ECLI:NL:RBZLY:2010:BN9601

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
28 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07.660042-10
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 28 september 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing. De feiten vonden plaats in de periode van 18 tot en met 19 november 2009, waarbij het slachtoffer onder bedreiging van geweld werd gedwongen om zijn portemonnee, mobiele telefoon en autoradio af te geven. De verdachte was aanwezig bij de voorbereiding en uitvoering van de misdrijven, waarbij zij samen met mededaders het slachtoffer in de kofferbak van zijn auto heeft opgesloten. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en haar mededaders, wat essentieel is voor het bewijs van medeplegen. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de medeverdachten als overtuigend beschouwd en heeft de verdediging van de verdachte verworpen, die stelde dat er geen sprake was van opzet op de wederrechtelijke vrijheidsberoving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in licht verminderde mate toerekeningsvatbaar was, maar dat dit niet afdeed aan de ernst van de feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd die zij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de impact van de misdrijven op het slachtoffer en de ernst van de feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummer: 07.660042-10 (P)
Uitspraak: 28 september 2010
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
het openbaar ministerie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in de [PI plaats].
1. HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 11 mei 2010, 5 augustus 2010 en 14 september 2010.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. E.M. van der Burg, en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. C.W. Flokstra, advocaat te Almere, en de verdachte naar voren is gebracht.
2. DE TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd, zoals ter zitting van 14 september 2010 nader is omschreven, dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 18 november 2009 tot en met 19 november 2009 in de gemeente [plaats] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers is/zijn en/of heeft/hebben hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet onder bedreiging van (een) vuurwapen(s), in ieder geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en)
- die [slachtoffer] gedwongen op de achterbank van zijn auto te gaan zitten en/of (vervolgens) met die [slachtoffer] in de auto gereden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] gedwongen in de kofferbak van zijn auto te gaan
liggen en/of de handen van die [slachtoffer] vastgebonden met tape en/of een kabel en/of (vervolgens) een handschoen in de mond van die [slachtoffer] gestopt en/of
- (vervolgens) met die [slachtoffer] gaan rondrijden
- die [slachtoffer] achtergelaten in de (af)gesloten kofferbak van zijn auto
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of mededader(s) in of omstreeks de periode van 18 november 2009 tot en met 19 november 2009 in de gemeente [plaats] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroof en/of beroofd gehouden,
immers is/zijn en/of heeft/hebben hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet onder bedreiging van (een) vuurwapen(s), in ieder geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en)
- die [slachtoffer] gedwongen op de achterbank van zijn auto te gaan zitten en/of (vervolgens met die [slachtoffer] in de auto gereden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] gedwongen in de kofferbak van zijn auto te gaan liggen en/of de handen van die [slachtoffer] vastgebonden met tape en/of een kabel en/of (vervolgens) een handschoen in de mond van die [slachtoffer] gestopt en/of
- (vervolgens) met die [slachtoffer] rondgereden en/of
- die [slachtoffer] achtergelaten in de (af)gesloten kofferbak van zijn auto’
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 18 november 2009 tot en met 19 november 2009 in de gemeente [plaats] en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- een (of meer) vuurwapen(s), althans op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) aan te schaffen en/of ter beschikking te stellen en/of
- samen met die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) van [plaats] naar [plaats] te rijden en/of
- in [plaats] naar een homo-ontmoetingsplaats in ieder geval een parkeerplaats aan de [adres] te rijden en/of
- op de rem te trappen toen een auto (met daarin [slachtoffer]) die (parkeer)plaats op kwam rijden en/of
- achter de auto aan te rijden waarin die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) die [slachtoffer] had(den) gedwongen achterin plaats te nemen en/of
- achter de auto aan te rijden waarin die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) reed/reden met die [slachtoffer] in de kofferbak en/of
- meerdere malen, in ieder geval éénmaal telefonisch contact met die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) te hebben en/of
- te wachten op die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) die poogden te pinnen met de pinpas van die [slachtoffer] en/of
- de auto gereed te houden en/of
- (nadat die [slachtoffer] op de [adres] in de kofferbak van zijn auto was achtergelaten) samen met die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) in de auto terug naar [plaats] te rijden;
2.
zij in of omstreeks de periode van 18 november 2009 tot en met 19 november 2009 in de gemeente [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (met daarin onder andere een bankpas behorende bij [rekeningnummer]) en/of een mobiele telefoon (merk Nokia, type 3120 classic) en/of een autoradio (merk Sony), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (met daarin onder andere een bankpas behorende bij [rekeningnummer]) en/of een mobiele telefoon (merk Nokia, type 3120 classic) en/of een autoradio (merk Sony), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat zij, verdachte en/of haar mededader(s), terwijl hij/zij zijn/hun gezicht bedekt had(den) met (een) bivakmuts(en) en/of (een) vuurwapen(s), in ieder geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op die [slachtoffer] gericht had(den)
- die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen op zijn knieën op de grond te gaan zitten en/of (daarbij) dreigend meerdere malen, in ieder geval éénmaal de woorden heeft/hebben toegevoegd "geld, geld, geld" en/of "we maken je dood, we rijden je zo het water in"
en/of dat ze hem, [slachtoffer], dood zouden maken en dat ze hem, [slachtoffer]
neer zouden schieten en/of (daarbij) met dat/die vuurwapen(s), in ieder
geval dat/die op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) in de zij van
die [slachtoffer] heeft/hebben geduwd/geprikt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen op de achterbank van zijn
auto te gaan zitten en/of (vervolgens) meerdere malen, in ieder geval
eenmaal dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd "geld, geld, geld" en/of
"je liegt je hebt geld" en/of (vervolgens) met die auto is/zijn gaan rijden
en/of
- (na enige tijd rondrijden) is/zijn gestopt en/of die [slachtoffer] in de
kofferbak van zijn auto heeft/hebben opgesloten en/of weer met die auto
is/zijn gaan rijden en/of
- meerdere malen, in ieder geval éénmaal met die auto is/zijn gestopt en/of
(daarbij) dreigend [slachtoffer] hebben gevraagd om zijn pincode en/of geld
en/of
- de handen van die [slachtoffer] heeft/hebben vastgebonden met tape en/of een
kabel en/of (vervolgens) een handschoen in de mond van die [slachtoffer]
heeft/hebben gestopt
- die [slachtoffer] achtergelaten in de (af)gesloten kofferbak van zijn auto;
althans indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[.]. [medeverdachte 1] in of omstreeks de periode van 18 november 2009 tot en met 19 november 2009 in de gemeente [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechterlijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (met daarin onder andere een bankpas behorende bij [rekeningnummer]) en/of een mobiele telefoon (merk Nokia, type 3120 classic) en/of een autoradio (merk Sony), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (met daarin onder andere een bankpas behorende bij [rekeningnummer]) en/of een mobiele telefoon (merk Nokia, type 3120 classic) en/of een autoradio (merk Sony), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), terwijl hij/zij zijn/hun gezicht bedekt had(den) met (een) bivakmuts(en) en/of (een) vuurwapen(s), in ieder geval (een) op vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op die [slachtoffer] gericht had(den)
- die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen op zijn knieën op de grond te gaan zitten en/of (daarbij) dreigend meerdere malen, in ieder geval éénmaal de woorden heeft/hebben toegevoegd “geld, geld, geld” en/of “we maken je dood, we rijden je zo het water in” en/of dat ze hem, [slachtoffer], dood zouden maken en dat ze hem, [slachtoffer] neer zouden schieten en/of (daarbij) met dat/die vuurwapen(s), in ieder geval dat/die op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) in de zij van die [slachtoffer] heeft/hebben geduwd/geprikt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen op de achterbank van zijn auto te gaan zitten en/of (vervolgens) meerdere malen, in ieder geval eenmaal dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd “geld, geld, geld” en/of “je liegt je hebt geld” en/of (vervolgens) met die auto is/zijn gaan rijden en/of
