ECLI:NL:RBZLY:2009:BK7358

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
16 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/400186-09
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de verdachte in een strafzaak wegens geweld en diefstal

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, is de verdachte op 16 december 2009 geconfronteerd met twee tenlasteleggingen: afpersing en diefstal met geweld. De feiten vonden plaats op 15 juli 2009 in Zwolle, waar de verdachte samen met anderen een benadeelde partij heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee en een fiets heeft gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende informatie beschikbaar is over de verdachte om een verantwoorde beslissing te nemen over de strafmodaliteit. De verdachte heeft aangegeven open te staan voor een klinische behandeling, maar de rechtbank heeft behoefte aan meer informatie over de geschiktheid van een dergelijke behandeling. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en een indicatiebesluit aan te vragen bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. De rechtbank heeft ook de reclassering gevraagd om te rapporteren over de uitkomst van dit indicatiebesluit en de vervolgstappen. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, maar de rechtbank heeft de zaak geschorst voor onbepaalde tijd, met een maximum van drie maanden, om de benodigde rapportages te verkrijgen. De verdachte is bijgestaan door zijn advocaat, mr. L.J. Speijdel, en de zaak zal op een later tijdstip opnieuw worden behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnr. : 07.400186-09
Uitspraak: 16 december 2009
Tussenvonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
(verdachte)
geboren (geboorteplaats),
wonende te (adres)
thans verblijvende in de P.I. Overijssel, Huis van Bewaring Karelskamp te Almelo, Bornsestraat 333
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 december 2009. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. L.J. Speijdel, advocaat te Enschede.
De officier van justitie, mr. G.C. Pol, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte terzake het onder 1 en 2 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij tot het gevorderde bedrag wordt toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 juli 2009 te Zwolle tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (benadeelde partij 1) heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende onder meer: vijf euro, ID-kaart, bankpas, huissleutel, twee plectrums en/of één of meer legitimatiepasjes), in elk geval van enig goed
en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan (benadeelde partij 1), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader:
- de bagagedrager (van de fiets) van die (benadeelde partij 1) heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of (daarmee) die (benadeelde partij 1) de vrije doorgang heeft/hebben belemmerd en/of (vervolgens)
- opzettelijk dreigend tegen die (benadeelde partij 1) de woorden heeft/hebben gezegd:
"Ik wil geld hebben" en/of "Geef me je portemonnee", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 15 juli 2009 te Zwolle tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een herenfiets (Gazelle), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (benadeelde partij 2), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen (benadeelde partij 2), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijnmededader:
- op die (benadeelde partij 2) is/zijn toegelopen en/of (daarbij) voor die (benadeelde partij 2) is/zijn gaan staan en/of (daarbij) die (benadeelde partij 2) de vrije doorgang heeft/hebben belemmerd en/of (vervolgens)
- die (benadeelde partij 2) op/tegen diens hoofd heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens)
- opzettelijk dreigend tegen die (benadeelde partij 2) heeft/hebben gezegd: "Geef je portemonnee" en/of "Je speelt met je leven als je je portemonnee niet geeft", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
HEROPENING ONDERZOEK
De rechtbank is onder de beraadslaging gebleken, dat er onvoldoende informatie is omtrent de persoon van verdachte om tot een verantwoorde beslissing met betrekking tot de eventuele strafmodaliteit te komen. De rechtbank wenst met name nader te worden geïnformeerd over de vraag of, en zo ja welke, (klinische) behandeling voor verdachte is aangewezen en kan worden gerealiseerd. In zoverre is het onderzoek onvolledig.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zijn voorkeur uitgaat naar een eventuele behandeling bij Horeb en dat hij in elk geval niet terug wil naar het IMC, maar ookdat hij bereid is tot en gemotiveerd is voor een eventuele klinische behandeling bij een andere instelling in een verplicht juridisch kader.
De rechtbank acht het daarom gewenst dat door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie een indicatiebesluit betreffende aard, plaats en wijze van voor verdachte geschikte behandeling wordt uitgebracht en dat door de reclassering omtrent de uitkomst daarvan en de eventueel concreet te nemen vervolgstappen zal worden gerapporteerd.
Derhalve zal de rechtbank het onderzoek heropenen.
In de omstandigheid dat er enige tijd gemoeid zal zijn met het aanvragen van een indicatiestelling en het verkrijgen van een nadere rapportage door de reclassering, is de klemmende reden gelegen om het onderzoek –na heropening- voor langer dan een maand te schorsen. Die schorsing mag een termijn van drie maanden niet te boven gaan.
BESLISSING
De rechtbank heropent het onderzoek en schorst dit terstond voor onbepaalde tijd, met bepaling dat die schorsing een termijn van drie maanden niet zal overschrijden.
De rechtbank stelt de stukken wederom in handen van de officier van justitie, voor onderzoek en rapportage als hierboven omschreven.
De rechtbank beveelt de oproeping van de verdachte en zijn raadsman tegen een nader te bepalen terechtzitting en tijdstip.
Aldus gewezen door mr. H. Heins, voorzitter, mr. H.H.J. en mr. M. Willemse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O. Bahi als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 december 2009.
Mr. Harmeijer voornoemd was verhinderd dit tussenvonnis mede te ondertekenen.