ECLI:NL:RBZLY:2009:BK8550
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C.P. de Ridder
- A.W.M. van Hoof
- W.F. Roelink
- Rechtspraak.nl
Poging tot zware mishandeling met voorwaardelijk opzet in Lelystad
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 7 december 2009, stond de verdachte terecht voor poging tot zware mishandeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 16 augustus 2009 in Lelystad, waarbij de verdachte meerdere keren een persoon, aangeduid als [slachtoffer], heeft geslagen en geschopt, en haar keel heeft dichtgeknepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij aan de haren van het slachtoffer heeft getrokken, en heeft hem daarvan vrijgesproken. De rechtbank oordeelde echter dat de handelingen van de verdachte, waaronder het slaan en schoppen, wel degelijk gericht waren op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, en dat hij zich daarmee blootstelde aan de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zwaar letsel zou oplopen.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 77 dagen had geëist, niet volledig overgenomen. Gezien de ernst van het geweld en het strafrechtelijke verleden van de verdachte, heeft de rechtbank besloten om een gevangenisstraf van 107 dagen op te leggen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de impact op het slachtoffer. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 45 en 302 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.