ECLI:NL:RBZLY:2010:BP0195
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Burenrechtelijke geschillen over hinder van bomen en verjaringstermijnen
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter O.E. Mulder op 1 december 2010, gaat het om een burenconflict tussen twee partijen, hierna aangeduid als eisers en gedaagden, over hinder veroorzaakt door bomen die zich dicht bij de erfgrens bevinden. Eisers hebben gedaagden aangeklaagd met het verzoek om de verwijdering van zeven eikenbomen en recent geplaatste appelbomen, die zich binnen de 'verboden zone' van 1 meter van de erfgrens zouden bevinden. Gedaagden hebben hiertegen ingebracht dat de vordering tot verwijdering verjaard is, omdat de bomen al lange tijd op hun perceel staan en de verjaringstermijn van twintig jaar al verstreken zou zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verjaringstermijn begint te lopen op het moment dat de onrechtmatige toestand kan worden opgeheven, wat in dit geval pas na de splitsing van het bosperceel in kavels is gebeurd, waardoor de vordering niet verjaard is.
De rechter heeft vervolgens de vordering tot verwijdering van de eikenbomen afgewezen, omdat deze bomen deel uitmaakten van een bos en pas later als hinderlijk konden worden beschouwd. De kantonrechter heeft het beroep van gedaagden op een afwijkende plaatselijke gewoonte aanvaard, waardoor de aanwezigheid van de bomen binnen de 'verboden zone' niet onrechtmatig was. Wat betreft de door gedaagden zelf aangebrachte beplanting, heeft de rechter geoordeeld dat deze mogelijk wel binnen de 'verboden zone' valt, maar dat dit niet voldoende was aangetoond. De vordering tot het snoeien van de bomen is eveneens afgewezen, omdat eisers niet voldoende bewijs hebben geleverd dat de bomen onrechtmatige hinder veroorzaakten. De kantonrechter heeft uiteindelijk eisers veroordeeld in de proceskosten, aangezien zij in het ongelijk zijn gesteld.