ECLI:NL:RBZLY:2010:BM1527
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H.M. Hesseling
- A. Oosterveld
- J.J. Szauer-Bos
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar op grond van artikel 8:3 CAR/UWO en de toepassing van hoofdstuk 10d
In deze zaak gaat het om het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland, waarbij hem met ingang van 1 oktober 2008 eervol ontslag is verleend op grond van artikel 8:3 van de CAR/UWO. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit ontslag, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, die de zaak op 2 maart 2010 heeft behandeld. Eiser was in persoon aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door B.G.M. Heuver en mr. M.J. Kragten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het bestreden besluit in rechte kan worden gehandhaafd. De rechtbank oordeelt dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de bepalingen in hoofdstuk 10d van de CAR/UWO niet onverkort van toepassing zijn op het ontslag van eiser. De rechtbank verwijst naar een brief van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) waarin aanvullende afspraken zijn gemaakt over de invoering van hoofdstuk 10d van de CAR/UWO. De rechtbank concludeert dat de tijd die eiser vóór 1 juli 2008 aan reïntegratieactiviteiten heeft besteed, meegeteld kan worden bij de duur van de reïntegratiefase.
De rechtbank komt tot de conclusie dat verweerder voldoende inspanningen heeft geleverd om eiser te herplaatsen, ondanks dat eiser moeilijk bemiddelbaar is vanwege zijn leeftijd en handicap. De rechtbank oordeelt dat het ontslag op grond van artikel 8:3 van de CAR/UWO rechtmatig is verleend, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard.