ECLI:NL:RBZLY:2010:BN5881
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis wegens vrijwillig verblijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 10 augustus 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot het verlenen van een voorlopige machtiging tot opname en verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ). De betrokkene, die lijdt aan dementie, verblijft al geruime tijd vrijwillig in een psychiatrische instelling. De Officier van Justitie had verzocht om een machtiging, omdat er twijfels waren gerezen over de wilsbekwaamheid van de betrokkene en zijn bereidheid om vrijwillig opgenomen te blijven.
Tijdens de procedure is gebleken dat de formaliteiten van de Wet BOPZ in acht zijn genomen. De rechtbank heeft de geneeskundige verklaring en de mondelinge toelichting van de artsen in overweging genomen. De rechtbank concludeert dat de betrokkene gevaar voor zichzelf kan veroorzaken, maar dat hij voldoende bereidheid toont om vrijwillig in de instelling te blijven. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat de betrokkene zijn vrijwillige opname wenst te beëindigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene geen signalen afgeeft dat hij niet langer in de instelling wil blijven. De beslissing van de rechtbank is dat het verzoek tot het verlenen van een voorlopige machtiging wordt afgewezen, omdat niet aan de voorwaarden is voldaan om een machtiging af te geven. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter E.F. Smeele in aanwezigheid van de griffier.