RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummer: 07.620272-09
Uitspraak: 10 december 2010
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
verblijvende in de [P.I.].
1. HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg op 23 en 26 november 2010.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M.J.E. Vink, en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. J.P. Plasman, advocaat te Amsterdam, en de verdachte naar voren is gebracht.
De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot 01 januari 2005 in de gemeente [plaats 1] en/of gemeente [plaats 2] en/of gemeente [plaats 3] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) (een) ander(en) genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of één of meer andere vrouwen,
(lid 1 sub 1)
door geweld of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) heeft gedwongen en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding heeft bewogen
zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met (of voor) een derde tegen betaling,
onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die ander(en) zich daardoor tot het verrichten van die seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden beschikbaar stelde(n),
(lid 1 sub 4)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit die seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden van die ander(en), genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of één of meer andere vrouwen, met (of voor) een derde tegen betaling,
en/of
(lid 1 sub 6)
die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of één of meer andere vrouwen, heeft bewogen hem, verdachte en/of zijn mededader(s), uit de opbrengst van haar/hun seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met een (of voor) derde te bevoordelen,
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding en/of dat opzettelijk voordeel trekken en/of die (ondernomen) handelingen hieruit dat, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) (meermalen)
ten aanzien van die [slachtoffer 1] gedurende de periode van 01 januari 2002 tot 01 januari 2005
- een (liefdes)relatie is/zijn aangegaan en/of heeft/hebben onderhouden met die [slachtoffer 1], en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft/hebben aangezet/overgehaald om in de prostitutie te (gaan) werken, en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen (met kracht) in/tegen haar gezicht heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of elders (met kracht) (onder andere met een televisiekabel) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben geslagen en/of geschopt, althans die [slachtoffer 1] meermalen heeft/hebben mishandeld, en/of
- die [slachtoffer 1] meerdere, in elk geval één, tatoeage(s) heeft/hebben laten zetten (in elk geval is in lettervorm de naam [verdachte] op haar schouder getatoeëerd), en/of
- die [slachtoffer 1] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden, in elk geval één of meer handelingen heeft/hebben verricht (zoals het sociaal isoleren van die [slachtoffer 1] en/of het vrijwel permanent controleren van die [slachtoffer 1]) strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie, en/of
- die [slachtoffer 1] op zijn, verdachte en/of zijn mededader(s), woon- en/of verblijfadres(sen), in elk geval op enig adres, heeft/hebben ondergebracht/gehouden (te weten op één of meer adressen in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats]), en/of
- één of meer kamer(s)/ruimte(s) in [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of één of meer andere plaatsen in Nederland heeft/hebben geregeld, alwaar die [slachtoffer 1] haar prostitutiewerkzaamheden kon/moest verrichten, en/of
- die [slachtoffer 1] naar haar prostitutiewerkplek heeft/hebben gebracht en/of van haar prostitutiewerkplek heeft/hebben opgehaald, en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben gecontroleerd en/of heeft/hebben laten controleren op het moment dat zij als prostituee aan het werk was, en/of
- die [slachtoffer 1] opdracht heeft/hebben gegeven en/of onder druk heeft/hebben gezet en/of ertoe heeft/hebben aangezet en/of gebracht een groot aantal dagen per week en/of een groot aantal uren per dag als prostituee te werken en/of te werken tijdens ziekte en/of menstruatie en/of herstel van ziekte/verwondingen, en/of
- die [slachtoffer 1] een zeer groot deel van haar (prostitutie)verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afgeven aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s), rekening(en) heeft/hebben laten storten, althans die [slachtoffer 1] slechts een zeer klein deel van die verdiensten heeft/hebben laten behouden,
en/of
ten aanzien van die [slachtoffer 2] gedurende de periode van 01 mei 2001 tot 01 januari 2005
- een (liefdes)relatie is/zijn aangegaan en/of heeft/hebben onderhouden met die [slachtoffer 2], en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 2] heeft/hebben aangezet/overgehaald om in de prostitutie te (gaan) werken en hierbij/hiervoor de financieel afhankelijke positie waarin die [slachtoffer 2] op dat moment verkeerde misbruikt/gebruikt, en/of
- die [slachtoffer 2] meermalen (met kracht) in/tegen haar gezicht heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of elders (met kracht) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen en/of geschopt (onder andere op/tegen de borst van die [slachtoffer 2] heeft geschopt), althans die [slachtoffer 2] meermalen heeft/hebben mishandeld (ook terwijl zij zwanger was), en/of
- die [slachtoffer 2] direct en/of indirect met de dood en/of geweld en/of ontvoering van haar kind en/of de dood van haar moeder en zus heeft/hebben bedreigd, en/of
- die [slachtoffer 2] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden, in elk geval één of meer handelingen heeft/hebben verricht (zoals het sociaal isoleren van die [slachtoffer 2] en/of het vrijwel permanent controleren van die [slachtoffer 2]) strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 2] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie, en/of
- die [slachtoffer 2] op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s), woon- en/of verblijfadres(sen), in elk geval op enig adres, heeft/hebben ondergebracht/gehouden (te weten op één of meer adressen in [plaats] en/of [plaats]), en/of
- één of meer kamer(s)/ruimte(s) in [plaats 1] en/of één of meer andere plaatsen in Nederland heeft/hebben geregeld, alwaar die [slachtoffer 2] haar prostitutiewerkzaamheden kon/moest verrichten, en/of
