ECLI:NL:RBZLY:2009:BK7330

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
22 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/630225-09
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van ontucht en kinderpornografie met minderjarige kleindochter

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 22 december 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van ontucht en kinderpornografie met haar kleindochter. De verdachte, die de oma van het slachtoffer is, werd ervan beschuldigd dat zij op verschillende tijdstippen, samen met een medeverdachte, seksuele handelingen heeft gepleegd met haar kleindochter, die op dat moment minderjarig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstige beschuldigingen tegen de verdachte zijn geuit, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer en het vervaardigen van pornografische afbeeldingen. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor deze feiten werd veroordeeld, maar de verdediging heeft aangevoerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig beoordeeld, waaronder verklaringen van het slachtoffer, de medeverdachte en deskundigen. Ondanks de ernstige aard van de beschuldigingen, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte was en dat de verdachte van alle ten laste gelegde feiten moest worden vrijgesproken. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de verdachte onmiddellijk in vrijheid gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnr. : 07. 630225-09 P.
Uitspraak: 22 december 2009
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
(verdachte),
geboren op (geboortejaar),
wonende te (adres),
thans verblijvende (verblijfplaats).
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 8 december 2009. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Ruarus, advocaat te Delden.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij op één of meer tijdstippen of omstreeks 17 juni 2009 in de gemeente Enschede, althans in Nederland, tezamen en/of in vereniging, met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met (slachtoffer) (geboortejaar), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, één of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (slachtoffer), hebbende
verdachte en/of (één of meer van) haar mededader(s) (telkens) één of meermalen:
- met zijn/haar tong de vagina en/of de schaamlippen van die (slachtoffer) gelikt en/of
- zijn/haar tong tussen de schaamlippen en/of in de vagina van die (slachtoffer) gebracht en/of geduwd en/of
- met zijn/haar vinger(s) de schaamlippen en/of de vagina van die (slachtoffer) betast en/of
- zijn/haar vinger(s) tussen de schaamlippen en/of in de vagina van die (slachtoffer) gebracht en/of geduwd en/of bewogenen/of
- een massagestaaf, althans een voorwerp, tegen/op de schaamlippen en/of de vagina van die (slachtoffer) gehouden en/of geduwd en/of
- een massagestaaf, althans een voorwerp, tussen de schaamlippen en/of in de vagina van die (slachtoffer) gebracht en/of geduwd en/of bewogen;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(naam mededader) en/of zijn mededader(s) op één of meer tijdstippen of omstreeks 17 juni 2009 in de gemeente Enschede, althans in Nederland, tezamen en/of in vereniging, met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met (slachtoffer) (geboortejaar), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, één of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
(slachtoffer), hebbende verdachte en/of (één of meer van) zijn mededader(s) (telkens) één of meermalen:
- met zijn/haar tong de vagina en/of de schaamlippen van die (slachtoffer) gelikt en/of
- zijn/haar tong tussen de schaamlippen en/of in de vagina van die (slachtoffer) gebracht en/of geduwd en/of
- met zijn/haar vinger(s) de schaamlippen en/of de vagina van die (slachtoffer) betast en/of
- zijn/haar vinger(s) tussen de schaamlippen en/of in de vagina van die (slachtoffer) gebracht en/of geduwd en/of bewogen en/of
- een massagestaaf, althans een voorwerp, tegen/op de schaamlippen en/of de vagina van die (slachtoffer) gehouden en/of geduwd en/of
- een massagestaaf, althans een voorwerp, tussen de schaamlippen en/of in de vagina van die (slachtoffer) gebracht en/of geduwd en/of bewogen;
bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, toen daar, althans in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest door en/of tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, toen daar, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (telkens): terwijl verdachte
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) een seksuele voorkeur heeft voor jonge meisjes en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) (meermalen) naaktfoto's van (slachtoffer) had gemaakt en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) al dan niet op en/of met de computer en/of het internet kinderporno zocht en/of bekeek en/of verzamelde en/of in bezit had, althans had gezocht en/of bekeken en/of verzameld en/of in bezit had gehad en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) zich bij/kijkende naar kinderpornografische afbeeldingen en/of naar foto’s van (gedeeltelijk blote) jonge meisjes en/of naar een/die naaktfoto('s) van (slachtoffer) had afgetrokken
- die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) te informeren met betrekking tot het feit dat zij (als oppas oma) samen met (slachtoffer) in de woning op/aan de (adres) aanwezig was en/of door (vervolgens) die (slachtoffer) beschikbaar te stellen aan die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) en/of aldus (slachtoffer) binnen het bereik van die (naam mededader) te brengen en/of te laten en/of (vervolgens)
- toe te laten dat die (slachtoffer) alleen in het gezelschap van die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) was/waren of zich bevond(en), en/of/althans (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) voornoemd misdrijf pleegden en/of kon(den) plegen en/of kon(den) blijven plegen;
- op de uitkijk te staan teneinde die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) (tijdig) te (kunnen) waarschuwen bij onraad, gevaar en/of betrapping;
2.
