ECLI:NL:RBZLY:2010:BM8595
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vaststelling WW-dagloon en toepassing van dagloonregels werknemersverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 3 juni 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.H. Feiken, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar WW-dagloon door het UWV, dat was vastgesteld op € 82,52. Eiseres stelde dat het UWV ten onrechte geen rekening had gehouden met haar vakantietoeslag en dat het overeengekomen loon voor de functie van profiler, die zij eerder vervulde, in aanmerking genomen had moeten worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 17 februari 2003 in dienst trad bij Seceurop BV, de rechtsvoorganger van G4S AS, en dat zij op 23 augustus 2007 uitviel met knieklachten. Na een knieoperatie heeft zij geprobeerd te re-integreren in de functie van Coördinator Aspirant Agents (CAA), maar haar arbeidsovereenkomst werd per 1 augustus 2009 ontbonden. Het UWV had haar WW-uitkering vastgesteld op basis van het loon van de functie CAA, terwijl eiseres betoogde dat het loon van de functie profiler, inclusief vakantietoeslag, in aanmerking genomen moest worden.
De rechtbank oordeelde dat het UWV ten onrechte het dagloon had vastgesteld zonder rekening te houden met de vakantietoeslag en dat de functie van profiler als overeengekomen loon moest worden beschouwd, ondanks dat eiseres deze functie niet meer vervulde. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en stelde het WW-dagloon vast op € 91,28. Tevens werd het UWV veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het betaalde griffierecht aan eiseres.