ECLI:NL:RBZLY:2010:BN1830
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Koster
- J.N. Bartels
- H.J. Buijsman
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en uitbuiting van een kwetsbare positie in de prostitutie
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 8 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De verdachte, geboren in Polen en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd ervan beschuldigd in de periode van 10 oktober 2009 tot en met 26 november 2009 een slachtoffer te hebben geworven, vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer, dat alleen Pools sprak en in financiële nood verkeerde, naar Nederland heeft gebracht onder valse voorwendselen. De verdachte had het slachtoffer misleid door te zeggen dat zij 'normaal' werk zou krijgen, terwijl zij in werkelijkheid in de prostitutie moest werken.
De rechtbank heeft verschillende tenlasteleggingen beoordeeld, waaronder het gebruik van dwang, geweld en misleiding. De verklaringen van het slachtoffer werden als consistent en betrouwbaar beschouwd, ondanks enkele inconsistenties. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het vervoeren en huisvesten van het slachtoffer met het oogmerk van uitbuiting, en dat hij opzettelijk voordeel had getrokken uit de uitbuiting van het slachtoffer.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van tien maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank oordeelde dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk was gezien de ernst van de feiten. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade niet eenvoudig te bepalen was. De rechtbank besloot ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf te gelasten, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten.