ECLI:NL:RBZLY:2010:BN7868
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening onttrekkingsvergunning kamerverhuur
Op 21 september 2010 heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een onttrekkingsvergunning voor kamerverhuur. De zaak was aangespannen door A.e.a., wonende te Zwolle, tegen het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, die de onttrekkingsvergunning had verleend aan Jongbouw B.V. te Zwolle. De verzoekers vorderden schorsing van de vergunning, omdat zij vreesden voor aantasting van hun woongenot en een mogelijke waardedaling van hun woningen door de komst van kamerbewoners.
De voorzieningenrechter overwoog dat op grond van artikel 30 van de Huisvestingswet een vergunning vereist is voor het omzetten van zelfstandige woonruimte naar kamerverhuur. De rechter stelde vast dat er in de Debussystraat nog geen pand voor kamerverhuur was, waardoor de gemeente in redelijkheid de onttrekkingsvergunning kon verlenen. De rechter benadrukte dat de gemeente een grote beleidsvrijheid heeft en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden.
De verzoekers hadden hun bezorgdheid geuit over de gevolgen van de kamerverhuur, maar de rechter oordeelde dat deze zorgen niet als bijzonder konden worden aangemerkt. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen reden was om de onttrekkingsvergunning te schorsen en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H.M. Hesseling, met mr. A. Landstra als griffier.