ECLI:NL:RBZLY:2009:BK7330
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van ontucht en kinderpornografie met minderjarige kleindochter
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 22 december 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van ontucht en kinderpornografie met haar kleindochter. De verdachte, die de oma van het slachtoffer is, werd ervan beschuldigd dat zij op verschillende tijdstippen, samen met een medeverdachte, seksuele handelingen heeft gepleegd met haar kleindochter, die op dat moment minderjarig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstige beschuldigingen tegen de verdachte zijn geuit, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer en het vervaardigen van pornografische afbeeldingen. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor deze feiten werd veroordeeld, maar de verdediging heeft aangevoerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig beoordeeld, waaronder verklaringen van het slachtoffer, de medeverdachte en deskundigen. Ondanks de ernstige aard van de beschuldigingen, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte was en dat de verdachte van alle ten laste gelegde feiten moest worden vrijgesproken. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de verdachte onmiddellijk in vrijheid gesteld.