ECLI:NL:RBZLY:2010:BM1322

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
8 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Awb 09/671
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bouwvergunning voor winkel met appartementen in Zwolle

In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, waarbij aan een belanghebbende een vrijstelling en bouwvergunning is verleend voor de oprichting van een winkel met acht appartementen, genaamd "De Twaalf Apostelen", op een specifieke locatie in Zwolle. De eisers, die bezwaar hebben gemaakt tegen dit besluit, hebben op 1 mei 2009 beroep ingesteld nadat hun bezwaar ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 5 februari 2010 behandeld, waarbij eisers in persoon aanwezig waren, bijgestaan door hun gemachtigde, mr. C. Lubben, en de verweerder vertegenwoordigd was door mr. H.C.S. van Dop.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag voor de bouwvergunning op 23 december 2005 is ingediend, maar dat het bouwplan niet past binnen het vigerende bestemmingsplan "Noordereiland". De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gemeenteraad op basis van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) vrijstelling kan verlenen, mits er een goede ruimtelijke onderbouwing is en er geen bezwaar van gedeputeerde staten is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat aan deze voorwaarden is voldaan, en dat de eisers niet in hun belangen zijn geschaad door de bekendmaking van de besluitvorming.

De rechtbank heeft verder overwogen dat de gemeenteraad de keuze voor de stedelijke ontwikkeling aan verweerder heeft gelaten en dat er voldoende ruimtelijke onderbouwing is voor het bouwplan. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eisers, waaronder de belangenafweging en de welstandscriteria, niet gegrond bevonden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, en is de beslissing van het college van burgemeester en wethouders in stand gebleven. De uitspraak is gedaan door mr. A. Oosterveld en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier Y. van der Zaan-van Arnhem.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector Bestuursrecht, Enkelvoudige Kamer
Registratienummer: Awb 09/671
Uitspraak
in het geding tussen:
Eisers te woonplaats,
gemachtigde: mr. C. Lubben,
en
het college van burgemeester en wethouders van Zwolle,
verweerder,
en
(…) B.V.,
gevestigd te Zwolle, belanghebbende.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 juni 2008 heeft verweerder aan belanghebbende met toepassing van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) vrijstelling en een bouwvergunning verleend ten behoeve van het oprichten van een winkel met 8 appartementen (“De Twaalf Apostelen”) op de hoek van de Menno van Coehoornsingel en de Spinhuisbredehoek te Zwolle. Tegen dit besluit hebben eisers bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 20 maart 2009 (hierna: het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Eisers hebben op 1 mei 2009 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Verweerder heeft verweer gevoerd.
Het beroep is op 5 februari 2010 ter zitting behandeld. Eisers zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. H.C.S. van Dop.
Belanghebbende is verschenen bij ir. (…naam).
2. Overwegingen
Op 23 december 2005 heeft belanghebbende een bouwvergunning aangevraagd voor het bouwen van een winkel met acht appartementen “De Twaalf Apostelen” op de hoek van de Menno van Coehoornsingel en de Spinhuisbredehoek te Zwolle. Omdat het bouwplan niet past binnen het vigerende bestemmingsplan “Noordereiland” heeft verweerder de aanvraag tevens opgevat als een verzoek om vrijstelling van het bestemmingsplan. In verband hiermee heeft verweerder het bouwplan vanaf 28 september 2006 zes weken ter inzage gelegd en een ieder in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijzen hieromtrent kenbaar te maken. Eisers hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Op 16 oktober 2006 is er een hoorzitting omtrent dit bouwplan gehouden.
In verband met de niet tijdige herziening van het bestemmingsplan “Noordereiland”
heeft de gemeenteraad van Zwolle op grond van artikel 19, vierde lid van de WRO op
19 december 2005 een voorbereidingsbesluit genomen, welk op 1 februari 2006 in werking is getreden. Op 29 januari 2007 heeft de raad een nieuw voorbereidingsbesluit genomen.
