ECLI:NL:RBZLY:2010:BN5057
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een vaststellingsovereenkomst betreffende de beëindiging van het dienstverband en de financiële gevolgen van pensioenuitkering
In deze zaak, uitgesproken op 27 juli 2010 door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, betreft het een arbeidszaak waarin de uitleg van een vaststellingsovereenkomst centraal staat. De eisende partij, een werknemer geboren in 1945, heeft sinds 6 november 2000 gewerkt voor de gedaagde partij, een stichting die de enige sectororganisatie voor de ambulancezorg in Nederland is. De arbeidsovereenkomst is beëindigd per 1 januari 2009, met een overeengekomen vergoeding van € 10.627,09 bruto, die bedoeld was om het inkomensverlies tot aan de pensioendatum van 1 januari 2010 te compenseren.
De kern van het geschil ligt in de vraag of de gedaagde partij gehouden is om de financiële gevolgen te dragen van het feit dat het pensioen van de eisende partij eerder tot uitkering is gekomen dan verwacht. De eisende partij stelt dat de gedaagde partij tekortschiet in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst, omdat hij niet de volledige compensatie ontvangt die hij had verwacht. De gedaagde partij betwist dit en stelt dat er geen verplichting bestaat om aanvullende vergoedingen te betalen.
De rechtbank overweegt dat de vaststellingsovereenkomst moet worden uitgelegd aan de hand van de bedoelingen van partijen en de omstandigheden waaronder deze is gesloten. De rechter concludeert dat de gedaagde partij niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de overeengekomen vergoeding is betaald en er geen verdere verplichtingen zijn vastgelegd in de overeenkomst. De vordering van de eisende partij wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.
Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in vaststellingsovereenkomsten en de noodzaak voor partijen om goed geïnformeerd te zijn over hun rechten en plichten bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst.