ECLI:NL:RBZLY:2010:BM0808
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Zomer
- Rechtspraak.nl
Diefstal en verduistering door werkneemster bij juwelier; bewijs en tegenbewijs
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, staat de beschuldiging van diefstal en verduistering door een werkneemster bij een juwelier centraal. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.M. Volkerink, stelt dat de gedaagde, die ook als werkneemster bij de juwelier werkzaam was, voor een bedrag van ten minste EUR 70.000,00 aan sieraden heeft ontvreemd. De rechtbank heeft eerder in een tussenvonnis de gedaagde in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren tegen deze beschuldiging. Tijdens de getuigenverhoren zijn zowel de gedaagde als verschillende getuigen gehoord, waaronder de bedrijfsrechercheurs die het onderzoek hebben uitgevoerd.
De gedaagde heeft verklaard dat zij slechts enkele gouden sieraden heeft weggenomen en dat de beschuldiging van een waarde van EUR 70.000,00 overdreven is. De getuigenverklaringen van de gedaagde en getuige B ondersteunen haar stelling dat zij alleen kleine gouden sieraden heeft gestolen en dat er geen sprake was van grote of opvallende sieraden. De bedrijfsrechercheurs hebben echter verklaard dat de gedaagde tijdens het interview heeft gesuggereerd dat het zou kunnen dat zij voor een bedrag van EUR 70.000,00 aan sieraden heeft weggenomen, maar de rechtbank oordeelt dat deze verklaring niet als een erkenning kan worden beschouwd.
De rechtbank concludeert dat de gedaagde in staat is geweest om tegenbewijs te leveren en dat de werkelijke waarde van de ontvreemde sieraden lager ligt dan het door de eiser gestelde bedrag. De rechtbank heeft beide partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten verder te onderbouwen en zal de zaak opnieuw op de rol brengen voor verdere behandeling. De beslissing van de rechtbank is op 31 maart 2010 openbaar uitgesproken door mr. M. Zomer.