Op 3 juli 2007 hebben gedeputeerde staten van Overijssel een verklaring van geen bezwaar afgegeven ten behoeve van het bouwplan.
Op 27 oktober 2008 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan “De Tanerij” vastgesteld.
Dit bestemmingsplan is op 16 juni 2009 goedgekeurd door gedeputeerde staten van Overijssel. Bij uitspraak van 31 maart 2010 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) het tegen de goedkeuring ingestelde beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank overweegt als volgt.
Met ingang van 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijk ordening (Wro) in werking getreden en met ingang van die datum is de WRO ingetrokken. Volgens het overgangsrecht – artikelen 9.1.10 en 9.5.1. van de invoeringswet Wro – blijven de bepalingen uit de WRO respectievelijk de Woningwet van toepassing op aanvragen die zijn ingediend vóór 1 juli 2008. Aangezien de aanvraag vóór 1 juli 2008 is ingediend, zijn in onderhavige zaak de bepalingen uit de WRO en de Woningwet van toepassing.
Het bouwplan van belanghebbende voorziet in de bouw van een winkel met acht appartementen. Op de bouwlocatie was een parkeerplaats aanwezig. Dit perceel heeft ingevolge het bestemmingsplan “Noordereiland” de bestemmingen ‘weg, verharding’ en ‘openbaar groen’. Op deze bestemmingen is geen bebouwing toegestaan. Het bouwplan van belanghebbende past derhalve niet binnen dit bestemmingplan. Dit is tussen partijen ook niet in geschil. Verweerder kan voor het bouwplan slechts een bouwvergunning verlenen indien daarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 19, eerste lid, van de WRO.
Verweerder heeft de aanvraag bouwvergunning ingevolge artikel 46, derde lid, van de Woningwet terecht opgevat als een verzoek om vrijstelling. Er is geen rechtsregel die voorschrijft dat verweerder de procedure betreffende het nieuwe bestemmingsplan had dienen af te wachten.
Ingevolge artikel 19, eerste lid, van de WRO kan de gemeenteraad, behoudens het gestelde
in het tweede en derde lid, ten behoeve van de verwezenlijking van een project vrijstelling verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits dat project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en mits vooraf van gedeputeerde staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. De gemeenteraad kan
de bedoelde vrijstellingsbevoegdheid delegeren aan burgemeester en wethouders.
Ingevolge artikel 19, vierde lid, van de WRO wordt vrijstelling krachtens het eerste lid
niet verleend voor een project dat wordt uitgevoerd in een gebied waarvoor
a. het bestemmingsplan niet tijdig overeenkomstig artikel 33, eerste lid, is herzien of
b. geen vrijstelling overeenkomstig artikel 33, tweede lid, is verleend, tenzij voor het gebied
een voorbereidingsbesluit geldt of een ontwerp voor een herziening ter inzage is gelegd.
In artikel 33, eerste lid, van de WRO is bepaald dat een bestemmingsplan tenminste eenmaal in de tien jaar wordt herzien.
Gesteld, noch gebleken is dat niet aan de formele vereisten voor vrijstelling is voldaan.
De rechtbank merkt op dat het ten tijde van de aanvraag geldende bestemmingsplan ouder was dan tien jaar, maar dat de gemeenteraad op 19 december 2005 en 27 januari 2007 voorbereidingsbesluiten heeft genomen. Van 29 mei 2008 tot en met 9 juli 2008 heeft het ontwerp-bestemmingplan “De Tanerij” ter inzage gelegen. De gemeenteraad heeft een delegatiebesluit genomen als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de WRO, en gedeputeerde staten hebben bij brief van 3 juli 2007 laten weten geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van vrijstelling.
Eisers hebben aangevoerd dat de besluitvorming omtrent de aanvraag en verlening
van de bouwvergunning aan belanghebbende niet op de juiste wijze bekend is gemaakt.