- die [slachtoffer 2] naar haar prostitutiewerkplek heeft/hebben gebracht en/of van haar prostitutiewerkplek heeft/hebben opgehaald, en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben gecontroleerd en/of heeft/hebben laten controleren op het moment dat zij als prostituee aan het werk was, en/of
- die [slachtoffer 2] opdracht heeft/hebben gegeven en/of onder druk heeft/hebben gezet en/of ertoe heeft/hebben aangezet en/of gebracht een groot aantal dagen per week en/of een groot aantal uren per dag als prostituee te werken en/of door te werken tijdens ziekte en/of menstruatie en/of herstel van ziekte/verwondingen, en/of
- die [slachtoffer 2] een zeer groot deel van haar (prostitutie)verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afgeven aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s), rekening(en) heeft/hebben laten storten, althans die [slachtoffer 2] slechts een zeer klein deel van die verdiensten heeft/hebben laten behouden,
en/of
waarbij ten aanzien van die [slachtoffer 3] gedurende de periode van 01 januari 1996 tot 01 januari 2005
- een (liefdes)relatie is/zijn aangegaan en/of heeft/hebben onderhouden met die [slachtoffer 3], en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 3] heeft/hebben aangezet/overgehaald om in de prostitutie te (gaan) werken, en/of
- die [slachtoffer 3] meermalen (met kracht) in/tegen haar gezicht heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of elders (met kracht) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben geslagen en/of geschopt, althans die [slachtoffer 3] meermalen heeft/hebben mishandeld, en/of
- die [slachtoffer 3] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden, in elk geval één of meer handelingen heeft/hebben verricht (zoals het sociaal isoleren van die [slachtoffer 3] en/of het vrijwel permanent controleren van die [slachtoffer 3]) strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 3] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie, en/of
- die [slachtoffer 3] op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s) woon- en/of verblijfadres(sen), in elk geval op enig adres, heeft/hebben ondergebracht/gehouden (te weten op één of meer adressen in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats]), en/of
- één of meer kamer(s)/ruimte(s) in [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of één of meer andere plaatsen in Nederland heeft/hebben geregeld, alwaar die [slachtoffer 3] haar prostitutiewerkzaamheden kon/moest verrichten, en/of
- die [slachtoffer 3] naar haar prostitutiewerkplek heeft/hebben gebracht en/of van haar prostitutiewerkplek heeft/hebben opgehaald, en/of
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben gecontroleerd en/of heeft/hebben laten controleren op het moment dat zij als prostituee aan het werk was, en/of
- die [slachtoffer 3] opdracht heeft/hebben gegeven en/of onder druk heeft/hebben gezet en/of ertoe heeft/hebben aangezet en/of gebracht een groot aantal dagen per week en/of een groot aantal uren per dag als prostituee te werken en/of door te werken tijdens ziekte en/of menstruatie en/of herstel van ziekte/verwondingen, en/of
- die [slachtoffer 3] een zeer groot deel van haar (prostitutie)verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afgeven aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s), rekening(en) heeft/hebben laten storten, althans die [slachtoffer 3] slechts een zeer klein deel van die verdiensten heeft/hebben laten behouden;
art 250a lid 1 ahf /ond sub 1 en/of sub 4 en/of sub 6 jo
art 250a lid 2 ahf/ond 1 Wetboek van Strafrecht (oud)
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 14 december 2009 in de gemeente [plaats 1] en/of gemeente [plaats 2] en/of gemeente [plaats 3] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) ander(en) genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of één of meer andere vrouwen,
(lid 1 sub 1)
door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of dreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
(lid 1 sub 1)
heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of één of meer andere vrouwen,
(lid 1 sub 4 jo sub 1)
die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of één of meer andere vrouwen, (telkens) (met één of meer van de onder de in lid 1 sub 1 omschreven middelen dan wel onder één of meer van de in dat sub 1 omschreven omstandigheden) heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden en/of enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die ander(en) zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden,
(lid 1 sub 6)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of één of meer andere vrouwen,
(lid 1 sub 9 jo sub 1)
die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of één of meer andere vrouwen (met één of meer van de onder de in lid 1 sub 1 omschreven middelen dan wel onder één of meer van de in dat sub 1 omschreven omstandigheden) heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met en/of voor een derde,
waarbij ten aanzien van die [slachtoffer 1] in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 14 december 2009
(lid 1 sub 1)
die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die dreiging met geweld en/of die afpersing en/of die fraude en/of die misleiding en/of dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of dat misbruik van een kwetsbare positie hieruit heeft/hebben bestaan dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) (meermalen)
- een (liefdes)relatie is/zijn aangegaan en/of heeft/hebben onderhouden met die [slachtoffer 1] en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft/hebben aangezet/overgehaald om in de prostitutie te (gaan) werken en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen (met kracht) in/tegen haar gezicht heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of elders (met kracht) (onder andere met een televisiekabel) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben geslagen en/of geschopt, althans die [slachtoffer 1] meermalen heeft/hebben mishandeld en/of
- die [slachtoffer 1] meerdere, in elk geval één, tatoeage(s) heeft/hebben laten zetten (in elk geval is in lettervorm de naam [verdachte] op haar schouder getatoeëerd) en/of
- die [slachtoffer 1] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden, in elk geval één of meer handelingen heeft/hebben verricht (zoals het sociaal isoleren van die [slachtoffer 1] en/of het vrijwel permanent controleren van die [slachtoffer 1]) strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie,
(lid 1 sub 1)
waarbij dat werven en/of dat vervoeren en/of dat overbrengen en/of dat huisvesten en/of dat opnemen ((telkens) met het oogmerk van uitbuiting),
(lid 1 sub 4 jo sub 1)
waarbij dat dwingen en/of bewegen van die [slachtoffer 1] zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden en/of dat ondernemen van enige handeling (waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden) dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden,
(lid 1 sub 9 jo sub 1)
dat dwingen en/of het bewegen van die [slachtoffer 1] om hem en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van die seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met of voor een derde, (telkens met één of meer van de onder de in lid 1 sub 1 omschreven middelen dan wel onder één of meer van de in dat sub 1 omschreven omstandigheden),
(lid 1 sub 6)
die opzettelijke voordeeltrekking uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] hieruit heeft bestaan dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) (meermalen)
- die [slachtoffer 1] op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s) woon- en/of verblijfadres, in elk geval op enig adres, heeft/hebben ondergebracht/gehouden (te weten op één of meer adressen in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats]), en/of
- één of meer kamer(s)/ruimte(s) in [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of één of meer andere plaatsen in Nederland heeft/hebben geregeld, alwaar die [slachtoffer 1] haar prostitutiewerkzaamheden kon/moest verrichten, en/of
- die [slachtoffer 1] naar haar prostitutiewerkplek heeft/hebben gebracht en/of van haar prostitutiewerkplek heeft/hebben opgehaald, en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben gecontroleerd en/of heeft/hebben laten controleren op het moment dat zij als prostituee aan het werk was, en/of
- die [slachtoffer 1] opdracht heeft/hebben gegeven en/of onder druk heeft/hebben gezet en/of ertoe heeft/hebben aangezet en/of gebracht een groot aantal dagen per week en/of een groot aantal uren per dag als prostituee te werken en/of te werken tijdens ziekte en/of menstruatie en/of herstel van ziekte/verwondingen, en/of
- die [slachtoffer 1] een zeer groot deel van haar (prostitutie)verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afgeven aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s), rekening(en) heeft/hebben laten storten, althans die [slachtoffer 1] slechts een zeer klein deel van die verdiensten heeft/hebben laten behouden,
waarbij ten aanzien van die [slachtoffer 2] gedurende de periode van 01 januari 2005 tot en met 01 oktober 2006
(lid 1 sub 1)
die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die dreiging met geweld en/of die afpersing en/of die fraude en/of die misleiding en/of dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of dat misbruik van een kwetsbare positie hieruit heeft/hebben bestaan dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) (meermalen)
- een (liefdes)relatie is/zijn aangegaan en/of heeft/hebben onderhouden met die [slachtoffer 2], en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 2] heeft/hebben aangezet/overgehaald om in de prostitutie te (gaan) werken en hierbij/hiervoor de financieel afhankelijke positie waarin die [slachtoffer 2] op dat moment verkeerde misbruikt/gebruikt, en/of
- die [slachtoffer 2] meermalen (met kracht) in/tegen haar/hun gezicht(en) heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of elders (met kracht) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of geschopt, althans die [slachtoffer 2] meermalen heeft mishandeld (ook terwijl zij zwanger was), en/of
- die [slachtoffer 2] direct en/of indirect met de dood en/of geweld en/of ontvoering van haar kind en/of de dood van haar moeder en zus heeft/hebben bedreigd, en/of
- die [slachtoffer 2] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden, in elk geval één of meer handelingen heeft/hebben verricht (zoals het sociaal isoleren van die [slachtoffer 2] en/of het vrijwel permanent controleren van die [slachtoffer 2]) strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 2] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie,
(lid 1 sub 1)
waarbij dat werven en/of dat vervoeren en/of dat overbrengen en/of dat huisvesten en/of dat opnemen ((telkens) met het oogmerk van uitbuiting),
(lid 1 sub 4 jo sub 1)
waarbij dat dwingen en/of bewegen van die [slachtoffer 2] zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden en/of dat ondernemen van enige handeling (waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden) dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden,
(lid 1 sub 9 jo sub 1)
dat dwingen en/of het bewegen van die [slachtoffer 2] om hem en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van die seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met of voor een derde, (telkens met één of meer van de onder de in lid 1 sub 1 omschreven middelen dan wel onder één of meer van de in dat sub 1 omschreven omstandigheden),
en/of
(lid 1 sub 6)
die opzettelijke voordeeltrekking uit de uitbuiting van die [slachtoffer 2] hieruit heeft bestaan dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) (meermalen)
- die [slachtoffer 2] op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s) woon- en/of veblijfadres(sen), in elk geval op enig adres, heeft/hebben ondergebracht/gehouden (te weten op één of meer adressen in [plaats] en/of [plaats]), en/of
- één of meer kamer(s)/ruimte(s) in [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of één of meer andere plaatsen in Nederland heeft/hebben geregeld, alwaar die [slachtoffer 2] haar prostitutiewerkzaamheden kon/moest verrichten, en/of
- die [slachtoffer 2] naar haar prostitutiewerkplek heeft/hebben gebracht en/of van haar prostitutiewerkplek heeft/hebben opgehaald, en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben gecontroleerd en/of heeft/hebben laten controleren op het moment dat zij als prostituee aan het werk was, en/of
- die [slachtoffer 2] opdracht heeft/hebben gegeven en/of onder druk heeft/hebben gezet en/of ertoe heeft/hebben aangezet en/of gebracht een groot aantal dagen per week en/of een groot aantal uren per dag als prostituee te werken en/of door te werken tijdens ziekte en/of menstruatie en/of herstel van ziekte/verwondingen, en/of
- die [slachtoffer 2] een zeer groot deel van haar (prostitutie)verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afgeven aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s), rekening(en) heeft/hebben laten storten, althans die [slachtoffer 2] slechts een zeer klein deel van die verdiensten heeft/hebben laten behouden,
waarbij ten aanzien van die [slachtoffer 3] gedurende de periode van 01 januari 2005 tot en met 01 januari 2008
(lid 1 sub 1)
die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die dreiging met geweld en/of die afpersing en/of die fraude en/of die misleiding en/of dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of dat misbruik van een kwetsbare positie hieruit heeft/hebben bestaan dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) (meermalen)
- een (liefdes)relatie is/zijn aangegaan en/of heeft/hebben onderhouden met die [slachtoffer 3], en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 3] heeft/hebben aangezet/overgehaald om in de prostitutie te (gaan) werken, en/of
- die [slachtoffer 3] meermalen (met kracht) in/tegen haar gezicht heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of elders (met kracht) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben geslagen en/of geschopt, althans die [slachtoffer 3] meermalen heeft/hebben mishandeld, en/of
- die [slachtoffer 3] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden, in elk geval één of meer handelingen heeft/hebben verricht (zoals het sociaal isoleren van die [slachtoffer 3] en/of het vrijwel permanent controleren van die [slachtoffer 3]) strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 3] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie,
(lid 1 sub 1)
waarbij dat werven en/of dat vervoeren en/of dat overbrengen en/of dat huisvesten en/of dat opnemen ((telkens) met het oogmerk van uitbuiting),
(lid 1 sub 4 jo sub 1)
waarbij dat dwingen en/of bewegen van die [slachtoffer 3] zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden en/of dat ondernemen van enige handeling (waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden) dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden,
(lid 1 sub 9 jo sub 1)
dat dwingen en/of het bewegen van die [slachtoffer 3] om hem en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van die seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met of voor een derde, (telkens met één of meer van de onder de in lid 1 sub 1 omschreven middelen dan wel onder één of meer van de in dat sub 1 omschreven omstandigheden),
(lid 1 sub 6)
die opzettelijke voordeeltrekking uit de uitbuiting van die [slachtoffer 3] hieruit heeft bestaan dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) (meermalen)
- die [slachtoffer 3] op enig adres heeft/hebben ondergebracht/gehouden (te weten op één of meer adressen in [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats]), en/of
- één of meer kamer(s)/ruimte(s) in [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of één of meer andere plaatsen in Nederland heeft/hebben geregeld, alwaar die [slachtoffer 3] haar prostitutiewerkzaamheden kon/moest verrichten, en/of
- die [slachtoffer 3] naar haar prostitutiewerkplek heeft/hebben gebracht en/of van haar prostitutiewerkplek heeft/hebben opgehaald, en/of
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben gecontroleerd en/of heeft/hebben laten controleren op het moment dat zij als prostituee aan het werk was, en/of
- die [slachtoffer 3] opdracht heeft/hebben gegeven en/of onder druk heeft/hebben gezet en/of ertoe heeft/hebben aangezet en/of gebracht een groot aantal dagen per week en/of een groot aantal uren per dag als prostituee te werken en/of door te werken tijdens ziekte en/of menstruatie en/of herstel van ziekte/verwondingen, en/of
- die [slachtoffer 3] een zeer groot deel van haar (prostitutie)verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afgeven aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of op zijn, verdachtes en/of zijn mededader(s), rekening(en) heeft/hebben laten storten, althans die [slachtoffer 3] slechts een zeer klein deel van die verdiensten heeft/hebben laten behouden;
art 273a lid 1 ahf/sub 1 en sub 4 en sub 6 en sub 9 Wetboek van Strafrecht
art 273a lid 3 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2001 tot en met 14 december 2009, in de gemeente [plaats] en/of gemeente [plaats], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) een voorwerp, te weten één of meerdere geldbedrag(en) (zijnde opbrengsten uit seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of één of meer andere vrouwen), verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemde geldbedrag(en), gebruik gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven geldbedrag(en), althans voorwerp(en), - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit een misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
De rechtbank is met de raadsman van oordeel, dat de dagvaarding, telkens daar waar deze inhoudt “en/of één of meer andere vrouwen”, voor dat deel van de tenlastelegging nietig verklaard moet worden, omdat onduidelijk is op welke andere vrouwen de tenlastelegging ziet; daardoor is een goede verdediging van verdachte niet te voeren en wordt verdachte geschaad in zijn belang.
De raadsman heeft ter terechtzitting van 26 november 2010 naar voren gebracht dat de dagvaarding, voor zover die feit 3 betreft, nietig verklaard dient te worden omdat niet aangegeven is om welke gelden het in concreto gaat. Hij heeft ook aangevoerd dat opbrengsten van prostitutiewerkzaamheden in beginsel niet afkomstig zijn uit misdrijf, waardoor de tenlastelegging onduidelijk dan wel innerlijk tegenstrijdig is. De raadsman heeft voorts aangevoerd, dat de zinsnede “al dan niet van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt” onbegrijpelijk is.
De rechtbank verwerpt het door de raadsman opgeworpen verweer.
Wat de zinsnede “al dan niet van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt” betreft, is de rechtbank van oordeel dat dit niet anders gelezen kan worden dan “al dan niet een gewoonte heeft gemaakt van witwassen” waarin “al dan niet” de betekenis heeft van “wel of niet”. De steller van de tenlastelegging heeft door deze zinsnede op te nemen daarmee niet meer beoogd dan met witwassen ook (de strafverzwarende omstandigheid) gewoontewitwassen als bedoeld in artikel 420ter van het Wetboek van Strafrecht (Sr.) ten laste te leggen.
De rechtbank kan instemmen met het standpunt van de raadsman dat opbrengsten uit prostitutie in zijn algemeenheid niet afkomstig zijn van misdrijf. In dit geval echter heeft de steller van de tenlastelegging – zo leest de rechtbank die – het oog gehad op inkomsten uit prostitutie die voortkomt uit de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, te weten mensenhandel, en dat zijn misdrijven.