- (na enige tijd rondrijden) is/zijn gestopt en/of die [slachtoffer] in de kofferbak van zijn auto heeft/hebben opgesloten en/of weer met die auto is/zijn gaan rijden en/of
- meerdere malen, in ieder geval éénmaal met die auto is/zijn gestopt en/of (daarbij) dreigend [slachtoffer] hebben gevraagd om zijn pincode en/of geld en/of
- de handen van die [slachtoffer] heeft/hebben vastgebonden met tape en/of een kabel en/of (vervolgens) een handschoen in de mond van die [slachtoffer] heeft/hebben gestopt en/of
- die [slachtoffer] achtergelaten in de (af)gesloten kofferbak van zijn auto;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 18 november 2009 tot en met 19 november 2009 in de gemeente [plaats] en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- een (of meer) vuurwapen(s), althans op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) aan te schaffen en/of ter beschikking te stellen en/of
- samen met die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) van [plaats] naar [plaats] te rijden en/of
- in [plaats] naar een homo-ontmoetingsplaats in ieder geval een parkeerplaats aan de [adres] te rijden en/of
- op de rem te trappen toen een auto (met daarin [slachtoffer]) die (parkeer)plaats op kwam rijden en/of
- achter de auto aan te rijden waarin die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) die [slachtoffer] had(den) gedwongen achterin plaats te nemen en/of
- achter de auto aan te rijden waarin die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) reed/reden met die [slachtoffer] in de kofferbak en/of
- meerdere malen, in ieder geval éénmaal telefonisch contact met die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) te hebben en/of
- te wachten op die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) die poogden te pinnen met de pinpas van die [slachtoffer] en/of
- de auto gereed te houden en/of
- (nadat die [slachtoffer] op de [adres] in de kofferbak van zijn auto was achtergelaten) samen met die [medeverdachte 1] en/of mededader(s) in de auto terug naar [plaats] te rijden;
3. DE VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Vaststaande feiten
Op 19 november 2009 omstreeks 06.40 uur krijgt de politie de melding om naar de [adres] in [plaats] te gaan alwaar een mannelijk slachtoffer van een gijzeling dan wel ontvoering zich zou bevinden. Ter plaatse worden verbalisanten aangesproken door [..] [slachtoffer]. Uit zijn verklaring aldaar en de latere door hem afgelegde verklaringen blijkt het volgende.
Op woensdagavond 18 november 2009 rijdt [slachtoffer], toen 54 jaar oud, gehuwd en vader van twee kinderen, na een bezoek aan zijn schoonouders, naar de parkeerplaats op de [adres] te [plaats]. Nadat [slachtoffer] uit de auto is gestapt ziet hij een auto staan en besluit hij weer in zijn auto te stappen. Op dat moment komen er twee personen bij [slachtoffer] staan die beiden een wapen (of een voorwerp gelijkend op een vuurwapen) in hun hand hebben. Nadat [slachtoffer] op zijn knieën is gedwongen moet hij zijn portemonnee en mobiele telefoon afgeven. Vervolgens wordt [slachtoffer] gedwongen op de achterbank van de auto plaats te nemen, waarna de daders wegrijden met [slachtoffer] in de auto.
Hierna volgt een langdurige autorit waarbij een aantal keer is gestopt. Uiteindelijk dient [slachtoffer] van de daders uit de auto te stappen, waarna hij gedwongen wordt in de kofferbak van zijn auto te gaan liggen. Vervolgens worden de handen van [slachtoffer] vastgebonden met tape en een kabel en wordt er een handschoen in zijn mond gestopt. Tijdens dit gebeuren wordt [slachtoffer] herhaaldelijk bedreigd en wordt hem steeds verzocht zijn geld en pincode af te geven.
Uiteindelijk laten de daders [slachtoffer] achter in de kofferbak van zijn auto. Enige tijd later lukt het [slachtoffer] om de tape van zijn handen af te krijgen. Hierna duurt het nog enkele uren voordat [slachtoffer] zich uit de kofferbak van zijn auto weet te bevrijden.
Op 19 november 2009 omstreeks 07.10 uur constateren verbalisanten dat de auto van [slachtoffer] met draaiende motor en de achterlichten aan in de greppel staat op de [adres] in [plaats].
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie acht de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Gelet op de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en haar mededaders.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte is aanwezig geweest bij de overval op de aangever. Verdachte behoorde tot een groep waarvan in ieder geval twee personen de daadwerkelijke overval hebben gepleegd.
De verdediging heeft echter vrijspraak bepleit ten aanzien van het onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde, aangezien er volgens haar geen sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de overige leden van de groep. Verdachte heeft geen uitvoeringshandelingen verricht die een substantiële bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van de delicten. De (enige) uitvoeringshandeling die verdachte wel heeft verricht, namelijk het trappen op de rem om het slachtoffer te lokken, heeft bovendien op geen enkele wijze bijgedragen aan de overval die heeft plaatsgevonden. Evenmin was er sprake van (voorwaardelijk) opzet op de samenwerking tussen de mededaders met betrekking tot de wederrechtelijke vrijheidsberoving.
De raadsman heeft ten aanzien van de onder 1 subsidiair en onder 2 subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid eveneens vrijspraak bepleit.
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat het slachtoffer [slachtoffer] in de periode van 18 november 2009 tot en met 19 november 2009 wederrechtelijk van zijn vrijheid is beroofd en dat hij tevens is beroofd van zijn portemonnee met inhoud, zijn mobiele telefoon en zijn autoradio.
Ter beantwoording van de vraag of aan verdachte het medeplegen van de wederrechtelijke vrijheidsberoving en diefstal en/of afpersing kan worden verweten acht de rechtbank het volgende van belang.
Medeplegen vereist een nauwe en bewuste samenwerking tussen de daders en er dient sprake te zijn van een gezamenlijke uitvoering. Deze gezamenlijke uitvoering vereist niet dat alle delictsbestanddelen door alle daders behoeven te worden vervuld. Van belang zijnde elementen om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking zijn (onder meer) de intensiteit van de samenwerking, de taakverdeling, de rol in de voorbereiding en/of uitvoering en/of afhandeling, het belang van die rol, het zich al dan niet distantiëren en de aanwezigheid op belangrijke momenten.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat verdachte en een tweetal mededaders geld nodig hadden. Ook [medeverdachte 3] heeft verklaard dat een mededader geld nodig had. Een mededader zou naar een homo-ontmoetingsplaats willen om homo’s te pakken. Verdachte heeft ter terechtzitting eveneens verklaard dat het plan was opgevat om iemand te gaan pakken. Vervolgens is de groep, na een tijdje rondgereden te hebben, naar de parkeerplaats aan de [adres] in [plaats] gereden. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat [medeverdachte 3] vervolgens uit de auto is gestapt en bivakmutsen en een wapen uit de kofferbak heeft gepakt. Daarna hebben [medeverdachte 3] en de mededader zich verkleed en zetten zij bivakmutsen op, hetgeen wordt bevestigd door [medeverdachte 3] en verdachte .Voordat [medeverdachte 3] en de mededader zich in de bosjes gingen verstoppen zei de mededader tegen verdachte dat zij op de rem moest trappen als er een homo aankwam. Verdachte heeft tevens verklaard dat de mededader toen heeft gezegd dat hij een auto af zou pakken, omdat hij een auto nodig had, alsook dat zij de man zouden vastbinden met tie-rips en dat hij de man dood zou maken.
Verdachte is vervolgens alert gaan kijken of er iemand aan kwam rijden. Toen er iemand, zijnde het latere slachtoffer [slachtoffer], aan kwam rijden heeft verdachte daadwerkelijk op de rem getrapt.
Hierna volgde de afpersing en de wederrechtelijke vrijheidsberoving zoals die door aangever is omschreven . De rechtbank heeft de door aangever beschreven gang van zaken als uitgangspunt van haar bewezenverklaring genomen, aangezien de verklaring van aangever in nagenoeg alle onderdelen wordt ondersteund door de verklaringen van de verdachte en haar medeverdachten.
Van belang hierbij is dat [medeverdachte 3] heeft bekend dat hij een van de twee daders is die door het slachtoffer is omschreven. Verdachte heeft verklaard dat zij het slachtoffer in paniek hoorde gillen en dat zij een mededader hoorde zeggen: “hij gaat dood”.
Gezien de verklaring van het slachtoffer en de telefoongegevens van verdachte vindt de rechtbank het aannemelijk dat verdachte en [medeverdachte 2] vervolgens de auto van het slachtoffer waarin de mededaders reden zijn gevolgd. Nadat een van de mededaders de auto van het slachtoffer in de sloot had gereden kwamen de mededaders en verdachte weer bij elkaar. Ook verdachte heeft hierover verklaard, zij wist dat het slachtoffer steeds in de kofferbak lag, ook toen zijn auto in de sloot werd gereden.
De autoradio van het slachtoffer is achteraf, na voornoemde gebeurtenissen, in de [auto] (op naam staand van [medeverdachte 2]) aangetroffen. Uit de verklaringen van [medeverdachte 2] , [getuige] en [medeverdachte 3] leidt de rechtbank af dat verdachte de autoradio van het slachtoffer heeft weggegeven.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en haar mededaders ten aanzien van zowel de wederrechtelijke vrijheidsberoving als de afpersing van het slachtoffer. Immers, verdachte was erbij toen het plan voor de beroving van het (willekeurige) slachtoffer werd gemaakt. Verdachte en haar mededaders zijn vervolgens gezamenlijk naar de homo-ontmoetingsplaats gereden. Verdachte wist dat de mededaders iemand wilden pakken. Verdachte heeft vervolgens gezien dat haar mededaders bivakmutsen droegen en een wapen pakten. Verdachte wist dat de mededader de man wilde vastbinden met tie-rips en dat hij hem wilde doodmaken. Daarnaast heeft verdachte met een mededader de afspraak gemaakt om op de rem te trappen als er iemand aankwam, hetgeen zij ook daadwerkelijk heeft gedaan. Verdachte heeft het slachtoffer in paniek horen gillen en wist dat hij in de kofferbak lag. Daarnaast bestond er een (stilzwijgende) afspraak om achter de auto van het slachtoffer aan te rijden en om bij de auto te wachten totdat haar mededaders gepoogd hadden geld te pinnen met de pinpas van het slachtoffer, hetgeen verdachte ook daadwerkelijk heeft gedaan. Toen uiteindelijk de auto in de sloot werd gereden wist verdachte dat het slachtoffer nog steeds in de kofferbak zat. Ten slotte heeft verdachte gewacht op de mededaders totdat de wederrechtelijke vrijheidsberoving geëindigd was om zo gezamenlijk te vertrekken. Verdachte is de gehele avond/nacht aanwezig geweest bij de delicten, zij heeft zich daarvan niet gedistantieerd.
De rechtbank is van oordeel dat het standpunt van de verdediging dat verdachte geen (voorwaardelijk) opzet had op de wederrechtelijke vrijheidsberoving van het slachtoffer wordt weerlegd door de - voornoemde - bewijsmiddelen. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
5. DE BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
in de periode van 18 november 2009 tot en met 19 november 2009 in de gemeente [plaats] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers is/zijn en/of heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededaders met dat opzet onder bedreiging van (een) vuurwapen(s), in ieder geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en)
- die [slachtoffer] gedwongen op de achterbank van zijn auto te gaan zitten en (vervolgens) met die [slachtoffer] in de auto gereden en
- (vervolgens) die [slachtoffer] gedwongen in de kofferbak van zijn auto te gaan
liggen en de handen van die [slachtoffer] vastgebonden met tape en een kabel en (vervolgens) een handschoen in de mond van die [slachtoffer] gestopt en
- (vervolgens) met die [slachtoffer] gaan rondrijden
- die [slachtoffer] achtergelaten in de (af)gesloten kofferbak van zijn auto.
