ECLI:NL:RBZLY:2010:BM9613
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in kinderpornozaak wegens gebrek aan bewijs van opzet
In de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno, heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad op 23 juni 2010 uitspraak gedaan. De verdachte werd ten laste gelegd dat hij in de periode van 9 september 2006 tot 4 juni 2009 in de gemeente Zwolle meerdere afbeeldingen en gegevensdragers met kinderporno in bezit had. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in de mailbox van de verdachte een e-mail met een kinderpornografisch bestand was aangetroffen, maar de verdachte ontkende bewust in het bezit te zijn geweest van dit bericht. Hij stelde dat het een ongewenste e-mail was die hem niet opviel te midden van andere ongewenste berichten. De rechtbank oordeelde dat het enkele aantreffen van deze e-mail onvoldoende bewijs opleverde voor het bezit van kinderporno in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Daarnaast werd er een cd-rom met vele pornografische afbeeldingen aangetroffen bij de verdachte. De rechtbank overwoog dat 33 afbeeldingen op deze cd-rom voldeden aan de beschrijving van kinderporno. De verdachte verklaarde dat hij deze cd-rom al meer dan 10 jaar in zijn bezit had en dat het een originele legale pornografische cd-rom betrof, gekocht bij een winkel. De rechtbank concludeerde dat de verdachte op het moment van aankoop niet kon weten dat de afbeeldingen later onder de definitie van kinderporno zouden vallen, gezien de wetswijziging die de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar verhoogde. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat hij opzettelijk in bezit was van kinderporno.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar uitgesproken. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet bewust was van de inhoud van de cd-rom en dat de ten laste gelegde feiten niet bewezen konden worden.