ECLI:NL:RBZLY:2010:BM5635

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
12 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
169733 / JZ RK 10-262
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering op 1 april 2010 een verzoekschrift ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder een verslag van de ondertoezichtstelling, een plan van aanpak en een indicatiebesluit. De moeder en vader van de minderjarige zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De minderjarige verblijft op dat moment elders.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. Het Leger des Heils heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling met een jaar. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het Leger des Heils niet ontvankelijk is in het verzoek, omdat het verzoek niet is ingediend door een daartoe bevoegde (rechts)persoon. Dit oordeel is gebaseerd op een eerdere beschikking van het Gerechtshof Arnhem, waarin het oorspronkelijke verzoek van het Leger des Heils niet-ontvankelijk was verklaard.

De rechtbank heeft vervolgens de beslissing genomen om het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. Deze beslissing is gegeven door de kinderrechters W. Miltenburg, A. Smedes en F.G. van Arem, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 mei 2010. De moeder is belast met het gezag over de minderjarige, en de rechtbank heeft de mogelijkheid van hoger beroep uiteengezet voor de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
Locatie Zwolle
zaak/rolnr.: 169733 / JZ RK 10-262
datum: 12 mei 2010
beschikking van de meervoudige familiekamer
LEGER DES HEILS JEUGDZORG & RECLASSERING,
gevestigd te Zutphen,
vertegenwoordigd door R. Pullen,
hierna als de Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering aangeduid,
verzoekster,
met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige], geboren op [datum] 2003 in de gemeente [plaats],
kind van:
1. [moeder],
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat mr. B. de Haan te Apeldoorn,
hierna als de moeder aangeduid,
2. [vader],
wonende/verblijvende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat mr. M. Bakhuis te Apeldoorn,
hierna als de vader aangeduid,
belanghebbenden.
De moeder is belast met het gezag.
Het procesverloop
Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering heeft op 01 april 2010 onder bovenvermeld zaaknummer een verzoekschrift ingediend tot verlenging ondertoezichtstelling en tot verlenging machtiging uithuisplaatsing.
De moeder heeft op 21 april 2010 een verweerschrift ingediend.
De zaak is naar deze meervoudige kamer verwezen.
De rechtbank heeft kennis genomen van:
- een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing;
- het plan van aanpak d.d. 19 maart 2010;
- een indicatiebesluit d.d. 31 maart 2010;
- een pleitnotitie met bijlage van mr. B. de Haan.
De zaak is behandeld ten overstaan van de rechter-commissaris mr. W. Miltenburg ter terechtzitting met gesloten deuren op 22 april 2010.
Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering, hoewel op juiste wijze opgeroepen, is niet verschenen.
Vaststaande feiten
De minderjarige verblijft elders.
Bij beschikking van 12 mei 2009 heeft de kinderrechter in de rechtbank Zutphen de minderjarige tot 24 mei 2010 onder toezicht gesteld van Bureau jeugdzorg Gelderland, uit te voeren door het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering.
Bij beschikking van 26 oktober 2009 heeft de kinderrechter in de rechtbank Zutphen op het verzoek van het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering een machtiging afgegeven tot uithuisplaatsing tot 24 mei 2010 van de minderjarige in een voorziening voor verblijf pleegouders 24-uurs.
De moeder heeft tegen die beschikking hoger beroep ingesteld.
Bij beschikking van 13 april 2010 heeft het Gerechtshof Arnhem de beschikking van 26 oktober 2009 het oorspronkelijk verzoek van het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering niet-ontvankelijk verklaard.
Bij beschikking van 13 april 2010 heeft de kinderrechter in deze rechtbank Bureau Jeugdzorg Gelderland gemachtigd de minderjarige uit huis te plaatsen in een voorziening voor verblijf pleegouder 24-uurs met ingang van 13 april 2010 tot 27 april 2010 en iedere verdere beslissing aangehouden.
Bij beschikking van 23 april 2010 heeft deze rechtbank Bureau Jeugdzorg Gelderland gemachtigd de minderjarige tot 24 mei 2010 uit huis te plaatsen in een voorziening voor verblijf pleeggezin 24-uurs.
Beoordeling van de zaak
Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering heeft verlenging van de termijn van de ondertoezichtstelling met een jaar verzocht.
Tevens heeft Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering verlenging van de termijn van de machtiging uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg met een jaar verzocht.
Ter onderbouwing van haar verzoek verwijst Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering naar de overgelegde stukken.
De moeder heeft onder meer aangevoerd dat Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering niet in het verzoek mag worden ontvangen nu dit verzoek niet is ingediend door een daartoe bevoegd (rechts)persoon.
De rechtbank zal Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering niet ontvankelijk verklaren in het verzoek. De rechtbank verwijst ter motivering naar bovengenoemde beschikking van het Gerechtshof Arnhem van 13 april 2010.
Beslissing
De rechtbank:
Verklaart Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Aldus gegeven door mr. W. Miltenburg, mr. A. Smedes en mr. F.G. van Arem, kinderrechters, in tegenwoordigheid van de griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 mei 2010.
Hoger beroep
Mocht u, verzoeker of belanghebbende, zich niet met de beslissing van de rechtbank kunnen verenigen, dan kunt u daartegen hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, als nevenzittingsplaats van het gerechtshof te Arnhem. Hoger beroep dient binnen een bepaalde termijn te worden ingesteld, tenzij een ander dat al heeft gedaan. Die termijn is voor verzoeker en voor de belanghebbende, aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden, drie maanden na de datum van de uitspraak.
Voor het instellen van hoger beroep is tussenkomst van een advocaat verplicht.