ECLI:NL:RBZLY:2010:BN7851
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.H.M. Hesseling
- A. Landstra
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning en ontheffing voor veranderen woning tot kamerverhuurbedrijf; beroep niet-ontvankelijk en verzoek voorlopige voorziening afgewezen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 21 september 2010, gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zwolle. Dit besluit, genomen op 16 juli 2010, verleende een ontheffing en bouwvergunning voor het veranderen van een woning tot een kamerverhuurbedrijf op het perceel Debusystraat xx te Zwolle. Verzoekers, A, B en C, hebben tegen dit besluit beroep ingesteld en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. De voorzieningenrechter heeft de zaak op 16 september 2010 ter zitting behandeld, waarbij de verzoekers en vertegenwoordigers van de verweerder aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzoekers niet hebben ingediend van zienswijzen tegen het ontwerpbesluit, dat op 26 mei 2010 in het huis-aan-huisblad De Peperbus is gepubliceerd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de verweerder op voldoende wijze bekendheid heeft gegeven aan het ontwerpbesluit. De verzoekers hebben aangevoerd dat de bezorging van De Peperbus gebrekkig is, maar de voorzieningenrechter kan hen hierin niet volgen. Hij concludeert dat de bekendmaking van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit in overeenstemming met de voorschriften heeft plaatsgevonden.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens geoordeeld dat verzoekers redelijkerwijs kan worden verweten dat zij geen zienswijzen hebben ingediend. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om aan te nemen dat verzoekers niet in staat waren om tijdig een zienswijze in te dienen. Daarom heeft hij het beroep van verzoekers niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.H.M. Hesseling, voorzieningenrechter, en mr. A. Landstra als griffier.