1.9
Op 20 mei 2010 is door Deloitte aan De Key een rapport uitgebracht inzake grondaankoop [perceel 1] te Zeewolde waaruit blijkt dat bij de aankoop van deze grond sprake is geweest van een ABC-transactie. Op 14 juni 2005 is door De Key het perceel grond aan de [perceel 1] ter grootte van 80,7 hectare aangekocht van Horsthoek Exploitatie B.V., (hierna: Horsthoek) voor een bedrag van € 25.860.928,-- k.k.. De koopakte d.d. 14 juni 2005 is getekend door [gedaagde partij]. Voorafgaand aan de verkoop van dit perceel aan De Key, heeft Horsthoek op
1 juni 2005 dit perceel gekocht van de heer [S] (hierna: [S]) voor een bedrag van
€ 22.628.312,-- k.k.. Op 18 juli 2005 om 15.15 uur heeft (notariële) levering plaatsgevonden tussen [S] en Horsthoek en op diezelfde dag om 15.20 uur (notariële) levering tussen Horsthoek en De Key.
1.1
Indirect bestuurder/aandeelhouder van Horsthoek is de heer [R] (hierna: [R]), voormalig bestuursvoorzitter van AM Wonen B.V. (hierna: AM Wonen) en voormalig collega van [M] bij AM Wonen. [R] is eind december 2003 per direct opgestapt bij AM Wonen, na kritiek op zijn functioneren bij de overname van een concurrende onderneming in verband waarmee negatieve berichtgeving over hem in de pers is gekomen.
1.11
Op 11 mei 2005 is de mogelijke aankoop van het perceel aan de [perceel 1] behandeld in de vergadering van de RvC waarbij [gedaagde partij], uit hoofde van zijn functie, aanwezig is geweest en [M] alleen aanwezig is geweest tijdens de behandeling van de aankoop van het perceel aan de [perceel 1].
1.12
Op 27 april 2005 heeft [M] aan de RvC en de directie een memo met bijlagen inzake de grondaankoop van [perceel 1] gezonden. Daarin is onder meer vermeld dat de grond in de toekomst naar verwachting aangewezen zal worden als locatie voor de uitbreiding van Almere en dat het slechts een theoretisch risico is dat de grond op enig moment weer zal moeten worden afgestoten tegen agrarische waarde. In de memo is aan de RvC verzocht om in te stemmen met de aankoop van de grond.
1.13
Eén van de bijlagen bij de memo van [M] betreft een door [R] ondertekende brief van Horsthoek van 10 maart 2005 aan [M] en [gedaagde partij] met bijgevoegde documentatie waarin over de locatie [perceel 1] onder meer is vermeld dat de gronden eigendom zijn van [S]. In de aanbiedingsbrief is voorts vermeld:“Hierbij bieden wij u vrijblijvend aan de uitgangspunten met betrekking tot de werving van de gronden van [S] (..) alsmede documentatie over de locatie. Graag vernemen wij van u of u concrete belangstelling heeft om tot verwerving van deze gronden over te gaan waarna wij de conceptakten zullen voorbereiden”.
1.14
In de notulen van de vergadering van de RvC d.d. 11 mei 2005 is terzake van de aankoop gronden Zeewolde onder meer vermeld: “[M] schuift aan om een en ander toe te lichten met betrekking tot de gevraagde besluiten. De gronden in Zeewolde kunnen voor ongeveer € 32/m2 aangekocht worden, dat is ruim 3x de agrarische waarde. Er wordt rechtstreeks van de boer gekocht. (..) Er is nog geen bouwbestemming, maar de gronden zullen een keer aan de beurt komen. De vraag is wanneer.” Aan het slot van de notulen is vermeld dat de RvC akkoord gaat met de aankoop van gronden in Zeewolde met als voorwaarde dat eventueel de helft afgestoten zal moeten worden aan een belegger.
1.15
Bij email van 12 mei 2005 heeft [gedaagde partij] aan [M] de uitslag van de besluitvorming van de RvC laten weten en aangegeven: “Hiermee kun je zelf [R] bellen en de koop in gang zetten. Jij weet wat je gisteren met hem besproken hebt en hoe je er nu een draai aan kunt geven. Ik zou het wel goed vinden als wij samen op korte termijn eens met [R] praten, al is het maar om niet de suggestie te laten ontstaan dat ik niet met hem wil communiceren.”
1.16
De Key heeft de grond aan de [perceel 1] te Zeewolde laten taxeren door DTZ Zadelhoff. Per peildatum 31 december 2008 bedraagt de getaxeerde waarde, volgens het rapport van DTZ Zadelhoff van 21 april 2009, € 7.790.000,--.
1.17
De bestemming van de grond aan de [perceel 1] te Zeewolde is nog niet definitief gewijzigd.
1.18
Bij brief van 20 mei 2010 zijn zowel [M] als [gedaagde partij] naar aanleiding van het rapport van Deloitte d.d. 20 mei 2010 per die datum op staande voet ontslagen. In de brief aan [gedaagde partij] is als dringende reden voor het ontslag op staande voet vermeld: “Vastgesteld is, dat u heeft meegewerkt aan en/of verantwoordelijk bent voor de totstandkoming van een ABC-transactie met betrekking tot [perceel 1] te Zeewolde. Achteraf is gebleken dat de aangekochte grond een aanmerkelijk lagere waarde vertegenwoordigt dan waarvoor deze is aangekocht. Bij deze transactie is Klaas [R], althans een van zijn vennootschappen, ten koste van De Key met een bedrag van meer dan € 3,2 mln bevoordeeld. Voorts heeft u met betrekking tot deze transactie de Raad van Commisarissen misleid, althans onvoldoende of onjuiste informatie verschaft. Hiermee heeft u in strijd met de zorgvuldigheids- en integriteitseisen gehandeld. Voorts is gebleken dat u, zoals vastgesteld in de rapportage, in ernstige mate de bekwaamheid of geschiktheid blijkt te missen tot de arbeid waarvoor u zich heeft verbonden, danwel dat u grovelijk de plichten die de arbeidsovereenkomst u oplegt heeft veronachtzaamd.”
1.19
Op 17 augustus 2010 is door Deloitte aan De Key een rapport uitgebracht inzake Zeewolde 2 waarin onder meer de grondaankoop Gruttoweg [perceel 3] en [perceel 2] te Zeewolde is onderzocht en waaruit blijkt dat bij de aankoop van deze gronden eveneens sprake is geweest van een ABC-transactie.
1.2
Bij brief d.d. 2 oktober 2010 heeft De Key aan [gedaagde partij] voorwaardelijk ontslag op staande voet gegeven gelet op de feiten die zijn vermeld in het rapport Zeewolde 2. In de brief aan [gedaagde partij] is als dringende reden voor het voorwaardelijk ontslag op staande voet vermeld: “uit de rapportage blijkt immers dat u (wederom) een actieve rol heeft gespeeld bij een tweetal ABC-transacties, terwijl de RvC hier niet over is geïnformeerd. Ook was de RvC niet op de hoogte van het feit dat de persoon van de heer [M] bij deze transactie betrokken was. U heeft de RvC misleid, althans onvoldoende of onjuiste informatie verschaft. Hiermee heeft u in strijd met de zorgvuldigheids- en integriteitseisen gehandeld. Voorts is gebleken dat u, zoals blijkt uit de rapportage, in ernstige mate de bekwaamheid of geschiktheid blijkt te missen tot de arbeid waarvoor u zich heeft verbonden, danwel dat u grovelijk de plichten die de arbeidsovereenkomst u oplegt heeft veronachtzaamd.”
1.21
De Key heeft tot zekerheid van haar jegens [gedaagde partij] ingestelde vorderingen in de hoofdzaak in mei 2010 conservatoir beslag gelegd op het woonhuis van [gedaagde partij] alsmede zijn tweede woning in Drente.
1.22
Bij brief d.d. 27 januari 2011 heeft de Officier van Justitie van het Functioneel Parket te Den Haag aan de raadsman van [gedaagde partij] schriftelijk laten weten dat tot op heden het Openbaar Ministerie geen aangifte in behandeling heeft genomen waarin [gedaagde partij] wordt genoemd. Een door De Key in mei 2010 gedane aangifte is volgens de Officier van Justitie kort na de ontvangst teruggezonden en door de aangever teruggenomen omdat zij die – gezien een aantal onvolkomenheden in de aangifte – op deze wijze niet in behandeling konden nemen. Mondeling is door de opsporingsdienst (VROM-IOD) aan het Openbaar Ministerie gemeld dat in de derde week van 2011 een aangifte is opgenomen bij De Key maar die aangifte heeft het Openbaar Ministerie op 27 januari 2011 nog niet bereikt.
1.23
Bij vonnis van de kantonrechter te Amsterdam d.d. 3 maart 2011 is [M] op vordering van De Key onder meer veroordeeld tot terugbetaling van een aan hem betaalde beëindigings-vergoeding van € 100.000,-- alsmede tot betaling van een bedrag van € 3.232.616,-- terzake van door De Key geleden schade.