Naar het oordeel van de rechtbank is het onder 3 ten laste gelegde feit zoals ten laste gelegd begrijpelijk, voldoende feitelijk omschreven en voldoet het aan de eisen als gesteld in artikel 261 Sr.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding, met uitzondering van het hiervoor gestelde, geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Op 28 september 2008 kwam er informatie binnen bij de Regionale Criminele Inlichtingen Eenheid (RCIE)van politie Flevoland dat [medeverdachte 1] een vrouw, genaamd [slachtoffer 3], als hoer laat werken en dat die [slachtoffer 3] het verdiende geld afstaat aan [medeverdachte 1]. Die informatie wordt vanaf 19 februari 2009 aangevuld met informatie dat ook [verdachte] vrouwen voor zich in de prostitutie laat werken. In juni 2009 wordt aan de RCIE gemeld dat [slachtoffer 1] bij verdachte en zijn vrouw [persoon 1] woont en dat [slachtoffer 1] al jaren de hoer speelt voor verdachte. Informatie uit juli 2009 geeft aan dat de moeder van [medeverdachte 1] en verdachte op 5 december 2008 € 8.000,- heeft gestort bij het GWK, dat die moeder het verdiende geld beheert en dat er geld naar [land] wordt gebracht en op een bank wordt gezet. Ook zijn er voorvallen door de politie gemuteerd die erop wijzen dat verdachte zich bezig houdt met loverboypraktijken. Uit politiesystemen blijkt voorts dat [slachtoffer 1] in de prostitutie werkzaam is. Uit observaties blijkt dat [slachtoffer 1] bij verdachte en diens vrouw woont. Er is informatie uitgewisseld tussen de Belastingdienst en de politie. Lopende het onderzoek tegen verdachte is een aantal getuigen gehoord. Verdachte is op 14 december 2009 als verdacht van mensenhandel en witwassen aangehouden. Hij heeft vervolgens een vijftal verklaringen afgelegd, waarbij hij zich voornamelijk op zijn zwijgrecht heeft beroepen. [slachtoffer 1] is zowel door de politie als door de rechter-commissaris, als ter terechtzitting als getuige gehoord. Daarbij heeft zij telkens verklaard dat zij uit vrije wil in de prostitutie werkzaam is geweest.
4.2 Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen verklaard kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel, doch alleen voor zover dit [slachtoffer 1] betreft. Hij baseert zijn standpunt onder meer op de verklaringen van [slachtoffer 1] en van andere getuigen, op observaties, stukken van de Belastingdienst, getapte telefoongesprekken, geldstromen van verdachte en leugenachtige verklaringen van verdachte. De officier van justitie heeft zich ook op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte door gebruik te maken van de uit mensenhandel verdiende geldbedragen zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Hij acht ten aanzien van alle feiten medeplegen niet te bewijzen, reden waarom hij voor dat gedeelte van de tenlastelegging vrijspraak heeft gevorderd.
4.3 Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft naar voren gebracht dat van medeplegen geen sprake is en dat verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken. De raadsman heeft in zijn pleidooi verder aangegeven dat de verklaringen van de getuigen niet steeds betrouwbaar zijn en dat de verklaringen zoals door de officier van justitie in zijn requisitoir genoemd in de juiste context geplaatst moeten worden. Dat laatste geldt evenzeer voor de afgetapte telefoongesprekken. Het dossier geeft een brij aan verklaringen, maar daar kan niet uit worden afgeleid dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel en witwassen, aldus de raadsman. Hij concludeert tot vrijspraak van het ten laste gelegde en niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij.
4.4. Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank zijn er onvoldoende aanwijzingen dat verdachte zich bezig hield met de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] en dat hij iets te maken heeft gehad met de rol die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] daarin speelden.
De rechtbank acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd, zodat hij van dat onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel voor zover dit [slachtoffer 1] betreft en dat hij de uit die mensenhandel voortkomende geldbedragen heeft witgewassen. De rechtbank baseert zich op de volgende bewijsmiddelen.
De verklaring van [slachtoffer 1], zoals afgelegd ter terechtzitting van 28 september 2010 . Zij verklaart dat zij in de periode van 2003 tot en met 2007 werkzaam is geweest in de prostitutie en dat zij dat deed om wat bij te verdienen, dat zij een tijdje heeft gewoond bij verdachte en diens echtgenote, dat zij wel eens door verdachte voor haar werkzaamheden naar [plaats 1] is gebracht en dat zij twee tatoeages heeft met de naam [verdachte]. Het klopt dat zij haar kind heeft verloren.
De verklaring van [slachtoffer 1], zoals afgelegd bij de politie op 16 december 2009 , waarin zij zegt: “Jullie kunnen mij niet beschermen. Ik kan geen namen noemen. Jullie pakken mensen op en die staan over 6 maanden weer buiten. Het is mijn keuze. Ik moet hiermee leven.”
De verklaring van [slachtoffer 2], zoals afgelegd bij de politie op 24 december 2009 , waarin zij verklaart dat zij heeft gezien dat [slachtoffer 1] voor [verdachte] als prostituee werkte op de wallen in [plaats 1] en dat [slachtoffer 1] een tatoo met de naam [verdachte] op haar arm had.
De verklaring van [slachtoffer 2] zoals afgelegd bij de politie op 18 maart 2010 , waarin zij verklaart dat [slachtoffer 1] en [verdachte] altijd samen waren, ook op de wallen, dat [slachtoffer 1] blauwe plekken had, dat ze verteld had dat [verdachte] haar had geslagen en dat [slachtoffer 1] in 2008 in [land] een abortus moest laten plegen omdat ze al behoorlijk ver heen was. Ook verklaart ze dat [slachtoffer 1] in 2005 een gebroken arm had, waarmee ze in eerste instantie niet naar het ziekenhuis ging. [slachtoffer 2] vond [slachtoffer 1] erg slaafs. [verdachte] stelde haar als volgt aan zijn vrouw [persoon 1] voor: “Dit is [slachtoffer 1], [slachtoffer 1] is mijn hoer.”
[verdachte] had altijd dikke pakken geld bij zich. Hij kocht ook auto`s. [slachtoffer 2] heeft [slachtoffer 1] nog nooit met geld gezien. Ze kocht haar kleding op de markt.
De verklaring van [getuige], afgelegd bij de politie op 25 september 2009 , waarin zij verklaart dat [slachtoffer 1] (door de getuige [.] genoemd) bij haar broer [verdachte] en zijn vrouw inwoont, dat [slachtoffer 1] voor haar broer als prostituee in [plaats 1] werkt, dat zij gezien heeft dat [slachtoffer 1] met een tv-kabel door [verdachte] is geslagen en dat [slachtoffer 1] en zijn vrouw door [verdachte] worden geslagen als zij niet doen wat [verdachte] zegt.