zij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 april 2006 tot en met 17 juni 2009 in de gemeente Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met (slachtoffer), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft/hebben gepleegd, (telkens) hieruit bestaande dat zij en/of haar mededader(s):
- met zijn/haar tong de vagina en/of de schaamlippen en/of de borsten/tepels en/of andere delen van het lichaam van die (slachtoffer) heeft/hebben gelikt en/of gekust en/of
- met zijn/haar vinger(s) de vagina en/of de schaamlippen en/of de borsten/tepels en/of andere delen van het lichaam van die (slachtoffer) heeft/hebben betast en/of gestreeld en/of vastgepakt en/of
- een massagestaaf, althans een voorwerp, tegen/op de vagina en/of de schaamlippen van die (slachtoffer) heeft/hebben gehouden en/of geduwd en/of
- met zijn/haar handen de billen van die (slachtoffer) uit elkaar heeft/hebben geduwd;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(naam mededader) en/of zijn mededader(s) op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 april 2006 tot en met 17 juni 2009 in de gemeente Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met (slachtoffer), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft/hebben gepleegd, hieruit bestaande dat hij en/of zijn mededader(s):
- met zijn/haar tong de vagina en/of de schaamlippen en/of de borsten/tepels en/of andere delen van het lichaam van die (slachtoffer) heeft/hebben gelikt en/of gekust en/of
- met zijn/haar vinger(s) de vagina en/of de schaamlippen en/of de borsten/tepels en/of andere delen van het lichaam van die (slachtoffer) heeft/hebben betast en/of gestreeld en/of vastgepakt en/of
- een massagestaaf, althans een voorwerp, tegen/op de vagina en/of de schaamlippen van die (slachtoffer) heeft/hebben gehouden en/of geduwd en/of
- met zijn/haar handen de billen van die (slachtoffer) uit elkaar heeft/hebben geduwd
bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, toen daar, althans in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest door en/of tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, toen daar, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (telkens): terwijl verdachte
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) een seksuele voorkeur heeft voor jonge meisjes en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) (meermalen) naaktfoto's van (slachtoffer) had gemaakt en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) al dan niet op en/of met de computer en/of het internet kinderporno zocht en/of bekeek en/of verzamelde en/of in bezit had, althans had gezocht en/of bekeken en/of verzameld en/of in bezit had gehad en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) zich bij/kijkende naar kinderpornografische afbeeldingen en/of naar foto's van (gedeeltelijk blote) jonge meisjes en/of naar een/die naaktfoto('s) van (slachtoffer) had afgetrokken
- die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) te informeren met betrekking tot het feit dat zij (als oppas oma) samen met (slachtoffer) in de woning op/aan de (adres) aanwezig was en/of door (vervolgens) die (slachtoffer) beschikbaar te stellen aan die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) en/of aldus (slachtoffer) binnen het bereik van die (naam mededader) te brengen en/of te laten en/of (vervolgens)
- toe te laten dat die (slachtoffer) alleen in het gezelschap van die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) was/waren of zich bevond(en), en/of/althans (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) voornoemd misdrijf pleegden en/of kon(den) plegen en/of kon(den) blijven plegen;
- op de uitkijk te staan teneinde die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) (tijdig) te (kunnen) waarschuwen bij onraad, gevaar en/of betrapping;
3.
zij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 april 2006 tot en met 17 juni 2009 in de gemeente Enschede, tezamen en/of in vereniging, met een ander of anderen, althans alleen ontucht heeft gepleegd met de aan haar zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige (slachtoffer), (geboortejaar), immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s):
- met zijn/haar tong de vagina en/of de schaamlippen en/of de borsten/tepels en/of andere delen van het lichaam van die (slachtoffer) gelikt en/of gekust en/of
- met zijn/haar vinger(s) de vagina en/of de schaamlippen en/of de borsten/tepels en/of andere delen van het lichaam van die (slachtoffer) betast en/of gestreeld en/of vastgepakt en/of
- een massagestaaf, althans een voorwerp, tegen/op de vagina en/of de schaamlippen van die (slachtoffer) gehouden en/of geduwd en/of
- met zijn/haar handen de billen van die (slachtoffer) uit elkaar geduwd en/of
- de (linker)pols en/of de (linker) voet van die (slachtoffer) (met tape) aan elkaar vastgeplakt/vastgemaakt;
4.
