ECLI:NL:RBZLY:2010:BM0475
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.J.B. Cornelissen
- L.E.C. van Rijckevorsel-Besier
- A. Oosterveld
- Rechtspraak.nl
Weigering persoonsgebonden vrijstelling voor permanente bewoning van recreatiewoning
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 25 maart 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J. Veltman, en het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de weigering van verweerder om hem een persoonsgebonden vrijstelling te verlenen voor permanente bewoning van zijn recreatiewoning, gelegen aan een specifiek adres. De weigering was gebaseerd op artikel 19, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) in samenhang met artikel 20 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro 1985). Eiser stelde dat er op de peildatum van 31 oktober 2003 geen handhavingsbeleid was gevoerd door verweerder, waardoor de vrijstelling niet geweigerd had mogen worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op 11 maart 2003 handhavingsbeleid heeft vastgesteld en dit beleid ook daadwerkelijk heeft uitgevoerd. Dit blijkt uit verschillende acties die verweerder heeft ondernomen, zoals het uitvoeren van inventarisaties op recreatieparken en het toepassen van bestuurlijke sancties. De rechtbank concludeert dat er wel degelijk sprake was van een actief handhavingsbeleid op de peildatum, en dat de weigering van de vrijstelling in overeenstemming was met de geldende wet- en regelgeving.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geoordeeld dat de gevraagde vrijstelling in strijd was met het handhavingsbeleid dat op 31 oktober 2003 van kracht was. De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van bestemmingsplannen en de voorwaarden waaronder vrijstellingen kunnen worden verleend. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.