De verklaring van [getuige], afgelegd bij de politie op 28 oktober 2009 , waarin zij verklaart dat zij heeft gehoord dat [slachtoffer 1] klappen kreeg van [verdachte] en dat hij haar in elkaar sloeg op zijn kamer, dat [slachtoffer 1] stapelgek op [verdachte] is, dat [slachtoffer 1] haar geld aan [verdachte] moest afdragen en dat het geld naar de bank in [land] gaat.
De verklaring van [getuige 2], afgelegd bij de politie op 18 februari 2010 , waarin zij verklaart dat [slachtoffer 1] een relatie kreeg met [verdachte], dat [slachtoffer 1] toen ze net 18 jaar was geworden achter de ramen zat en dat [slachtoffer 1] van [verdachte] met niemand mocht praten. Verder verklaart zij dat ze weet dat [slachtoffer 1] het geld aan [verdachte] gaf en dat zij zijn bezit was. Ook geeft getuige Van Uffelen aan dat zij en de andere vriendinnen van de [de familie van verdachte] niet vrijwillig in de prostitutie werkzaam waren, maar moesten. Zij moesten ook allemaal hun geld afstaan. [verdachte] en [medeverdachte 1] hadden overal schijt aan en bepaalden alles over het geld. Hun vriendinnen hadden niet meer leven dan werken en thuis op de bank zitten. [slachtoffer 1] had echt helemaal niks voor zichzelf. Alles ging naar de [de familie van verdachte].
De verklaring van [getuige 3], afgelegd bij de politie op 8 januari 2010 , waarin hij verklaart dat [verdachte] [slachtoffer 1] al 5 of 6 jaar voor zich heeft werken in [plaats 1] op de wallen en dat hij [slachtoffer 1] wel eens aan het werken heeft gezien. Hij weet zeker dat de vrouwen die achter de ramen staan dat niet vrijwillig doen en dat ze er vaak flink van langs krijgen.
Het door de politie getapte telefoongesprek van 10 januari 2010 tussen [slachtoffer 1] en haar moeder [moeder slachtoffer 1] , waarin [slachtoffer 1], nadat haar moeder haar heeft gezegd dat zij, [slachtoffer 1], als zij eruit wil stappen naar de politie moet gaan, tegen haar moeder zegt:
“Ja mam, politie zeggen? Wat een giller, kijk je wel eens tv? Dan moet je eens opletten, want zij doen er geen ene reet aan. Als ik daar zo zeker van was geweest dan had ik die naam allang wel gegeven. Ik heb genoeg meisjes gezien die aangifte hebben gedaan. Ik heb genoeg jongens opgepakt zien worden die na zes maanden weer op de stoep stonden. Ik heb genoeg jongens gehoord, die ze opgepakt hebben, die ze gewoon laten ontsnappen. […..] Ik zit er met mijn neus midden in en als ik dat soort dingen zie gebeuren, denk je nou echt dat ik zoiets zou doen? Nou, lekker niet. Dan maar nog even doorvechten. [……] Mam de politie kan er helemaal niets aan doen, dat is de hele grap van alles.”
De verklaring van [moeder van slachtoffer 1], moeder van [slachtoffer 1], zoals afgelegd bij de politie op 11 augustus 2009 , waarin zij verklaart, dat zij weet dat [slachtoffer 1] door [verdachte] mishandeld wordt en dat zij vaak gezien heeft dat [slachtoffer 1] blauwe plekken had. [slachtoffer 1] heeft haar moeder verteld dat zij door [verdachte] geslagen was, maar dat dat haar eigen schuld was. Het viel op dat [slachtoffer 1] haar telefoon altijd stevig vasthield als zij bij haar kwam. [slachtoffer 1] werd door [verdachte] gecontroleerd. [slachtoffer 1] wil niets met de politie te maken hebben. Als ze weg is bij de [de familie van verdachte] wil ze nog niets zeggen uit angst.
[slachtoffer 1] was thuis een problematisch kind. Ze was niet te handhaven.
Op 19 januari 2010 vertelt [moeder van slachtoffer 1] dat [slachtoffer 1] zwanger was, in een behoorlijk ver stadium, dat ze heel emotioneel was en dat [verdachte] het niet mocht weten, omdat hij haar anders op zou sluiten.
Een hoorverslag van de Belastingdienst d.d. 23 april 2009 , waar als belanghebbende aanwezig was [slachtoffer 1]. Door de Belastingdienst is vastgesteld dat belanghebbende, [slachtoffer 1], werkzaam was in de prostitutie in de periode 1 april 2004 tot en met 30 september 2007. [slachtoffer 1] heeft haar inkomsten uit prostitutiewerkzaamheden aan een loverboy c.q pooier moeten afdragen. Uit angst voor hem en ter voorkoming van wraakacties door hem wil zij zijn naam niet noemen. [slachtoffer 1] heeft tijdens de hoorzitting gezegd met haar werkzaamheden geen geld te hebben verdiend, omdat zij alle ontvangsten onmiddellijk aan haar loverboy moest afdragen.
De verklaring van [getuige 5] , zus van [slachtoffer 1], die het volgende verklaart.
[slachtoffer 1] is vroeger uit huis geplaatst. Er waren problemen op school en thuis. [slachtoffer 1] heeft een tijd op een speciale school gezeten. [slachtoffer 1] vertelde haar dat ze niet bij [verdachte] weg kon. Hij zou toch achter har aankomen. Ze gaf aan niet gelukkig te zijn maar geen uitweg te zien. [verdachte] heeft [getuige 5] een keer gezegd dat hij [slachtoffer 1] alles kon laten doen wat hij wilde. Hij liet merken dat [slachtoffer 1] van hem was. [slachtoffer 1] had ook nooit veel geld te besteden.
