ECLI:NL:RBZLY:2010:BM0098
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van verkrachting en vrijheidsberoving in Zwolle
In de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van verkrachting en vrijheidsberoving, heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad op 25 februari 2010 uitspraak gedaan. De zaak betreft een incident dat plaatsvond in de nacht van 24 op 25 juli 2008, waarbij de aangeefster naar een woning in Zwolle werd gelokt door de verdachte. De aangeefster verklaarde dat zij in de woning door de verdachte en medeverdachten seksueel werd misbruikt, terwijl zij onder invloed van drugs was. De verklaringen van de verdachte en medeverdachten verschilden echter fundamenteel van die van de aangeefster, wat leidde tot twijfels over de betrouwbaarheid van haar getuigenis.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verklaringen van de aangeefster inconsistenties vertoonden, en dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen wettig en overtuigend te kunnen bewijzen. De rechtbank oordeelde dat de aangifte van de aangeefster niet voldoende steun vond in de overige bewijsmiddelen, en dat er geen bewijs was voor dwang of vrijheidsberoving zoals ten laste gelegd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij de aangeefster had verkracht of haar vrijheid had ontnomen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De zaak benadrukt de complexiteit van seksuele delicten en de noodzaak van zorgvuldig bewijs en getuigenverklaringen in dergelijke zaken.