naamloze vennootschap
N.V. UNIVÉ ZORG,
statutair gevestigd te Zwolle en kantoorhoudende te Alkmaar,
gedaagde,
advocaat mr. H. Dontje te Assen.
Partijen zullen hierna [eiser] en Univé genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de bij brief van 8 maart 2011 overgelegde producties van Univé
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van Univé.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser] heeft bij Univé een (natura)zorgverzekering afgesloten met klantnummer [nummer]. Artikel 1.2 van de daarbij behorende verzekeringsvoorwaarden luidt als volgt:
"Medische noodzaak
U hebt recht op (vergoeding van de kosten van) zorg zoals omschreven in deze verzekeringsvoorwaarden als u op de zorgvorm naar inhoud en omvang redelijkerwijs bent aangewezen en als de zorgvorm doelmatig en doeltreffend is. De inhoud en omvang van de zorgvorm wordt mede bepaald door wat de betreffende zorgaanbieders aan zorg 'plegen te bieden'. Ook wordt de inhoud en omvang bepaald door de stand van de wetenschap en de praktijk. Deze wordt vastgesteld aan de hand van de Evidence Based Medicine (EBM)-methode. Als de stand van de wetenschap en praktijk ontbreekt, wordt de inhoud en vorm van de zorg bepaald door wat binnen het betrokken vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg."
2.2. In een advies van 25 februari 2008 heeft het College voor zorgverzekeringen (hierna: CVZ) indicatiecriteria geformuleerd voor opname in het Nederlands Astmacentrum Davos (NAD).
In het advies staat (onder meer):
"[...]
Nederlands Astmacentrum Davos
Het NAD is een in Zwitserland gelegen Nederlands longrevalidatiecentrum.
Een specifiek voordeel van het NAD is, dat het zó hoog gelegen is, dat de huisstofmijt daar niet kan leven. Voor patiënten bij wie een allergie voor huisstofmijt een rol speelt, kan dat een doorslaggevende rol spelen om juist in het NAD hulp te zoeken.
[...]
Indicatiecriteria
[...]
Bij het bepalen van de medische indicatie voor een medische behandeling van welke aard dan ook, is de individuele medische toestand van de patiënt het uitgangspunt. De medisch adviseur heeft hiertoe nog overwogen dat indien na afweging van de medisch te behalen resultaten tegen de eventuele medische risico's of schadelijke gevolgen geconcludeerd kan worden dat er voldoende netto gezondheidswinst te behalen valt, er een indicatie is. Tevens dient een afweging gemaakt te worden ten opzichte van de effectiviteit van ambulante begeleiding.
[...]
Redelijkerwijs aangewezen op opname en behandeling in het buitenland
Naast een indicatie voor opname en behandeling in een astmacentrum en de vraag of het NAD bij uitstek geschikt is om de beperkingen/belemmeringen van verzekerde te compenseren, is ook van belang of een verzekerde naar inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen op opname en behandeling in het NAD. Ook hierbij geven de individuele omstandigheden van het geval de doorslag en mag een kostenafweging worden gemaakt.
[...]"
2.3. [eiser] lijdt aan chronische astma. In 2007 en in 2008 is [eiser] hiervoor behandeld in het NAD.
2.4. Bij aanvraagformulier van 16 september 2010 is namens [eiser] een aanvraag gedaan voor machtiging tot opname en verblijf in het NAD.
2.5. Univé heeft de aanvraag afgewezen. Als reden voor de afwijzing schrijft Univé in haar brief van 22 september 2010:
"De aanspraak op medisch specialistische zorg is geregeld in de voor dat kalenderjaar geldende verzekeringsvoorwaarden van de zorgverzekering. De aangevraagde behandeling voldoet niet aan deze voorwaarden."
2.6. Bij schrijven van 8 oktober 2010 heeft prof. dr. E.H.D. Bel, longarts bij het Academisch Medisch Centrum (hierna te noemen: prof. Bel) verzocht de aanvraag opnieuw in overweging te nemen. In haar brief schrijft prof. Bel - onder meer -:
"[...]