zij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 17 juni 2009 in de gemeente Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en/of in vereniging, met een ander of anderen, althans alleen, twee (2) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) te weten één of meer computer(s) en/of (een) harddisk(s), bevattende (een) afbeelding(en) (telkens) heeft/hebben verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) -zakelijk weergegeven-,
zoals afgebeeeld op twee (2) foto's van (slachtoffer) (geboortejaar):
(slachtoffer) ligt met ontbloot onderlichaam op een beige/lichtbruin kleurig ribfluwelen sprei/deken/kleed. Op de eerste afbeelding is het onderlichaam met opgetrokken benen van (slachtoffer) te zien. Hierbij worden de billetjes door twee mannenhanden uit elkaar getrokken. Op de tweede afbeelding is (ook) het ontblote onderlichaam met opgetrokken beentjes van (slachtoffer) zichtbaar. Hierbij worden de billetjes door twee mannenhanden uit elkaar getrokken. Om de linkerpols van de mannenhand zit een horloge met een metaalkleurige band.
Deze twee multimediafiles zijn vermoedelijk gemaakt op 29 oktober 2008 om respectievelijk 11.55.25 uur en om 11.56.34 uur.
(xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een beroep of een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(naam mededader) en/of zijn mededader(s) op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 17 juni 2009 in de gemeente Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en/of in vereniging, met een ander of anderen, althans alleen, twee (2) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) te weten één of meer computer(s) en/of (een) harddisk(s), bevattende (een) afbeelding(en) (telkens) heeft/hebben verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) -zakelijk weergegeven-,
zoals afgebeeeld op twee (2) foto's van (slachtoffer) (geboortejaar):
(slachtoffer) ligt met ontbloot onderlichaam op een beige/lichtbruin kleurig ribfluwelen sprei/deken/kleed. Op de eerste afbeelding is het onderlichaam met opgetrokken benen van (slachtoffer) te zien. Hierbij worden de billetjes door twee mannenhanden uit elkaar getrokken. Op de tweede afbeelding is (ook) het ontblote onderlichaam met opgetrokken beentjes van (slachtoffer) zichtbaar. Hierbij worden de billetjes door twee mannenhanden uit elkaar getrokken. Om de linkerpols van de mannenhand zit een horloge met een metaalkleurige band.
Deze twee multimediafiles zijn vermoedelijk gemaakt op 29 oktober 2008 om respectievelijk 11.55.25 uur en om 11.56.34 uur.
(xxxxxxxxxxxxxxxxxxx)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een beroep of een gewoonte heeft/hebben gemaakt
bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, toen daar, althans in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest door en/of tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, toen daar, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (telkens): terwijl verdachte
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) een seksuele voorkeur heeft voor jonge meisjes en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) (meermalen) naaktfoto's van (slachtoffer) had gemaakt en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) al dan niet op en/of met de computer en/of het internet kinderporno zocht en/of bekeek en/of verzamelde en/of in bezit had, althans had gezocht en/of bekeken en/of verzameld en/of in bezit had gehad en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) zich bij/kijkende naar kinderpornografische afbeeldingen en/of naar foto's van (gedeeltelijk blote) jonge meisjes en/of naar een/die naaktfoto('s) van (slachtoffer) had afgetrokken
- die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) te informeren met betrekking tot het feit dat zij (als oppas oma) samen met (slachtoffer) in de woning op/aan de (adres) aanwezig was en/of door (vervolgens) die (slachtoffer) beschikbaar te stellen aan die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) en/of aldus (slachtoffer) binnen het bereik van die (naam mededader) te brengen en/of te laten en/of (vervolgens)
- toe te laten dat die (slachtoffer) alleen in het gezelschap van die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) was/waren of zich bevond(en), en/of/althans (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) voornoemd misdrijf pleegden en/of kon(den) plegen en/of kon(den) blijven plegen;
- op de uitkijk te staan teneinde die (naam mededader) en/of zijn mededader(s)(tijdig) te (kunnen) waarschuwen bij onraad, gevaar en/of betrapping;
5.
zij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 17 juni 2009 in de gemeente Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en/of in vereniging, met een ander of anderen, althans alleen, elf (11) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) te weten één of meer computer(s) en/of (een) harddisk(s), bevattende (een) afbeelding(en) (telkens) heeft/hebben verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) -zakelijk weergegeven-
- zoals afgebeeld op drie (3) foto's van (slachtoffer) (geboortejaar), die vermoedelijk zijn gemaakt op 22 augustus 2008 om respectievelijk 10.39.19 uur, 10.39.37 uur en 10.40.21 uur: (slachtoffer) is hierbij naakt en ligt wijdbeens op haar rug op een zwart/wit dekbed met diverse motieven. Ze draagt roze sokjes met daarop donkere bloemetjes. Haar vagina komt hierbij nadrukkelijk in beeld en/of
- zoals afgebeeld op acht (8) foto's van (slachtoffer) (geboren op 28 april 2006), die vermoedelijk zijn gemaakt op 27 augustus 2008 tussen 08.49.27 uur en 08.54.41 uur: (slachtoffer) ligt naakt op haar rug met gespreide beentjes op een dekbed. Dit dekbed is licht- en donkerbruin gestreept met op de randen rode stiksels. Op de eerste twee afbeeldingen ligt ze op een opengeslagen luier op het dekbed. Haar linkerpols en linkervoetje zijn hierbij met een soort witte tape aan elkaar vast geplakt. Op de volgende drie multimediafiles ligt ze met opgetrokken beentjes op het dekbed. Haar linkerpols en voetje zijn niet meer aan elkaar vastgeplakt. Ze ligt nog wel met haar bips op de opengeslagen luier. Op de laatste drie afbeeldingen ligt ze zonder luier wijdbeens op het dekbed. Op al deze acht afbeeldingen wordt haar vagina nadrukkelijk in beeld gebracht.
(xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een beroep of een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
althans, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
(naam mededader) en/of zijn mededader(s) op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 17 juni 2009 in de gemeente Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en/of in vereniging, met een ander of anderen, althans alleen, elf (11) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) te weten één of meer computer(s) en/of (een) harddisk(s), bevattende (een) afbeelding(en) (telkens) heeft/hebben verspreid en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) -zakelijk weergegeven-
- zoals afgebeeld op drie (3) foto's van (slachtoffer) (geboortejaar), die vermoedelijk zijn gemaakt op 22 augustus 2008 om respectievelijk 10.39.19 uur, 10.39.37 uur en 10.40.21 uur: (slachtoffer) is hierbij naakt en ligt wijdbeens op haar rug op een zwart/wit dekbed met diverse motieven. Ze draagt roze sokjes met daarop donkere bloemetjes. Haar vagina komt hierbij nadrukkelijk in beeld en/of
- zoals afgebeeld op acht (8) foto's van (slachtoffer) (geboortejaar), die vermoedelijk zijn gemaakt op 27 augustus 2008 tussen 08.49.27 uur en 08.54.41 uur: (slachtoffer) ligt naakt op haar rug met gespreide beentjes op een dekbed. Dit dekbed is licht- en donkerbruin gestreept met op de randen rode stiksels. Op de eerste twee afbeeldingen ligt ze op een opengeslagen luier op het dekbed. Haar linkerpols en linkervoetje zijn hierbij met een soort witte tape aan elkaar vast geplakt. Op de volgende drie multimediafiles ligt ze met opgetrokken beentjes op het dekbed. Haar linkerpols en voetje zijn niet meer aan elkaar vastgeplakt. Ze ligt nog wel met haar bips op de opengeslagen luier. Op de laatste drie afbeeldingen ligt ze zonder luier wijdbeens op het dekbed. Op al deze acht afbeeldingen wordt haar vagina nadrukkelijk in beeld gebracht.
(xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een beroep of een gewoonte heeft/hebben gemaakt bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, toen daar, althans in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest door en/of tot het plegen van welk
misdrijf zij, verdachte, toen daar, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (telkens):terwijl verdachte
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) een seksuele voorkeur heeft voor jonge meisjes en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) (meermalen) naaktfoto's van (slachtoffer) had gemaakt en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) al dan niet op en/of met de computer en/of het internet kinderporno zocht en/of bekeek en/of verzamelde en/of in bezit had, althans had gezocht en/of bekeken en/of verzameld en/of in bezit had gehad en/of
= wist, althans had moeten weten, dat die (naam mededader) zich bij/kijkende naar kinderpornografische afbeeldingen en/of naar foto's van (gedeeltelijk blote) jonge meisjes en/of naar een/die naaktfoto('s) van (slachtoffer) had afgetrokken
- die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) te informeren met betrekking tot het feit dat zij (als oppas oma) samen met (slachtoffer) in de woning op/aan de (adres) aanwezig was en/of door (vervolgens) die (slachtoffer) beschikbaar te stellen aan die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) en/of aldus (slachtoffer) binnen het bereik van die (naam mededader) te brengen en/of te laten en/of (vervolgens)
- toe te laten dat die (slachtoffer) alleen in het gezelschap van die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) was/waren of zich bevond(en), en/of/althans (anderszins) toe te laten, althans niet (door woorden en/of daden) te voorkomen, dat die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) voornoemd misdrijf pleegden en/of kon(den) plegen en/of kon(den) blijven plegen;
- op de uitkijk te staan teneinde die (naam mededader) en/of zijn mededader(s) (tijdig) te (kunnen) waarschuwen bij onraad, gevaar en/of betrapping;
FORMELE VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie, mr. S.T.C. van der Werf, acht overeenkomstig de inhoud van het aan de rechtbank overgelegde schriftelijke requisitoir het 1. primair, 2. primair, 3., 4. primair en 5. primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, telkens in vereniging gepleegd. Zij heeft ter terechtzitting de veroordeling van verdachte ter zake van deze feiten gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht verdachte vrij te spreken van alle primair en subsidiair telastegelegde feiten nu er geen sprake is van wettig bewijs dan wel nu de overtuiging dat verdachte de feiten heeft begaan, ontbreekt. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om verdachte, bij een bewezenverklaring van één of meer feit(en), een schuldigverklaring zonder straf of maatregel op te leggen en meer subsidiair verdachte tot een taakstraf te veroordelen.