2.
in of omstreeks de periode van 18 november 2009 tot en met 19 november
2009 in de gemeente [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging
met anderen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de
afgifte van een portemonnee (met daarin onder andere een bankpas behorende bij
[rekeningnummer]) en een mobiele telefoon (merk Nokia, type 3120
classic) en een autoradio (merk Sony), toebehorende aan [slachtoffer],
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat zij,
verdachte en haar mededaders,
terwijl hij/zij zijn/hun gezicht bedekt had(den) met een bivakmuts(en) en
(een) vuurwapen(s), in ieder geval (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e)
voorwerp(en) op die [slachtoffer] gericht had(den)
- die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen op zijn knieën op de grond te gaan zitten en (daarbij) dreigend meerdere malen, in ieder geval éénmaal de woorden heeft/hebben toegevoegd "geld, geld, geld" en/of "we maken je dood, we rijden je zo het water in"
en dat ze hem, [slachtoffer], dood zouden maken en dat ze hem, [slachtoffer]
neer zouden schieten en (daarbij) met dat/die vuurwapen(s), in ieder
geval dat/die op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) in de zij van
die [slachtoffer] heeft/hebben geduwd/geprikt en
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen op de achterbank van zijn
auto te gaan zitten en (vervolgens) meerdere malen dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd "geld, geld, geld" en "je liegt je hebt geld" en (vervolgens) met die auto is/zijn gaan rijden en
- (na enige tijd rondrijden) is/zijn gestopt en die [slachtoffer] in de
kofferbak van zijn auto heeft/hebben opgesloten en weer met die auto
is/zijn gaan rijden en
- meerdere malen, in ieder geval éénmaal met die auto is/zijn gestopt en/of
(daarbij) dreigend [slachtoffer] hebben gevraagd om zijn pincode en geld
en/of
- de handen van die [slachtoffer] heeft/hebben vastgebonden met tape en een
kabel en (vervolgens) een handschoen in de mond van die [slachtoffer]
heeft/hebben gestopt
- die [slachtoffer] achtergelaten in de (af)gesloten kofferbak van zijn auto.
Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
6. DE KWALIFICATIE
Het bewezene levert op:
Feit 1 primair.
Medeplegen van het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, strafbaar gesteld bij artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht.
Feit 2 primair.
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, strafbaar gesteld bij artikel 317 juncto 312 van het Wetboek van Strafrecht.
7. STRAFBAARHEID
Bij de beoordeling van de strafbaarheid van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met een psychologisch rapport (Pro Justitia) d.d. 19 juli 2010, uitgebracht door drs. A.K. Wieringa, klinisch psycholoog en vast gerechtelijk deskundige.
Het psychologisch onderzoek van de deskundige drs. Wieringa houdt als conclusie onder meer in dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis NAO met ontwijkende en in lichtere mate schizotypische trekken.
Gezien verdachtes sterke neiging om confrontaties uit de weg te gaan en zich vervolgens te subassertief en meegaand op te stellen kan zij onder druk in situaties belanden, waarvan zij de consequenties voor zichzelf niet meer adequaat kan overzien. Onder de druk van dreiging kan verdachte makkelijk verward raken en grip op zichzelf en de gebeurtenissen verliezen, waardoor zij zich passief opstelt en zich voegt naar wat er van haar verwacht wordt. Zij kan op dergelijke momenten door oplopende angst en vervreemding hoofd- en bijzaken niet meer adequaat onderscheiden, wordt passief en verliest ook haar eigen belangen uit het oog en is dan niet in staat om tot een realistische keuze en actie te komen om deze ontstane situatie in haar voordeel te veranderen.