Onlangs zag ik heer [eiser] persoonlijk op mijn spreekuur voor evaluatie van zijn ernstig astma, en onderschrijf volledig de aanvraag om hem in Davos op te laten nemen.
De situatie is als volgt:
Patiënt is sinds 2007 bekend met een "late onset" astma, dat acuut ontstaan is in aansluiting aan een luchtweginfectie. Het astma wordt gecompliceerd door ernstige allergie voor huisstofmijt, chronische rhinosinusitis, gastro-oesophegeale reflux en obesitas. Vanaf de eerste presentatie van zijn klachten is hij afhankelijk geweest van orale corticosteroïden in hoge doseringen (40 mg/dag). Zodra hij de prednison verminderde exacerbeerde hij, hetgeen gepaard ging met toename van het aantal eosinofielen in het bloed. Door het prednisongebruik nam hij fors in gewicht toe, wat de situatie nog verder heeft verergerd. Ook heeft hij andere prednisongerelateerde bijwerkingen gekregen zoals hypertensie, beginnend slaapapnoesyndroom en coronairlijden.
In april 2010 is door collega Weersink gestart met immuunsupprimerende behandeling in de vorm van cyclofosfamide, in de hoop de prednisondosering te kunnen verminderen. Inmiddels heeft dit tot een gunstig resultaat geleid in die zin dat de eosinofiele ontsteking tot rust is gekomen. De volgende stap is nu om de prednisondosering te verminderen tot de laagst mogelijke dosis. Dit vereist intensieve medische begeleiding en dagelijkse supervisie van klachten in een volledig prikkelvrije omgeving. Davos is hiervoor mijns inziens de aangewezen omgeving, temeer daar een dergelijke opname bij eerdere gelegenheden ook al een gunstig resultaat bij patiënt heeft opgeleverd. In Nederland is het vochtige winterklimaat met hoge virus- en huisstofmijtbelasting hiervoor veel minder geschikt.
Met een opname van de heer [eiser] in Davos beogen wij derhalve:
1. afbouwen van prednisondosis tot < 10 mg dag
2. significante verbetering van de fysieke conditie
3. gewichtreductie met ten minste 10%
4. preventie van virale exacerbaties en ziekenhuisopnames tijdens het winterseizoen.
[...]"
2.7. Bij brief van 20 oktober 2010 heeft Univé meegedeeld dat zij blijft bij haar afwijzing van de aanvraag voor opname in het NAD.
2.8. Naar aanleiding van een door [eiser] aan de ombudsman zorgverzekering voorgelegde klacht heeft Univé op 1 december 2010 aan de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen - onder meer - het volgende bericht:
"Voor de beoordeling van een aanvraag voor opname en verblijf in het astmacentrum in Davos gaan wij uit van het advies van het College voor Zorgverzekeringen (CvZ). In het advies wordt als uitgangspunt voor het bepalen van de medische indicatie genoemd de individuele medische toestand van de verzekerde. Indien na afweging van medisch te behalen resultaten tegen eventuele risico's of schadelijke gevolgen, sprake is van netto-gezondheidswinst, is een indicatie voor opname aanwezig. Dit geldt ook voor behandeling en verblijf in het NAD. Volgens het CVZ moet de zorgverzekeraar dan in het bijzonder afwegen of ambulante begeleiding niet voldoende is [...].
Onze medisch adviseur heeft de aanvraag beoordeeld op grond van de medische verklaringen van het AMC/KBCZ. U ontvangt bij deze brief een kopie van de 'aanvraag tot opname' van het AMC. De medisch adviseur heeft op basis van de gegevens vastgesteld dat er geen medische indicatie bestaat voor opname en verblijf in Davos. Hij geeft aan dat de voorgestelde behandeling is niet passend bij de diagnose van de heer [eiser]. Volgens de medisch adviseur is, gezien de aard van de aandoening, een behandeling in Nederland ook mogelijk. Het gaat dan om multidisciplinaire longrevalidatie. Daarbij hebben de eerdere opnames in Davos blijkbaar geen blijvend gunstig effect opgeleverd.