De rechtbank kan eisers hierin niet volgen. Eisers hebben een zienswijze ingediend,
zijn in bezwaar gekomen en hebben beroep ingesteld en zijn aldus - wat er ook zij van
de aanduiding in de bekendmaking - niet in hun belangen geschaad. Niet is gebleken van anderen die door het ontbreken van de naam “De Twaalf Apostelen” in de aanduiding de mogelijkheid van bezwaar en beroep hebben gemist.
Vervolgens moet beoordeeld worden of er sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing. Hieronder wordt bij voorkeur verstaan een gemeentelijke of intergemeentelijk structuurplan. Indien er geen structuurplan is of wordt opgesteld,
wordt bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan, dan wel wordt er gemotiveerd waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het betreffende gebied.
Het bouwblok “De Twaalf Apostelen” maakt ruimtelijk en programmatisch deel uit van de stedelijke vernieuwing van het bolwerk ‘De Tanerij’. Het beleid tot herontwikkeling van ‘De Tanerij’ is neergelegd in diverse documenten, zoals de Structuurvisie Centrumzone, het Ontwikkelingsplan Binnenstad 2005 en het Structuurplan 2020. Tevens zijn er een stedenbouwkundig programma van eisen en een stedenbouwkundig plan uit 2004.
Het beleid is neergelegd in het nieuwe bestemmingsplan ‘De Tanerij’, dat op 16 juni 2009 is goedgekeurd door gedeputeerde staten van Overijssel. Dit bestemmingsplan is inmiddels in werking getreden.
De keuze voor deze stedelijke vernieuwing is aan verweerder. De rechtbank komt slechts
een terughoudende toets toe. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder voor deze stedelijke ontwikkeling met daarin opgenomen het bouwplan “De Twaalf Apostelen” kunnen kiezen. Met het nieuwe bestemmingsplan, zoals in stand gelaten door de ABRvS, is sprake van een toereikende ruimtelijke onderbouwing voor dat bouwplan.
Gesteld, noch gebleken is dat het bouwplan niet past binnen het nieuwe bestemmingsplan.
Eisers hebben geen stedenbouwkundig tegenrapport overgelegd waarin de uitgangspunten en het beleid van verweerder tot ontwikkeling van dit gebied wordt weersproken.
De welstandscommissie heeft een positief welstandsadvies over het bouwplan afgegeven
dat in de laatste versie van 21 oktober 2008 uitdrukkelijk is gemotiveerd. Verweerder heeft hier op mogen afgaan. Eisers hebben geen deskundig tegenadvies ingediend, noch aan de hand van de welstandsnota beargumenteerd waarom het bouwplan in strijd zou zijn met
de redelijke eisen van welstand.
Namens eisers is aangevoerd dat de ligging van het bouwplan “De Twaalf Apostelen” zo dicht gesitueerd is op de hoek van de Menno van Coehoornsingel en de Spinhuisbredehoek, dat er voor eisers naast een duidelijke vermindering van woon- en leefgenot, sprake zal zijn van verlies van privacy, lichtinval en uitzicht.
Ook zijn gronden aangevoerd met betrekking tot de belangenafweging, het volume van
het gebouw “De Twaalf Apostelen”, de parkeernormen, de uitgifte van grond en verkoop van de openbare grond, alternatieve locaties en uitvoerbaarheid van het bouwplan.
De rechtbank volstaat wat betreft deze beroepsgronden met een verwijzing naar hetgeen de ABRvS in de uitspraak van
31 maart 2010 (LJN BL9610) hieromtrent overwogen heeft. De rechtbank acht die overwegingen in deze uitspraak ingelast.
Uit het voorgaande volgt dat het bestreden besluit in stand dient te blijven en dat het beroep van eisers ongegrond dient te worden verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Oosterveld, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van Y. van der Zaan-van Arnhem als griffier, op
Afschrift verzonden op: