ECLI:NL:RBZLY:2010:2278

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
25 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2016
Zaaknummer
467732 AZ VERZ 09-355 en 492964 AZ VERZ 10-12
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inzage in administratieve bescheiden en boetebesluit VvE

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 25 november 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en de Vereniging van Eigenaren Parkhaven Woningen (VvE). Het geschil betreft twee hoofdpunten: de inzage in administratieve bescheiden van de VvE en de oplegging van een boete van € 7.500 aan [verzoeker].

Het verzoekschrift van [verzoeker] dateert van 5 september 2009 en betreft de weigering van de VvE om inzage te verschaffen in bepaalde administratieve bescheiden. Tijdens de zitting op 11 juni 2010 is afgesproken dat [verzoeker] fotokopieën van de contracten en facturen zou ontvangen, mits deze aanwezig zijn in de administratie van de VvE. De kantonrechter heeft vastgesteld dat aan deze afspraken is voldaan en dat [verzoeker] geen in rechte te respecteren belang meer heeft bij een uitspraak op zijn bezwaar inzake de inzage.

Het tweede punt betreft het boetebesluit van de VvE, waarbij aan [verzoeker] een boete van € 7.500 is opgelegd. De VvE heeft aangevoerd dat [verzoeker] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn bezwaar, omdat hij op de ledenvergadering van 7 december 2009 aanwezig was en dus op dat moment op de hoogte was van het besluit. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de termijn voor het indienen van bezwaar is ingegaan op 8 december 2009, en dat [verzoeker] pas op 29 januari 2010 zijn verzoekschrift heeft ingediend. Hierdoor is [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot vernietiging van het boetebesluit.

De kantonrechter heeft besloten dat de proceskosten door beide partijen zelf gedragen moeten worden, gezien de uitkomst van de zaak. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Zwolle
Zaaknr. : 467732 AZ VERZ 09-355 en 492964 AZ VERZ 10-12
Datum : 25 november 2010
Beschikking in de zaken van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
verder te noemen [verzoeker] ,
tegen
DE VERENIGING VAN EIGENAREN PARKHAVEN WONINGEN,
gevestigd te Steenwijk,
verwerende partij,
verder te noemen VvE,
gemachtigde mr. M.A. van der Lubbe.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
1. het verzoekschrift van 5 september 2009 inzake de weigering inzage te verschaffen in bepaalde administratieve bescheiden van de VvE;
2. de brief namens de VvE d.d. 1 oktober 2009
3. de brief van [naam 1] d.d. 18 december 2009
4. het proces-verbaal van de zitting d.d. 23 december 2009, tijdens welke zitting de zaak met nummer 467730 AZ VERZ 09-354 (inzake de stroomkosten van een scootmobiel) is opgelost en ingetrokken
5. de brief van [verzoeker] van 10 januari 2010
6. de brief namens de VvE van 12 januari 2010
7. de brief van [verzoeker] van 15 januari 2010
8. het verzoekschrift van [verzoeker] van 27 januari 2010 inzake het boetebesluit van € 7.500
9. de brief van [verzoeker] van 9 februari 2010
10. de brief namens de VvE van 12 februari 2010
11. de brief van [verzoeker] van 2 maart 2010
12. de brief van [verzoeker] van 17 maart 2010
13. het verweerschrift van de VvE van 24 maart 2010
14. het aanvullend verweerschrift van de VvE van eveneens 24 maart 2010
15. de brief van [verzoeker] van 30 maart 2010
16. de brief van [verzoeker] van 13 mei 2010
17. de brief van [verzoeker] van 16 mei 2010
18. het procesverbaal van de zitting van 11 juni 2010
19. de brief van [verzoeker] van 22 juni 2010
20. het aanvullend verweerschrift van de VvE van 2 juli 2010
21. de brief van [verzoeker] van 12 juli 2010
22. de brief van [verzoeker] van 12 juli 2010 inzake een ‘
Nieuwe zaak
23. de brief van [naam 2] van 18 juli 2010
24. de brief van [naam 1] van 6 september 2010
25. het proces-verbaal van de zitting van 17 september 2010
26. de brief namens de VvE van 30 september 2010
27. de brief van [verzoeker] van 1 oktober 2010.
De kantonrechter heeft de onderscheiden bezwaren en verzoeken van [verzoeker] telkens tezamen behandeld en zal daarom in één beschikking uitspraak doen.
De in de brief van [verzoeker] van 12 juli 2010 genoemde ‘
Nieuwe zaak’ inzake de terugbetaling van voorschotten is blijkens het proces-verbaal van de zitting van 17 september 2010 door [verzoeker] ingetrokken.
Alle appartementseigenaren zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze (ook) mondeling kenbaar te maken, zodat aan het voorschrift van artikel 5:130 lid 3 BW is voldaan.
De geschillen
De discussie tussen partijen betreft thans nog, kort gezegd, de door [verzoeker] gewenste inzage in de administratieve bescheiden en het verstrekken van afschriften, en het besluit van VvE aan [verzoeker] een boete van € 7.500 op te leggen.
De beoordeling