Het oordeel van de rechtbank
De vaststaande feiten
Verdachte is de oma van (slachtoffer), (geboortejaar). Op twee vaste dagen in de week, te weten op de woensdag en de vrijdag, paste verdachte op op (slachtoffer). Op deze dagen kwam de buurman (naam mededader) (hierna te noemen: (naam mededader)) wel eens op bezoek. (naam mededader) bracht dan vaak snoepjes, iets anders lekkers of een tekenfilm voor (slachtoffer) mee . Nadat verdachte op 17 juni 2009 wederom op (slachtoffer) had gepast, droeg zij (slachtoffer) om 12.45 uur aan de moeder van (slachtoffer), (moeder slachtoffer) (hierna te noemen: (moeder slachtoffer)), over en meldde daarbij geen bijzonderheden. Diezelfde middag hoorde (moeder slachtoffer) (slachtoffer) vanaf de wc “au, au” roepen, waarna (moeder slachtoffer) bij aankomst bij het toilet bloedvlekken in de onderbroek van (slachtoffer) zag zitten. Op de vraag van (moeder slachtoffer) aan (slachtoffer) hoe zij daaraan kwam, antwoordde (slachtoffer): “Dat heeft (naam mededader) gedaan” en vervolgens “(naam mededader) heeft likken gedaan”. Na door de huisarts te zijn doorgestuurd naar het ziekenhuis, werd door de gynaecoloog aldaar vastgesteld dat er bij (slachtoffer) sprake was van inwendig vaginaal letsel. Tijdens het politieonderzoek dat vervolgens is gestart, komt (naam mededader) als verdachte van het plegen van ontucht met (slachtoffer) in beeld. Bij huiszoeking worden op zijn computer kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen, waaronder een dertiental foto’s waarop (slachtoffer) te zien is. Naar aanleiding van vorenbedoeld politieonderzoek, waarbij vast is komen te staan dat de eerder bedoelde 13 foto’s op vaste oppasdagen van verdachte zijn gemaakt , is er tegen verdachte de verdenking ontstaan dat zij – kort gezegd- bij het plegen van ontucht met (slachtoffer) en het maken van pornografische afbeeldingen van haar betrokken is geweest. (naam mededader) heeft daarbij ter zake deze feiten een voor verdachte belastende verklaring afgelegd. Verdachte is vervolgens voor deze feiten vervolgd.
Voordat de rechtbank zich zal uitlaten over het bewijs in deze zaak tegen verdachte, dient voorop te worden gesteld dat buiten kijf is, dat er met (slachtoffer) verschrikkelijke dingen zijn gebeurd, waarvan slechts te hopen valt dat zij daarvan in haar verdere leven geen (al te grote) gevolgen meer zal ondervinden.
De rechtbank is aangaande de tegen verdachte bestaande verdenkingen tot de volgende conclusies gekomen.
Algemene bewijsoverwegingen
Verdachte wordt verdacht van het medeplegen van de 5 in de dagvaarding genoemde feiten dan wel de medeplichtigheid aan 4 van die feiten. Voor een bewezenverklaring van het medeplegen is vereist dat het opzet van verdachte op de verweten gedragingen kan worden bewezen, alsmede dat kan worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte (naam mededader). In de medeplichtigheidsvariant dient niet alleen opzet op de gedraging zelf maar ook opzet op de medeplichtigheid te worden bewezen, waarbij er sprake van dient te zijn dat verdachte medeverdachte (naam mededader) bij het plegen van de feiten behulpzaam is geweest.
Voor wat betreft het bewijs van het vorenbedoelde opzet en de verdere rol van verdachte bij de telastegelegde feiten, zijn er de verklaringen van de medeverdachte (naam mededader). Hoewel (naam mededader) een groot aantal verklaringen heeft afgelegd en over de verschillende feiten ten aanzien van verdachte soms meermaals belastend heeft verklaard, kan dit niet wegnemen dat al deze verklaringen maar slechts van één bron afkomstig zijn. Tegen die achtergrond, en in aanmerking genomen de rol van (naam mededader) als medeverdachte en gelet ook op de opstelling van (naam mededader) zoals die bij verschillende politieverhoren is geweest, moet naar het oordeel van de rechtbank in beginsel behoedzaamheid worden betracht met het gebruiken van die verklaringen - of onderdelen daarvan – tegen verdachte en moet bezien worden of er objectieve aanknopingspunten in het dossier voorhanden zijn die de beweringen van (naam mededader) ondersteunen. Dit geldt te meer nu verdachte van aanvang af pertinent haar betrokkenheid bij de ten laste gelegde feiten heeft ontkend. Gezien deze omstandigheid, komt naar het oordeel van rechtbank bijzondere betekenis toe aan eventueel voorhanden zijnde min of meer objectieve bewijsmiddelen.
