ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ3294
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot tewerkstelling en betaling van salaris in arbeidszaak met betrekking tot overgang van onderneming
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 29 april 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eisende partij] en de besloten vennootschap E.M.M. INTERNATIONAL B.V. [eisende partij] vorderde tewerkstelling in een functie gelijkwaardig aan die van statutair directeur van E.M.M. Productions B.V. en betaling van zijn salaris, evenals pensioenpremie en proceskosten. De kern van de zaak draaide om de vraag of er sprake was van een overgang van onderneming, zoals bedoeld in artikel 7:663 BW, na de verkoop van activa van E.M.M. Productions aan E.M.M. International.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel er een substantieel aantal activa was overgedragen, dit niet automatisch leidde tot de conclusie dat de exploitatie van de onderneming was overgenomen. De rechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de activiteiten van E.M.M. Productions door E.M.M. International waren voortgezet. De vordering van [eisende partij] werd afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat er sprake was van een overgang van onderneming. De kantonrechter concludeerde dat nader feitenonderzoek noodzakelijk was om tot een definitieve uitspraak te komen.
De uitspraak resulteerde in de afwijzing van de gevraagde voorlopige voorzieningen en de veroordeling van [eisende partij] in de proceskosten, die tot dat moment waren begroot op € 400,00 voor het salaris van de gemachtigde. De beslissing werd genomen in het bijzijn van de griffier en is openbaar uitgesproken.