Ook ten tijde van het ten laste gelegde was hiervan sprake. Volgens de psycholoog kan verdachte als licht verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd voor de delicten waarvan zij verdacht wordt.
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundige ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid op de daarvoor in de voornoemde rapporten bijeengebrachte gronden over en maakt die tot de hare. De rechtbank concludeert op grond van het rapport dat de bewezen verklaarde feiten in licht verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend. De rechtbank acht verdachte in zoverre strafbaar.
8. DE STRAFOPLEGGING
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte ter zake het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en 6 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Het standpunt van de verdediging
Indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring, heeft de raadsman bepleit rekening te houden met de beperkte rol van verdachte bij de delicten en haar persoonlijkheidsproblematiek waarvoor behandeling vereist is. De raadsman heeft bepleit verdachte een vrijheidsstraf op te leggen die de duur van de voorlopige hechtenis niet te boven gaat met een deel voorwaardelijk en bijzondere voorwaarden zoals in het reclasseringsrapport is vermeld.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
Verdachte en haar mededaders hebben zich in de avond van 18 op 19 november 2009 schuldig gemaakt aan een wederrechtelijke vrijheidsberoving en afpersing op een afgelegen parkeerplaats in [plaats].
Het gebeuren moet voor het slachtoffer een bijzonder traumatische ervaring zijn geweest, waarvan het goed voorstelbaar is dat hij daarvan nog dagelijks de gevolgen ondervindt.
Het slachtoffer moet doodsangsten hebben uitgestaan, niet alleen tijdens de afpersing, maar vooral ook toen hij door de daders – met zijn handen vastgebonden en met een handschoen in zijn mond – in de kofferbak van zijn auto werd gegijzeld en vervoerd. Het slachtoffer heeft naar alle waarschijnlijkheid uren in de kofferbak van zijn auto opgesloten gelegen, niet wetende of de daders terug zouden komen en of zijn auto – die in een greppel lag – niet daadwerkelijk het water in was gereden.
De rechtbank acht het bewezen verklaarde buitengewoon ernstig. Uit het dossier volgt dat het om een willekeurig slachtoffer gaat. Het door verdachte en haar mededaders gepleegde misdrijf, gepleegd op een openbare weg, is niet alleen voor het slachtoffer bijzonder traumatiserend, maar versterkt tevens gevoelens van angst en onveiligheid bij burgers, hetgeen de rechtbank als strafverzwarende omstandigheid aanmerkt.
Verdachte en haar mededaders hebben zich niet bekommerd om het leed dat aan het slachtoffer werd aangedaan, maar hebben slechts een eigen financieel gewin nagestreefd. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat op de door verdachte begane feiten niet anders kan worden gereageerd dan door oplegging van een langdurige gevangenisstraf. De rechtbank acht de straf zoals door de officier van justitie is geëist passend en geboden.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 18 augustus 2010;
- een de verdachte betreffend reclasseringsrapport (beknopt) d.d. 16 februari 2010 uitgebracht door N. Schild, reclasseringswerker van de Reclassering Nederland;
- een de verdachte betreffend reclasseringsrapport d.d. 12 april 2010 uitgebracht door S. Bink-de Lange, reclasseringswerker van de Reclassering Nederland;
- een de verdachte betreffend reclasseringrapport d.d. 13 september 2010 uitgebracht door S. Bink-de Lange, reclasseringswerker van de Reclassering Nederland;
- een psychologisch Pro Justita rapport d.d. 19 juli 2010, uitgebracht door drs. A.K. Wieringa, klinisch psycholoog, als vast beëdigd deskundige.
9. TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De beslissing is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 27, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
10. BESLISSING
De rechtbank:
verklaart, zoals hiervoor overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor vermeld, heeft begaan en verklaart verdachte derhalve strafbaar;
spreekt verdachte vrij van hetgeen onder 1 primair en onder 2 primair meer of anders ten laste gelegd is;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en 6 maanden;
bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. A.C. Schroten en mr. F.H. Schormans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.G. Dees, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 september 2010.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.