ECLI:NL:RBZLY:2009:BL4112
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toedeling van huwelijkse schulden en regresrecht na WSNP
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, ging het om de toedeling van huwelijkse schulden in het kader van een verdelingsvonnis. Partijen, [eiser] en [gedaagde], waren tot 19 oktober 2004 in gemeenschap van goederen gehuwd. Op 11 juli 2005 werd de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) op [gedaagde] van toepassing verklaard, terwijl [eiser] om onbekende redenen niet werd toegelaten tot de WSNP. In een eerder verstekvonnis van 23 november 2005 werd de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld, waarbij beide partijen de helft van de huwelijkse schulden kregen toebedeeld. Op 11 juni 2007 eindigde de WSNP voor [gedaagde] met een schone lei.
[eiser] stelde dat het verdelingsvonnis niet was uitgevoerd en vorderde betaling van [gedaagde] voor de aflossingen die hij had gedaan op de huwelijkse schulden. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de toedeling van schulden in het verdelingsvonnis aan [gedaagde] niet betekende dat [eiser] was ontslagen van zijn hoofdelijke aansprakelijkheid, het regresrecht van [eiser] verviel. Dit was het geval omdat [gedaagde] inmiddels een schone lei had verkregen na de WSNP, waardoor [eiser] geen aanspraak meer kon maken op betaling van [gedaagde] voor schulden die vóór de WSNP waren aangegaan.
De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van [eiser] moesten worden afgewezen, omdat de schulden waarvoor hij verhaal zocht niet meer afdwingbaar waren. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken door mr. L.M. Rijksen op 18 november 2009.