ECLI:NL:RBZLY:2010:BR6191
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H.M. Hesseling
- I. Sulenta
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een persoonsgebonden budget voor een traplift en de rechtsgeldigheid van de eigen bijdrage
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 2 maart 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te Dronten, en het college van burgemeester en wethouders van Dronten, verweerder. Eiser had een aanvraag ingediend voor een traplift voor zijn echtgenote, die op 28 mei 2009 is overleden. De aanvraag werd aanvankelijk afgewezen, maar na herziening op 9 februari 2009 werd er alsnog een persoonsgebonden budget (PGB) toegekend voor de aanschaf van de traplift. Echter, in het besluit werd vermeld dat er een eigen bijdrage verschuldigd was. Eiser maakte bezwaar tegen deze eigen bijdrage, omdat hij meende dat dit in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, aangezien hij kennis had van andere gevallen in Dronten waar geen eigen bijdrage werd gevraagd voor een traplift.
De rechtbank oordeelde dat de passage over de eigen bijdrage in het besluit van 9 februari 2009 terecht was aangemerkt als een informatieve mededeling en niet als een besluit. De rechtbank verduidelijkte dat de bevoegdheid om de eigen bijdrage vast te stellen ligt bij het Centraal Administratiekantoor (CAK) en niet bij de gemeente. De rechtbank stelde vast dat de gemeenteraad de mogelijkheid heeft om een eigen bijdrage te vragen, maar dat de specifieke passage in het besluit geen rechtsgevolg had en dus niet als een besluit kon worden aangemerkt waartegen bezwaar openstond.
Eiser werd in zijn beroep ongegrond verklaard, en de rechtbank gaf aan dat hij, indien hij het PGB accepteert, moet wachten op een beslissing van het CAK over de eigen bijdrage, waar hij eventueel bezwaar tegen kan maken. De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.