De rechtbank constateert dat in het dossier een aantal van dergelijke bewijsmiddelen aanwezig is. De rechtbank merkt daarbij op dat, hoewel de hierna te noemen bewijsmiddelen zijn onderverdeeld naar feit, voor het merendeel van deze bewijsmiddelen geldt dat deze ook (indirect) op de andere feiten betrekking hebben.
Ten aanzien van feit 1., 2. en 3.:
1. het door de gynaecoloog vastgestelde inwendig vaginaal letsel bij (slachtoffer), de geneeskundige verklaring van de forensische arts hieromtrent en de verklaring van de kinderarts hierover ;
2. het deskundigenrapport, opgemaakt door (naam arts), waarin een oordeel is gegeven over het bij (slachtoffer) op 17 juni 2009 aangetroffen letsel in de vagina ;
3. het overzicht van telefonische contacten die op 17 juni 2009 tussen verdachte en (naam mededader) hebben plaatsgevonden ;
4. de verklaring van de moeder van (slachtoffer) dat (slachtoffer) tegen haar heeft gezegd: “(naam mededader) heeft likken gedaan” en op haar vraag waar verdachte was op het moment dat (naam mededader) haar likte, heeft gezegd dat verdachte beneden was ;
5. het dagboek van de moeder van (slachtoffer) waarin zij heeft opgeschreven dat (slachtoffer) op 17 juni 2009 tegen haar en tegen de kinderarts heeft gezegd: “(naam mededader) heeft likken gedaan” en dat (slachtoffer) op de vraag van de kinderarts waar dit was gebeurd heeft geantwoord: “boven op bed” (dagboekaantekeningen (moeder slachtoffer), p. 1014).
Ten aanzien van feit 4. en 5.:
6. een proces-verbaal terzake de op de harde schijf van de computer van (naam mededader) aangetroffen 13 foto’s waarop (slachtoffer) te zien is, waarvan op 2 foto’s is te zien dat de linkerpols en het linkeronderbeen van (slachtoffer) met een soort witte tape aan elkaar geplakt zijn en waarvan op 2 foto’s is te zien dat de billetjes van (slachtoffer) door twee handen uit elkaar worden getrokken ;
7. een proces-verbaal terzake het onderzoek naar de camera waarmee vorenbedoelde 13 foto’s zijn gemaakt en waaruit blijkt dat ten tijde van het maken van deze foto’s geen zelfontspanner is gebruikt. Blijkens het onderzoek zijn de 13 foto’s respectievelijk op 22 augustus 2008, 27 augustus 2008 en 29 oktober 2008 gemaakt ;
8. een proces-verbaal waarin is vermeld dat de 13 foto’s zoals hiervoor bedoeld, zijn gemaakt op de vaste oppasdagen van verdachte ;
9. een proces-verbaal waarin is vermeld dat de ondergrond op de 2 foto’s-met-de-handen overeenkomt met de ribstof van de zitbank in de woonkamer van (slachtoffer) ;
10. een proces-verbaal terzake het onderzoek naar vorenbedoelde 2 foto’s-met-de-handen, waarbij wordt geconcludeerd dat de twee handen de handen van (naam mededader) kunnen zijn ;
11. de verklaring van de moeder van (slachtoffer) dat zij de dekbedden op 2 van de hiervoor bedoelde 13 foto’s herkent als de dekbedden die zij voor hun eigen bedden gebruik(t)en ;
12. een proces-verbaal terzake het onderzoek naar de camera waarmee de 13 foto’s zijn gemaakt en waarin melding wordt gemaakt van een terzake de 2 foto’s-met-de-handen uitgevoerde test, waarbij is geprobeerd om de camera tussen borst en kin te bedienen zonder handen te gebruiken. De verbalisant rapporteert dat het hem niet is gelukt om op deze wijze een foto te maken soortgelijk aan de eerder bedoelde 2 foto’s-met-de-handen .