Op grond van genoemde argumenten blijven wij bij onze beslissing om de aanvraag voor opname en verblijf in het astmacentrum in Davos af te wijzen. [...]"
De ombudsman zorgverzekering heeft vervolgens zijn bemiddeling gestaakt.
2.9. Bij brief van 24 januari 2011 heeft Univé de volgende (nadere) toelichting gegeven op de afwijzing:
"De aanvraag voor verblijf in Davos is beoordeeld aan de hand van informatie op het standaard-aanvraagformulier van het NAD van 17 september 2010, waarop de aanvragend specialist zijn informatie vermeldt en aan de hand van de brief van professor dr. Bel van 8 oktober 2010. Ook is er in oktober 2010 telefonisch overleg geweest tussen professor Bel en onze medisch adviseur. De aanvraag is getoetst op basis van medisch inhoudelijke criteria, en op criteria specifiek voor opname in Davos. Daarbij wordt gekeken naar de medische noodzaak voor opname in Davos, de mogelijkheid voor behandeling in Nederland en het effect van eventuele eerdere behandelingen in Davos.
Onze medisch adviseur geeft u nog de volgende toelichting op zijn advies.
Professor Bel geeft aan dat intensieve medische begeleiding en dagelijkse supervisie van de klachten nodig is. Dit is in Nederland in diverse revalidatiecentra mogelijk. Ook geeft hij aan dat behandeling moet plaatsvinden in 'een volledig prikkelvrije omgeving'. Enerzijds is Davos geen 'volledig prikkelvrije omgeving' en anderzijds ontbreekt tot op heden wetenschappelijk bewijs dat er therapeutisch effect is van een prikkelvrije of prikkelarme omgeving. In Davos is er geen huisstofmijt, echter wel andere vormen van (mogelijke) prikkelende of irriterende stoffen. Tenslotte: ook in Zwitserland komen de griep en andere virale of bacteriële luchtweginfecties voor. In Nederland wordt hiervoor de jaarlijkse griepvaccinatie aangeboden. [...]"
2.10. In reactie op het advies van de medisch adviseur van Univé heeft dr. E.J.M. Weersink, longarts in het AMC op 10 februari 2011 per e-mail aan mr. Coumou geschreven:
"[...]
1. Een toegevoegde behandeling van ernstig astma is een behandeling in een volledig prikkelvrije omgeving. Prikkelvrij voor patiënten met astma betekent geen blootstelling aan:
a. allergenen; er is uit onderzoek bekend dat er in Davos geen huisstofmijt is en een duidelijke vermindering van gras en boompollen.
b. schimmels; er is uit onderzoek bekend dat schimmels nauwelijks voorkomen in Davos, schimmel geïnduceerd astma, mn aspergillus geïnduceerd is een moeilijke vorm van astma om goed te behandelen.
c. Luchtvervuiling mn fijn stof, er is uit onderzoek (RIVM) bekend dat de luchtvervuiling in Davos significant lager is dan in Nederland.
d. Droge lucht zoals in Davos is voor astma patiënten gemakkelijker in te ademen.
2. patiënten met ernstig astma verbeteren significant na een behandeling in Davos in de longfunctie, in de ontstekingsparameters (exhaled NO, tot eosinofiele cellen in het bloed en tot IgE) en in de ACQ (een gevalideerde vragenlijst van de klachten).
3. er is een medische indicatie tot behandeling in een astma revalidatiecentrum met voorkeur voor Davos, zie bovengenoemde argumenten, en omdat er een vertrouwde en bekende relatie is opgebouwd tussen patiënt en het behandelteam.
[...]"
3.1. [eiser] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
1. zal bepalen dat de kosten van opname, verblijf en behandeling van [eiser] in het NAD zijn gedekt onder de door hem bij Univé gesloten Univé Zorg Geregeld Polis;
2. Univé zal veroordelen tot nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst jegens [eiser] door de kosten van het noodzakelijke verblijf en behandeling van [eiser] in het NAD te vergoeden;
3. Univé zal veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan het NAD schriftelijk te bevestigen dat het verblijf en de aan [eiser] aldaar te verlenen zorg zal worden vergoed, op straffe van het verbeuren van een dwangsom van EUR 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro) voor elke dag of dagdeel dat Univé in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen;
4. Univé zal veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de naam, het specialisme en de gekozen woonplaats van haar medisch adviseur mee te delen, op straffe van een dwangsom van EUR 5.000,00 voor elke dag of dagdeel dat Univé in gebreke blijft om aan deze vordering te voldoen;
5. Univé zal veroordelen in de kosten van dit geding, inclusief nasalaris.
3.2. Univé voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Door Univé is niet weersproken dat de gezondheidstoestand van [eiser] zodanig is dat hij is aangewezen op behandeling in een astmarevalidatiecentrum en dat deze behandeling bij voorkeur zo snel als mogelijk dient plaats te vinden. Het spoedeisend belang is daarmee gegeven. Het bestaan van een acute noodsituatie is - wat daar verder ook van
zij - niet vereist voor het aannemen van een spoedeisend belang. Dat het beter zou zijn geweest wanneer de behandeling had plaatsgevonden in het winterseizoen doet aan het voorgaande niet af. De omstandigheid dat sinds de afwijzing in september 2010 bijna een half jaar is verstreken zonder dat Univé in rechte is betrokken brengt niet met zich dat het spoedeisend belang aan de zaak is komen te ontvallen. [eiser] kan niet worden verweten dat hij in de periode vanaf de afwijzing in september 2010 niet direct een kort geding is gestart, maar aanvankelijk heeft geprobeerd om het geschil - door tussenkomst van prof. Bel, de ombudsman zorgverzekering en laatstelijk zijn advocaat - in der minne op te lossen.
Ten aanzien van het (primair) onder '1' gevorderde
4.2. Het (primair) onder '1' gevorderde gaat de strekking van het kort geding te buiten, nu [eiser] in feite een verklaring voor recht vordert. Vaste rechtspraak is dat in kort geding geen declaratoire beslissingen kunnen worden gegeven. Deze vordering zal daarom worden afgewezen.
Ten aanzien van het (primair) onder '2' en '3' gevorderde
4.3. Anders dan het (primair) onder '1' gevorderde zijn de (primair) onder '2' en '3' geformuleerde vorderingen niet gericht op het verkrijgen van een verklaring voor recht, zoals Univé stelt. De vordering de verplichtingen uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst jegens [eiser] na te komen door een behandeling in het NAD te vergoeden komt niet neer op een verklaring van recht dat de behandeling door de tussen partijen geldende zorgverzekering gedekt is, zoals Univé betoogt.
4.4. De kernvraag is of Univé uit hoofde van de tussen partijen bestaande zorgverzekeringsovereenkomst gehouden is een opname in het NAD te vergoeden.
4.5. [eiser] betoogt dat Univé gehouden is tot vergoeding van de verlangde behandeling in het NAD over te gaan. Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst hij naar de verklaringen van prof. Bel en dr. Weersink.
4.6. Univé voert aan dat in het algemeen getoetst wordt aan de hand van met name medisch inhoudelijke kwaliteitscriteria en criteria ten aanzien van doelmatigheid. Daarbij komt, aldus Univé, aan de orde wat de diagnose is en wat de voorgestelde therapie is, of de voorgestelde therapie aan het criterium "stand van wetenschap en/of praktijk" voldoet, of behandeling in Nederland mogelijk is en of men in Nederland al optimaal behandeld is, of men al eerder in Davos geweest is en of dit heeft geleid tot langdurige verbetering in (te objectiveren) gezondheidstoestand en wat het te verwachten resultaat is in relatie tot de kosten.
4.7. De voorzieningenrechter zal het (primair) onder '2' en '3' gevorderde beoordelen aan de hand van de door Univé genoemde criteria nu die door [eiser] niet bestreden zijn.
Wat is de diagnose en wat is de voorgestelde therapie?
