ECLI:NL:RBZLY:2011:BP3903
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag beroepsziekte PTSS en burn-out
In deze zaak heeft eiser, werkzaam bij de politieregio IJsselland, op 20 juli 2009 een aanvraag ingediend om zijn PTSS-klachten en burn-out aan te merken als beroepsziekte. De aanvraag werd op 11 januari 2010 door de korpsbeheerder afgewezen. Eiser maakte bezwaar, maar dit werd op 26 april 2010 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld, dat op 15 december 2010 ter zitting werd behandeld. Eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. W.J. Dammingh, stelde dat zijn PTSS het gevolg was van de confrontatie met aangrijpende gebeurtenissen in zijn werk. Verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.M.A.C. Theunissen, betwistte dit niet, maar stelde dat de confrontaties inherent zijn aan de functie van eiser en dat er geen sprake was van abnormale of excessieve omstandigheden.
De rechtbank oordeelde dat de gebeurtenissen waarmee eiser geconfronteerd werd, ondanks hun inherente karakter aan zijn functie, als abnormaal en excessief moesten worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de PTSS van eiser in overwegende mate haar oorzaak vond in zijn werk en de omstandigheden waaronder dat werk werd verricht. Het bestreden besluit, dat de PTSS-klachten niet als beroepsziekte erkende, werd vernietigd. Eiser kreeg gelijk in zijn beroep tegen de afwijzing van zijn PTSS-klachten, maar niet voor de burn-out, die niet als beroepsziekte werd erkend. De rechtbank veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten, begroot op € 874,--, en tot vergoeding van het griffierecht van € 145,-- aan eiser.
De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank Zwolle-Lelystad, met mr. J.H.M. Hesseling als voorzitter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan hoger beroep open, in te stellen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.