ECLI:NL:RBZLY:2009:BK7576
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing van beslag door RCB Constructies B.V. in liquidatie
In deze zaak heeft RCB Constructies B.V. in liquidatie (hierna: RCB) een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] met als doel de opheffing van beslag dat door [gedaagde] was gelegd op vier bedrijfswagens van RCB. De procedure begon op 8 augustus 2009 met de betekening van de dagvaarding aan [gedaagde]. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 augustus 2009 heeft RCB verklaard dat zij in liquidatie is en dat de bedrijfsactiviteiten zijn gestaakt. RCB stelde dat zij een spoedeisend belang had bij de opheffing van het beslag, omdat zij een nieuwe bedrijfswagen moest aanschaffen en de in beslag genomen wagens moest inruilen.
De voorzieningenrechter heeft echter vastgesteld dat RCB in strijd met artikel 21 Rv relevante feiten heeft verzwegen, zoals het feit dat RCB in liquidatie is en dat de bedrijfswagens in gebruik zijn bij [A]. RCB heeft tijdens de mondelinge behandeling een andere weergave van de feiten gepresenteerd, wat leidde tot verwarring over haar werkelijke belangen. De voorzieningenrechter oordeelde dat RCB onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat er een spoedeisend belang was bij de gevorderde opheffing van het beslag.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van RCB afgewezen en RCB veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde], die zijn begroot op EUR 1.166,00. Dit vonnis is uitgesproken op 2 september 2009 door mr. G.A.M. Peper.