ECLI:NL:RBZLY:2010:BM2669
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Willemse
- G.P. Nieuwenhuis
- S.M. Milani
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met drugshandel
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 2 februari 2010 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een verdachte die eerder door het gerechtshof Arnhem was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk voordeel heeft genoten ter hoogte van € 41.625,--, gebaseerd op de berekening van de officier van justitie en de beschikbare bewijsmiddelen. De rechtbank heeft het financieel onderzoek naar het vermogen van de verdachte in overweging genomen, maar oordeelt dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de verdachte voordeel heeft verkregen uit soortgelijke feiten als waarvoor hij eerder was veroordeeld. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte dit bedrag aan de Staat zou betalen, en de rechtbank heeft deze vordering toegewezen. De rechtbank heeft daarbij de argumenten van de raadsman, die de hoogte van het geschatte voordeel betwistte, verworpen. De rechtbank achtte de bewijsvoering, waaronder getapte telefoongesprekken, voldoende om de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel aan te tonen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.