ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ3923
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en proceskosten in civiele procedure tussen Ziggo B.V. en gedaagde partij
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 3 mei 2011, stond de besloten vennootschap Ziggo B.V. centraal als eisende partij in conventie en verwerende partij in reconventie. De gedaagde partij, aangeduid als '[gedaagde partij]', procedeerde in persoon. De zaak begon met een dagvaarding op 15 december 2010, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De gedaagde partij vorderde een betaling van € 675,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, als gevolg van vermeende omzetschade door onrechtmatig handelen van Ziggo. Ziggo voerde verweer en vroeg om veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van de gedaagde partij in zowel conventie als reconventie moesten worden afgewezen. De rechter stelde vast dat het onterecht in rechte betrekken van de gedaagde partij door Ziggo, zonder bijzondere omstandigheden, geen onrechtmatige daad opleverde. Dit leidde tot de conclusie dat Ziggo niet aansprakelijk was voor de gevorderde omzetschade. Bovendien werd vastgesteld dat de gedaagde partij geen zitting had bijgewoond, waardoor er geen recht op vergoeding van proceskosten bestond op basis van artikel 238 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De rechter wees de vordering van de gedaagde partij af en veroordeelde Ziggo in de proceskosten, terwijl de gedaagde partij als in het ongelijk gestelde partij in reconventie ook in de proceskosten werd veroordeeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bijzondere omstandigheden om een onrechtmatige daad te kunnen vaststellen in civiele procedures.