1.de inzage in de administratieve bescheiden

1.1
Zoals blijkt uit het proces-verbaal van de zitting van 11 juni 2010 is naar aanleiding van het bezwaar van [verzoeker] tussen partijen het volgende afgesproken:
- [verzoeker] zal alsnog fotokopieën ontvangen van de contracten en de facturen genoemd in zijn brief aan de kantonrechter van 9 februari 2010 en de daarbij behorende bijlage, mits deze stuk- ken in de administratie van de VvE aanwezig zijn. [verzoeker] zal de administrateur/bestuurder van de VvE zo spoedig mogelijk een brief sturen waarin hij om een kopie van die stukken ver- zoekt;
- de gemachtigde van de VvE zal deze administrateur/bestuurder zo spoedig mogelijk ervan in kennis stellen dat aan dit verzoek van [verzoeker] kan worden voldaan;
- de kosten voor het maken en toezenden van de kopieën komen voor rekening van [verzoeker] en de desbetreffende factuur zal door hem worden betaald.
1.2
Volgens het proces-verbaal van de zitting van 17 september 2010 waren deze afspraken nog niet gerealiseerd. Afgesproken is toen dat de kantonrechter binnen twee weken na 17 september 2010 van beide partijen een schriftelijke bevestiging zal ontvangen dat bedoelde afspraken waren nagekomen.
Bij brief van 30 september 2010 is namens de VvE bericht dat aan de afspraken is voldaan.
[verzoeker] heeft bij brief van 1 oktober 2010 bericht dat hij de gevraagde fotokopieën van de contracten en van enkele facturen heeft ontvangen. Voorts blijkt uit deze brief dat [verzoeker] met de directeur van de administrateur van de VvE heeft afgesproken dat op korte termijn een gesprek zal plaatsvinden en dat hij daarbij in de gelegenheid zal worden gesteld van de gewenste overige facturen fotokopieën te maken.
De kantonrechter leidt hieruit af dat hierdoor aan de bezwaren van [verzoeker] op een voor hem bevredigende wijze tegemoet is gekomen, mede omdat de kantonrechter sedertdien van [verzoeker] op dit punt niets meer heeft vernomen. De kantonrechter verstaat dat aan het bezwaar van [verzoeker] tegemoet is gekomen zodat hij geen in rechte te respecteren belang meer heeft bij een uitspraak op zijn bezwaar. Aldus zal worden beslist.

2.inzake het boetebesluit

2.1
Bij brief van 27 januari 2010, ontvangen ter griffie op 29 januari 2010, heeft [verzoeker] bezwaar aangetekend tegen het besluit van de ledenvergadering van de VvE van 7 december 2009. Blijkens de concept notulen van deze ledenvergadering is tijdens de vergadering besloten aan [verzoeker] een boete van € 7.500 op te leggen.
De concept notulen van deze vergadering zijn door middel van de door [verzoeker] overgelegde brief van 18 januari 2010 van Woonscan Vastgoedbeheer aan [verzoeker] toegezonden. Vaststaat dat [verzoeker] en zijn echtgenote de vergadering hebben bijgewoond. [verzoeker] maakt om meerdere redenen bezwaar tegen het besluit.
De VvE voert allereerst aan dat [verzoeker] niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat [verzoeker] de vergadering op 7 december 2009 heeft bijgewoond, hij om die reden vanaf dat moment bekend was met het bestreden besluit, en de wet in artikel 5:130 lid 2 BW een termijn van één maand stelt waarbinnen bezwaar bij de kantonrechter kan worden ingediend.
2.3
Artikel 5:130 BW luidt, voor zover thans van belang is, als volgt:
1. In afwijking van artikel 15 lid 3 van Boek 2 geschiedt de vernietiging van een besluit van een orgaan van de vereniging van eigenaars door een uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin het gebouw of het grootste gedeelte daarvan is gelegen, op verzoek van degene die de vernietiging krachtens dit lid kan vorderen.
2. Het verzoek tot vernietiging moet worden gedaan binnen een maand na de dag waarop de verzoeker van het besluit heeft kennis genomen of heeft kunnen kennis nemen.
2.4
Anders dan [verzoeker] stelt, gaat de termijn niet in op het moment waarop de notulen van de vergadering door hem zijn ontvangen, maar op het moment waarop hij van het besluit kennis heeft genomen. Dit volgt uit de tekst van artikel 5:130 lid 2 BW. Dat moment was onmiskenbaar tijdens de vergadering op 7 december 2009. De termijn van één maand om de vernietiging van het besluit uit te lokken ging dan ook in op 8 december 2009. Nu vaststaat dat [verzoeker] ruimschoots nadien, immers pas op 29 januari 2010, een verzoekschrift tot vernietiging heeft ingediend, moet [verzoeker] niet-ontvankelijk worden verklaard.
De bezwaren die [verzoeker] tegen het besluit heeft geformuleerd kunnen bij deze stand van zaken onbesproken worden gelaten.
3.
In het verloop van het geding en de uitkomst ervan vindt de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren. [verzoeker] had een punt waar het de inzage in de administratie van de VvE en de afgifte van kopieën betreft, maar hij krijgt op formele gronden ongelijk waar het zijn bezwaar tegen het boetebesluit betreft.
De beslissingen
De kantonrechter:
1.
verstaat dat het geschil inzake de inzage in en de afgifte van kopieën van administratieve bescheiden van de VvE tot genoegen van [verzoeker] is opgelost;
2.
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot vernietiging van het boetebesluit van 7 december 2010;
3.
bepaalt dat partijen hun eigen proceskosten moeten dragen.
Gegeven door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, en in het bijzijn van de griffier uitgesproken in de openbare terechtzitting van 25 november 2010.