8.
De kantonrechter is, gelet op de getuigenverklaringen en de overgelegde stukken, van oordeel dat WOB het bewijs van de overlast heeft geleverd. Uit de getuigenverklaringen van de heer en mevrouw [H] en de heer [S] volgt dat [gedaagde partij] (vooral) geluidsoverlast heeft veroor-zaakt. Die verklaringen berusten op de eigen waarnemingen van de getuigen. De getuigen heb-ben op de kantonrechter een evenwichtige en betrouwbare indruk gemaakt. Hun verklaringen worden ondersteund door de vele schriftelijke klachten die in de loop van de tijd bij WOB en de politie zijn ingediend en door de verklaring van getuige [K]. Die heeft immers onder meer ver-klaard dat de overlastklachten ‘timmeren, kloppen, harde muziek, zingen en een blaffende hond’ betreffen. Dat zijn de klachten waarover de eerdergenoemde getuigen hebben verklaard. Van belang is ook dat uit de verklaringen van [H] en zijn vrouw, [S] en [K] blijkt, dat de klachten zijn begonnen nadat [gedaagde partij] aan [straatnaam] is komen wonen. Dat sluit afdoende uit dat de geluidsoverlast door anderen is veroorzaakt.
Het bewijs ligt ook besloten in de getuigenverklaring van [gedaagde partij] zelf waar hij heeft toegegeven dat hij tot eind 2008 overlast heeft veroorzaakt door te zingen en de verklaring van [L] inzake de toegegeven (incidentele) muziekoverlast. De ontkenning van [gedaagde partij] van de juistheid van de overige overlastklachten weegt niet op tegen de verklaringen van de hiervoor besproken getuigen en de overgelegde stukken.
De verklaringen van [X], [V] en [L] doen er in dit verband niet veel toe, omdat [X] pas vanaf 1 augustus 2010 aan [straatnaam] woont, en [V] en [L] [gedaagde partij] ‘slechts’ bezoeken, te weten respectievelijk één keer per drie weken en één keer per week. Daar komt bij dat [L] pas vanaf november 2009 [gedaagde partij] bezoekt.
Aan de door [gedaagde partij] overgelegde, grotendeels niet ingevulde handtekeningenlijst kent de kantonrechter geen waarde toe, omdat er geen waarborg is gegeven dat die lijst op een zorg-vuldige en correcte manier tot stand is gekomen. Ook is niet gezegd dat de personen die wel ten gunste van [gedaagde partij] (zouden) hebben getekend geluidsoverlast hebben kúnnen onder-vinden. De afstand tussen de appartementen van deze ondertekenaars en het appartement van [gedaagde partij] is immers onbekend. WOB heeft intussen betwist dat de ondertekenaars de handtekeningen persoonlijk hebben geplaatst.
De klachten met betrekking tot het gooien van brood over het balkon laat de kantonrechter bui-ten beschouwing, nu dat niet tot relevante overlast heeft geleid.
De kantonrechter passeert de stelling van WOB (dagvaarding sub 15) dat [gedaagde partij] artikel 6.2 van het huurreglement heeft overtreden (kort gezegd: verboden onderverhuur). Die stelling is niet nader toegelicht, terwijl uit de als productie 12a tot en met 12f overgelegde stukken niet blijkt dat [gedaagde partij] daadwerkelijk een kamer heeft onderverhuurd.