De rechtbank stelt voorts vast dat indien de betrokkenheid van verdachte bij één van de feiten kan worden bewezen, daarmee eveneens vast komt te staan dat verdachte op enig moment op de hoogte is geraakt van de veronderstelde seksuele voorkeur van (naam mededader) voor jonge meisjes als (slachtoffer). Een bewezenverklaring van één van de feiten zou in dat geval kunnen bijdragen aan het bewijs voor de andere feiten, in die zin dat verdachte er mogelijk een verwijt van zou kunnen worden gemaakt dat zij (slachtoffer) in de buurt van (naam mededader) liet verkeren, terwijl zij wist dan wel moest vermoeden dat (naam mededader) tot het plegen van seksuele handelingen met (slachtoffer) dan wel het maken van pornografische afbeeldingen van (slachtoffer) in staat was.
De rechtbank zal nu overgaan tot de bespreking van de feiten, waarbij allereerst aandacht wordt besteed aan de vraag naar de betrokkenheid van verdachte bij het vervaardigen dan wel het in bezit hebben van de pornografische afbeeldingen van (slachtoffer), zoals telastegelegd onder feit 4. en 5., aangezien de op die feiten betrekking hebbende foto’s van (slachtoffer) in deze zaak de meest tastbare informatie omtrent de aan verdachte verweten gedragingen bevatten.
Overwegingen ten aanzien van het onder 4 en 5 primair ten laste gelegde
(naam mededader) heeft terzake deze afbeeldingen - kort gezegd- verklaard dat verdachte bij de vervaardiging daarvan een actieve rol heeft gespeeld, in die zin dat zij – onder meer - een aantal foto’s van (slachtoffer) zou hebben gemaakt, (slachtoffer) zou hebben uitgekleed, haar bij het maken van de foto’s rustig zou hebben gehouden en (slachtoffer) aanwijzingen zou hebben gegeven .
Allereerst dient te worden gesteld dat op geen van de foto’s verdachte is te zien. Vast staat wel dat alle 13 foto’s zijn gemaakt op dagen waarop verdachte heeft opgepast . Ten aanzien van 2 van deze 13 foto’s, waarop is te zien dat 2 mannenhanden het lichaam van (slachtoffer) vasthouden, is bij onderzoek gebleken dat het de handen van (naam mededader) kunnen zijn. Verder staat vast dat de op sommige foto’s zichtbare dekbedden zijn herkend als zijnde afkomstig uit de woning van (slachtoffer) en dat van een stukje bruine stof op de foto-met-de-handen in het loopproces-verbaal is vermeld, hetgeen ook ter zitting door verdachte is verklaard, dat dit lijkt op de stof op de bank in de woonkamer van de woning van (slachtoffer).
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van het voorafgaande hoogstens aan te nemen dat de foto’s in de woning van (slachtoffer) én op de vaste oppasdagen van verdachte zijn gemaakt, maar afgezien van de belastende verklaringen van (naam mededader) is er daarmee geen direct bewijs geleverd dat verdachte daadwerkelijk heeft geassisteerd bij het maken van de foto’s dan wel dat zij van het maken van die foto’s op de hoogte is geweest.
Het meest klemmend is dat bij de twee foto’s-met-de-handen nu uit onderzoek is gebleken dat die niet met de zelfontspanner zijn gemaakt en uit de in het hiervoor onder 12 genoemde proces-verbaal bedoelde test is af te leiden dat deze foto’s moeilijk door een en dezelfde persoon met de camera tussen de borst en de kin kunnen zijn genomen.
Het feit dat ook die foto’s zijn gemaakt op een oppasdag van verdachte en in de woning van (slachtoffer) en dat verdachte heeft verklaard dat er nooit iemand anders in de woning is geweest, laat - mede gelet op de ruime tenlastegelegde periode - onverlet dat niet valt uit te sluiten dat (naam mededader) assistentie heeft gehad van een ander dan verdachte dan wel dat hij deze foto’s toch op enigerlei andere wijze en buiten de aanwezigheid van verdachte heeft kunnen maken.
Verdachte heeft in dat kader verklaard dat het wel voorkwam dat (naam mededader) even op (slachtoffer) paste terwijl zij van boven een luier haalde of dat het voorkwam dat (naam mededader) naar boven ging om achter de computer van de vader van (slachtoffer)- met wie hij destijds bevriend was - te zitten, terwijl (slachtoffer) zich eveneens boven en verdachte zich beneden bevond. Dat de foto’s op dit soort momenten door (naam mededader) – al dan niet met een ander dan verdachte- zouden kunnen zijn gemaakt, is niet uit te sluiten. Tegen die achtergrond hecht de rechtbank betekenis aan het feit dat voor de foto’s geldt dat het gaat om een relatief beperkt aantal (13 stuks), die slechts op 3 data zijn genomen, elke keer binnen het tijdsbestek van enkele minuten. Deze omstandigheden kunnen de veronderstelling ondersteunen dat (naam mededader) de foto’s maakte terwijl verdachte zich even niet in de nabijheid van (slachtoffer) bevond.
