ECLI:NL:RBZLY:2011:BP1977
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onredelijk bezwarende algemene voorwaarden in onderhoudscontract auto
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 25 januari 2011, staat de geldigheid van een clausule in een onderhoudscontract voor een auto centraal. De eiser, ASTRUM AUTOMOTIVE B.V., vordert betaling van € 758,74 aan hoofdsom, rente en incassokosten van de gedaagde partij, die het onderhoudscontract in maart 2009 heeft afgesloten. De gedaagde heeft het contract beëindigd na de verkoop van zijn auto, maar de eiser stelt dat de reeds gefactureerde voorschotten niet gerestitueerd worden bij tussentijdse beëindiging, zoals vastgelegd in artikel 5 van het contract. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn.
De kantonrechter oordeelt dat de clausule in artikel 5 van het contract als onredelijk bezwarend moet worden aangemerkt. De rechter wijst erop dat de gedaagde niet kan profiteren van het onderhoud waarvoor hij heeft betaald, aangezien de auto al was verkocht. De kantonrechter verwijst naar artikel 6:237 BW, dat bepaalt dat voorwaarden die verplichten tot betaling bij beëindiging van een overeenkomst anders dan door tekortkoming vermoed worden onredelijk bezwarend te zijn. De rechter komt tot de conclusie dat de eiser recht heeft op een minimaal jaarbedrag van € 357,00, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten, maar dat de gedaagde niet verplicht is om het volledige bedrag van de vordering te betalen. Beide partijen worden in hun proceskosten veroordeeld tot het dragen van hun eigen kosten, omdat zij gedeeltelijk in het gelijk zijn gesteld.
Het vonnis benadrukt het belang van duidelijke en redelijke voorwaarden in contracten en de bescherming van consumenten tegen onredelijke bedingen. De uitspraak is een belangrijke referentie voor de beoordeling van algemene voorwaarden in overeenkomsten, vooral in de context van consumentenbescherming.