Een proces-verbaal van bevindingen geldstromen [verdachte] , waarin wordt gerelateerd dat verdachte in de ten laste gelegde perioden bij de Belastingdienst grotendeels onbekend is, dat hij geen uitkering van de sociale dienst of van het UWV heeft ontvangen en dat hij geen inkomsten uit arbeid heeft. Verder is gebleken dat verdachte op 9 november 2009 € 45.000,- heeft betaald voor de aanschaf van een appartement in [plaats], [land]. Verder is gebleken dat verdachte in de ten laste gelegde perioden diverse auto`s op zijn naam had staan die een aanzienlijke waarde vertegenwoordigden.
Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen maakt de rechtbank op dat [slachtoffer 1] gedurende de ten laste gelegde perioden werkzaam was in de prostitutie. Daarbij heeft verdachte een grote rol gespeeld. [slachtoffer 1] was toen zij verdachte leerde kennen nog minderjarig, had een moeizame jeugd gehad en was derhalve kwetsbaar. Zij keek tegen verdachte op en was slaafs. Verdachte is met [slachtoffer 1] een (liefdes)relatie aangegaan - en heeft die relatie onderhouden – en heeft haar overgehaald om in de prostitutie te gaan werken. Hij heeft [slachtoffer 1], gelet op de door anderen geconstateerde blauwe plekken, meermalen geslagen, ook met een televisiekabel, zoals door verdachte`s zus wordt verklaard. [slachtoffer 1] heeft twee tatoeages die de naam van verdachte verbeeldt op haar arm laten plaatsen, wat naar het oordeel van de rechtbank duidt op een meer dan vriendschappelijke relatie zoals [slachtoffer 1] wil doen voorkomen. Zij woonde zelfs een tijd bij verdachte en zijn echtgenote in huis. Het is voorgekomen dat verdachte [slachtoffer 1] naar haar werk in [plaats 1] bracht en/of haar daar ophaalde. Uit het afgetapte telefoongesprek dat [slachtoffer 1] voerde met haar moeder, getuige [moeder van slachtoffer 1], en de procedure bij de Belastingdienst maakt de rechtbank op dat er van vrijwilligheid van haar kant geen sprake was en dat zij uit veiligheidsoverwegingen er geen been in zag om uit de prostitutie te stappen. Daaruit volgt dat zij onder enige vorm van dwang haar prostitutiewerkzaamheden uitvoerde. Nu uit het onderzoek op geen enkele manier gebleken is van bemoeienis door een ander of anderen dan verdachte, staat naar het oordeel van de rechtbank vast, dat die dwang van de zijde van verdachte is gekomen. De verklaring van [slachtoffer 1] als zou zij zijn gedwongen door Albanezen of Oostblokkers acht de rechtbank niet geloofwaardig. Gelet op de hiervoor genoemde financiële gegevens, is gebleken dat verdachte in de ten laste gelegde perioden zelfstandig geen inkomsten heeft genoten. Toch heeft hij kans gezien een appartement van
€ 45.000,- aan te schaffen en heeft hij in auto`s rondgereden, welke auto`s in hun totaliteit een waarde van enkele tienduizenden euro`s vertegenwoordigden. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat die goederen niet anders kunnen zijn aangeschaft dan met het door [slachtoffer 1] uit prostitutie verdiende geld. [slachtoffer 1] zelf had nooit geld tot haar beschikking.Gesteld kan worden dat verdachte aanzienlijke geldbedragen van [slachtoffer 1] heeft ontvangen. Er kan dan ook gezegd worden dat, nu die bedragen uit gedwongen prostitutie zijn verkregen, sprake is van uitbuiting van [slachtoffer 1] door verdachte.
Een en ander zoals hierboven is omschreven impliceert dat verdachte het door [slachtoffer 1] verdiende geld, afkomstig uit mensenhandel, heeft witgewassen
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2003 tot 1 januari 2005 in de gemeente [plaats 1] en/of elders in Nederland telkens een ander genaamd [slachtoffer 1]
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misleiding heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met een derde tegen betaling,
onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden beschikbaar stelde,
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit die seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden van die ander, genaamd [slachtoffer 1], met een derde tegen betaling,
die [slachtoffer 1] heeft bewogen hem, verdachte uit de opbrengst van haar seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met een derde te bevoordelen,
bestaande dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding en/of dat opzettelijk voordeel trekken en/of die (ondernomen) handelingen hieruit dat, verdachte
ten aanzien van die [slachtoffer 1] gedurende de periode van 1 januari 2003 tot 1 januari 2005
- een (liefdes)relatie is aangegaan en heeft onderhouden met die [slachtoffer 1], en
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft aangezet/overgehaald om in de prostitutie te (gaan) werken, en
- die [slachtoffer 1] meermalen in/tegen haar gezicht heeft geslagen en gestompt en elders op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en
- die [slachtoffer 1] in elk geval één tatoeage heeft laten zetten (in elk geval is in lettervorm de naam [verdachte] op haar schouder getatoeëerd) en
- die [slachtoffer 1] in een door verdachte gecontroleerde situatie heeft gehouden, in elk geval één of meer handelingen heeft verricht strekkende tot het houden van die [slachtoffer 1] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie en
- die [slachtoffer 1] naar haar prostitutiewerkplek heeft gebracht en/of van haar prostitutiewerkplek heeft opgehaald, en
- die [slachtoffer 1] een zeer groot deel van haar (prostitutie)verdiensten heeft laten afgeven aan hem, verdachte.