4.7.1. Vaststaat dat [eiser] lijdt aan een zware vorm van chronische astma met een ernstige allergie voor huisstofmijt, afhankelijkheid van een hoge dosis prednison en meerdere (andere) aandoeningen die worden veroorzaakt of verergerd door het hoge medicijngebruik. De door de behandelend artsen voorgestelde therapie is behandeling in het NAD.
Voldoet de voorgestelde therapie aan de "stand van wetenschap en/of praktijk"?
4.7.2. Univé stelt zelf bij de beoordeling van de aanvraag voor opname en verblijf in het NAD uit te gaan van het advies van het CVZ, waarin het CVZ de ligging op hoogte als een specifiek voordeel (en zelfs als mogelijke doorslaggevende factor) noemt voor patiënten bij wie een allergie voor huisstofmijt een rol speelt. Geconcludeerd moet dan ook worden dat de voorgestelde therapie voldoet aan de huidige "stand van wetenschap en/of praktijk".
Is behandeling in Nederland mogelijk/is men in Nederland al optimaal behandeld?
4.7.3. Prof. Bel die - zoals door Univé niet weersproken is - moet worden beschouwd als een autoriteit op haar vakgebied, acht een behandeling in het NAD geïndiceerd. Zij wijst daarbij op de bij [eiser] bestaande ernstige allergie voor huisstofmijt, zijn overige aandoeningen en de hoge dosis prednison die [eiser] moet slikken om exacerbatie te voorkomen. Prof. Bel acht een opname in Nederland veel minder geschikt vanwege het vochtige winterklimaat met hoge virus- en huisstofmijtbelasting. Ook uit de verklaring van dr. Weersink van 10 februari 2011 blijkt dat hij primair behandeling in het NAD aangewezen acht. Uit het gebruik van het woord "voorkeur" kan, de door dr. Weersink opgesomde argumenten voor behandeling in het NAD in aanmerking genomen, geenszins worden afgeleid dat [eiser] niet (primair) is aangewezen op behandeling in het NAD.
Door de medisch adviseur is daar slechts tegenover gesteld dat NAD (ook) geen 'volledig prikkelvrije omgeving' is en dat tot op heden wetenschappelijk bewijs ontbreekt dat er therapeutisch effect is van een prikkelvrije of prikkelarme omgeving.
4.7.4. Uit het CVZ advies volgt dat bij astma, gecombineerd met een allergie voor huisstofmijt, de ligging van Davos een specifiek voordeel is bij de behandeling. Gelet op de inhoud van het CVZ advies gaat de voorzieningenrechter voorbij aan de stelling van Univé dat tot op heden voor het therapeutisch effect van een prikkelvrije of prikkelarme omgeving geen wetenschappelijk bewijs bestaat.
4.7.5. Al met al heeft Univé op geen enkele manier onderbouwd dat met behandeling in Nederland een vergelijkbaar resultaat kan worden behaald. Dat de gevolgen van de huisstofmijtallergie in Nederland kunnen worden onderdrukt met medicijnen lijkt in ieder geval op gespannen voet te staan met het primaire doel van de behandeling in het NAD, te weten het afbouwen van de medicatie, die vanwege de hoge dosering leidt tot een verdere verslechtering van de gezondheidstoestand van [eiser]. Het enkele feit dat de winter inmiddels voorbij is, zoals Univé betoogt, laat onverlet dat met de behandeling in het NAD nog steeds de overige behandeldoelen kunnen worden gerealiseerd.
Is men al eerder in Davos behandeld en heeft dit geleid tot een langdurige verbetering in de (te objectiveren) gezondheidstoestand?
4.7.6. Univé betoogt in dit verband dat de lat hoog gelegd moet worden omdat een behandeling in het NAD langdurig en duur is, maar laat na inzicht te verschaffen in wat onder een langdurige verbetering van de gezondheidstoestand moet worden verstaan. Univé maakt evenmin inzichtelijk waarom van een langdurige verbetering bij [eiser] na de opnames in 2007 en 2008 - ondanks het door prof. Bel genoemde "gunstige resultaat" - onvoldoende sprake is.
