ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9271
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding met internationale elementen
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van het civiele recht, betreft het een geschil tussen twee partijen, [A] en [B], die in Californië met elkaar zijn gehuwd en later in Nederland zijn gescheiden. De eiseres, [A], vordert een verklaring voor recht dat het Nederlands huwelijksvermogensrecht van toepassing is en vraagt om een aanvullende vergoeding van EUR 26.211,= wegens onderbedeling. De gedaagde, [B], heeft een woning verkocht en heeft [A] een voorschot van EUR 20.000,= betaald in afwachting van een definitieve verrekening. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen bij hun huwelijk in Californië de bedoeling hadden om voorhuwelijks vermogen buiten de gemeenschap te houden, wat ook blijkt uit hun eerdere huwelijkse voorwaarden in Zuid-Afrika.
De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is voor een nieuwe of aanvullende verdeling naar Nederlands huwelijksgoederenrecht, omdat dit in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid. De rechtbank verwijst naar de omstandigheden van het geval, waaronder het feit dat [A] en [B] beiden eerder gehuwd zijn geweest en dat zij zich in Nederland naar het Californische recht hebben gedragen. De rechtbank concludeert dat de verdeling die in Californië heeft plaatsgevonden, rechtens onaantastbaar is, omdat er geen rechtsvordering tot vernietiging van de verdeling is ingediend binnen de daarvoor gestelde termijn.
De rechtbank wijst de vorderingen van beide partijen af en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. L.M. Rijksen op 20 oktober 2010.