2.
hij in de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2008 in de gemeente [plaats 1] en/of elders in Nederland telkens een ander genaamd [slachtoffer 1]
(lid 1 sub 1)
door dwang en/of geweld en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
(lid 1 sub 1)
heeft gehuisvest en/of opgenomen, telkens met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1]
(lid 1 sub 4 jo sub 1)
die [slachtoffer 1] telkens met één of meer van de onder de in lid 1 sub 1 omschreven middelen dan wel onder één of meer van de in dat sub 1 omschreven omstandigheden heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden en/of enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte wist dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden,
(lid 1 sub 6)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1]
(lid 1 sub 9 jo sub 1)
die [slachtoffer 1] met één of meer van de onder de in lid 1 sub 1 omschreven middelen dan wel onder één of meer van de in dat sub 1 omschreven omstandigheden heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met een derde,
waarbij ten aanzien van die [slachtoffer 1] in de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2008
(lid 1 sub 1)
die dwang en/of dat geweld en/of die misleiding en/of dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of dat misbruik van een kwetsbare positie hieruit heeft/hebben bestaan dat verdachte
- een (liefdes)relatie heeft onderhouden met die [slachtoffer 1] en
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft aangezet/overgehaald om in de prostitutie te werken en
- die [slachtoffer 1] in/tegen haar gezicht heeft geslagen en/of elders (onder andere met een televisiekabel) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en
- die [slachtoffer 1] in een door verdachte gecontroleerde situatie heeft gehouden, in elk geval één of meer handelingen heeft verricht strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie,
(lid 1 sub 1)
waarbij dat huisvesten en/of dat opnemen (telkens met het oogmerk van uitbuiting),
(lid 1 sub 4 jo sub 1)
waarbij dat dwingen en/of bewegen van die [slachtoffer 1] zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden en dat ondernemen van enige handeling waarvan hij wist dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden,
(lid 1 sub 9 jo sub 1)
dat dwingen en/of het bewegen van die [slachtoffer 1] om hem te bevoordelen uit de opbrengst van die seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden met een derde, telkens met één of meer van de onder de in lid 1 sub 1 omschreven middelen dan wel onder één of meer van de in dat sub 1 omschreven omstandigheden,
(lid 1 sub 6)
die opzettelijke voordeeltrekking uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] hieruit heeft bestaan dat verdachte
- die [slachtoffer 1] naar haar prostitutiewerkplek heeft gebracht en/of van haar prostitutiewerkplek heeft opgehaald, en
- die [slachtoffer 1] een zeer groot deel van haar (prostitutie)verdiensten heeft laten afgeven aan hem, verdachte.
3.
hij in de periode van 1 januari 2003 tot 1 januari 2008, in Nederland van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, telkens een voorwerp, te weten één of meerdere geldbedrag(en) (zijnde opbrengsten uit seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1]), verworven, voorhanden gehad, overgedragen en omgezet, terwijl hij wist dat bovenomschreven geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit een misdrijf.
Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Een ander door geweld dwingen en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en onder voornoemde omstandigheden enige handeling ondernemen waarvan hij weet dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die handelingen beschikbaar stelt
Opzettelijk voordeel trekken uit seksuele handelingen van een ander met een derde tegen betaling
Een ander door geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding bewegen haar uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met een derde te bevoordelen,
telkens strafbaar gesteld bij artikel 250a van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat artikel luidde tot 1 januari 2005.
Mensenhandel, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat artikel luidde tot 31 augustus 2006, en artikel 273f, zoals dat ertikel luidt vanaf 1 september 2006.
Van het plegen van witwassen een gewoonte maken, strafbaar gesteld bij artikel 420ter, juncto artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Er zijn geen feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten. Dit levert de genoemde strafbare feiten op.
Er zijn ook geen feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is derhalve strafbaar.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, gelet ook op het strafrechtelijk verleden van de verdachte, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
Ten aanzien van de strafmaat heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat verdachte blijkens een uittreksel justitiële documentatie d.d. 24 augustus 2010 meermalen is veroordeeld, onder meer voor geweldsmisdrijven.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen – en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden. Verdachte is een relatie aangegaan met een kwetsbare jonge vrouw, die hem aanbad en tegelijkertijd bang was voor hem. Het slachtoffer werkte voor hem in de prostitutie en droeg het leeuwendeel van de daarin door haar gegenereerde inkomsten aan hem af. Zij had meestentijds geen eigen woonruimte en woonde langere tijd bij verdachte en zijn vrouw en twee kinderen in. Verdachte mishandelde haar regelmatig en er is een abortus gepleegd.
Verdachte heeft met het bovenstaande het slachtoffer, gedurende een periode van vijf jaar, geëxploiteerd voor eigen gewin. Terwijl hij zelf amper over legaal inkomen beschikte kocht hij van het door het slachtoffer verdiende geld auto’s en een huis van EUR 45.000,- in [land]. Hij heeft er hiermee blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn slachtoffer, alsmede van haar persoonlijke vrijheid. De rechtbank rekent dit verdachte in ernstige mate aan.
De rechtbank heeft rekening gehouden met de richtlijn voor strafvordering mensenhandel in de zin van seksuele uitbuiting van het college van procureurs-generaal, die in werking getreden is op 1 september 2010. Voor een pleegperiode van langer dan 12 maanden wordt een strafeis van 36-48 maanden genoemd. De rechtbank weegt zwaar mee dat het i.c. gaat om een lange pleegperiode van vijf jaar. Als strafverzwarende omstandigheden weegt zij mee dat sprake is geweest van een gedwongen abortus en van geweld en dat, gelet op de justitiële documentatie van verdachte, sprake is van algemene recidive.
De rechtbank is van oordeel dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde voorwerpen aan verdachte kunnen worden teruggegeven, met uitzondering van de gouden ring, omdat daar conservatoir beslag op rust.
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 105.000,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
Nu verdachte van het medeplegen van het onder 1 en 2 ten laste gelegde ten aanzien van jegens haar gepleegde feiten zal worden vrijgesproken, dient de benadeelde partij [slachtoffer 2] wegens het ontvallen van de grondslag van haar vordering niet-ontvankelijk verklaard te worden in haar vordering.
De rechtbank zal derhalve bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
9. TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Verklaart de dagvaarding nietig voor zover de tenlastelegging telkens de zinsnede “en/of één of meer andere vrouwen” bevat.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en verklaart verdachte derhalve strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar.
Bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, met uitzondering van een gouden ring.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mrs. G.H. Meijer en M.A.A. ter Meer-Siebers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.H. Ruitenbeek, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 december 2010.