Wat is het te verwachten resultaat in relatie tot de kosten?
4.7.7. Uit artikel 1.2. van de verzekeringsvoorwaarden volgt dat de verzekeraar bij de beoordeling of zij een behandeling zal vergoeden mag betrekken de vraag of de verzekerde is aangewezen op de gevraagde behandeling en of deze behandeling doelmatig en doeltreffend is. Het voorgaande impliceert dat - tot op zekere hoogte - een kostenafweging mogelijk is. Ook uit het advies van het CVZ volgt dat beoordeeld moet worden of een verzekerde naar inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen op opname en behandeling in het NAD en dat een kostenafweging mag worden gemaakt. Dit betekent dat niet elke te verwachten netto gezondheidswinst een gerechtvaardigde aanspraak op vergoeding van een behandeling met zich brengt.
4.7.8. Univé heeft geen - ook niet nadat daar ter zitting naar is gevraagd - inzicht gegeven in de door haar gemaakte kostenafweging. Naar aanleiding van het standpunt van [eiser] dat een behandeling in het NAD slechts EUR 14,00 per dag duurder is dan een behandeling in een astmarevalidatiecentrum in Nederland heeft Univé slechts gesteld dat er "gigantische verschillen" zijn in de kosten van behandeling in het NAD ten opzichte van behandeling in Nederland. Met deze enkele, niet onderbouwde stelling is Univé er dan ook niet in geslaagd aannemelijk te maken dat de te verwachten netto gezondheidswinst van [eiser] niet opweegt tegen de (extra) kosten van een behandeling in het NAD ten opzichte van een behandeling in een astmarevalidatiecentrum in Nederland (inclusief de meerkosten die verband houden met bij een behandeling in Nederland te verwachten noodzaak van extra medicijnen).
4.8. Conclusie van het voorgaande is dat Univé niet aannemelijk heeft gemaakt dat de behandeling van [eiser] in het NAD niet gedekt is door de zorgverzekeringsovereenkomst omdat hij niet redelijkerwijs is aangewezen dan wel omdat de zorgvorm niet doelmatig en doeltreffend is. Dit brengt met zich dat aannemelijk is dat Univé, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, door de behandeling te weigeren tekort is geschoten in de nakoming van de zorgovereenkomst. Het (primair) onder '2' en '3' gevorderde zal dan ook worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd als in het dictum vermeld.
Ten aanzien van het (subsidiair) onder '4' gevorderde
4.9. Door [eiser] zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die leiden tot het oordeel dat hij na toewijzing van het (primair) onder '2' en '3' gevorderde nog belang heeft bij toewijzing van het (subsidiair) onder '4' gevorderde. Deze vordering zal dan ook verder onbesproken worden gelaten.
4.10. Univé zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 90,81
- vast recht 258,00
- salaris advocaat 904,00
Totaal EUR 1.252,81
4.11. De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen tot een (forfaitair) bedrag van
EUR 131,00 aan salaris advocaat zonder dat betekening van het vonnis heeft plaatsgehad, verhoogd met een bedrag van EUR 68,00 indien en voor zover de veroordeelde partij niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan de veroordeling heeft voldaan en het vonnis om die reden is betekend.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt Univé tot nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst jegens [eiser] door de kosten van het verblijf en behandeling van [eiser] in het Nederlands Astmacentrum Davos te vergoeden,
5.2. veroordeelt Univé om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan het Nederlands Astmacentrum Davos schriftelijk te bevestigen dat het verblijf en aan [eiser] aldaar te verlenen zorg zal worden vergoed,
5.3. veroordeelt Univé aan [eiser] een dwangsom te betalen van EUR 15.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.2 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van EUR 100.000,00 is bereikt,
5.4. veroordeelt Univé in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 1.252,81, vermeerderd met een bedrag van EUR 131,00 voor nakosten, zonder dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgehad, verhoogd met een bedrag van
EUR 68,00 indien en voor zover de veroordeelde partij niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan de veroordeling zal hebben voldaan en het vonnis om die reden is betekend,
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.A.M. Schreuder en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2011.