Daarnaast geldt in het bijzonder voor de foto’s waarop is te zien dat een arm en been van (slachtoffer) is vast getapet, dat daarbij snel de conclusie kan worden getrokken dat het slachtoffer zich (luidkeels) zal hebben verzet, maar meer dan een aanname is dat niet en enig objectief bewijs daarvoor ontbreekt. Ook in het geval er wel sprake is geweest van enig verzet van de kant van (slachtoffer), is het de vraag of verdachte die - zoals de rechtbank ter zitting uit eigen waarneming meermaals heeft ervaren - hardhorend is, dit gehoord heeft. Daar komt bij dat beide ouders van (slachtoffer) hebben verklaard dat (slachtoffer) een meisje is dat onder beloften van iets leuks of lekkers bereid is om dingen voor je te doen. Niet uit te sluiten valt dat (naam mededader) daarvan bij het maken van de foto’s misbruik heeft gemaakt, met name nu er tussen haar en (naam mededader), zo verklaren de vader en moeder van (slachtoffer) beiden, van een vertrouwensband sprake was.
Gelet op het voorafgaande, is de rechtbank van oordeel dat voor de verklaring van (naam mededader) dat verdachte een actieve rol heeft gespeeld bij het vervaardigen van de foto’s onvoldoende overtuigend steunbewijs voorhanden is. De rechtbank acht het daarbij van belang, zonder verder een oordeel over de betrouwbaarheid van de verklaring van (naam mededader) te geven, dat zijn verklaring over de motieven van verdachte om - onder andere - bij het maken van de foto’s te assisteren, onvoldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen. (naam mededader) heeft verklaard dat verdachte uit geldelijk gewin voor haar zelf meedeed en soms zelf het initiatief nam. De rechtbank is echter van oordeel dat het door de officier van justitie overgelegde overzicht van pintransacties van (naam mededader) daartoe volstrekt ontoereikend is gezien de kleine bedragen die (naam mededader) opnam, afgezet tegen de beduidend hogere bedragen die hij verdachte zou hebben betaald en welk geld volgens zijn eigen beweringen zou zijn opgenomen van de rekening waarvan het pinoverzicht is verstrekt. Daar komt bij dat ook na onderzoek van de bankrekeningen van verdachte niet is gebleken dat zij dergelijke grote bedragen zou hebben ontvangen.
Aangezien de rechtbank de directe betrokkenheid van verdachte, zoals door (naam mededader) is verklaard, bij het vervaardigen van de foto’s aldus niet uit de bewijsmiddelen heeft kunnen afleiden, kunnen deze feiten in die zin ook niet bijdragen aan het bewijs voor de feiten 1., 2. en 3.
Overwegingen ten aanzien van het onder 2. primair en 3. ten laste gelegde
Wat betreft het onder 2. en 3. telastegelegde, te weten -kort gezegd- de betrokkenheid van verdachte bij het plegen van ontucht met (slachtoffer) gedurende een langere periode, komt het bewijs van deze feiten, in aanmerking genomen hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de foto’s, goeddeels te rusten op de verklaringen van (naam mededader).
De omstandigheid dat (slachtoffer) heeft verklaard dat (naam mededader) haar heeft gelikt acht de rechtbank op zichzelf genomen onvoldoende als steunbewijs voor de eventuele betrokkenheid van verdachte. De rechtbank acht aannemelijk dat deze uitlating van (slachtoffer) enkel ziet op het gebeurde op 17 juni 2009, zoals onder 1. is telastegelegd, en niet meer dan dat. (slachtoffer) heeft immers niet meer gezegd dan dat (naam mededader) haar heeft gelikt. Enig inzicht in de periode of de frequentie blijkt hier niet uit, laat staan dat zij iets heeft gezegd over de nadere onder de feiten 2. en 3. opgenomen feitelijkheden. Daar komt bij dat, anders dan de officier van justitie heeft gesteld, (slachtoffer) – blijkens de dagboekaantekeningen van haar moeder - niet heeft verklaard: (naam mededader) doet altijd likken, maar dat in het door de officier van justitie bij requisitoir op dit punt geciteerde dagboekfragment enkel valt te lezen: “(naam mededader) doet likken”. Ook aan de in die dagboekpassage voorkomende zinsnede “Oma Kelly mag niet komen want (naam mededader) doet likken aan mijn kont” kan naar het oordeel van de rechtbank geen doorslaggevende betekenis worden toegekend nu die passage voor meer dan één uitleg vatbaar is.
Gelet op het voorgaande en bij gebreke van enig ander bewijs is de rechtbank van oordeel dat eveneens onvoldoende overtuigend steunbewijs voorhanden is voor de betrokkenheid van verdachte bij het plegen van ontucht met (slachtoffer).
Overwegingen ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde
Wat betreft de onder 1. telastegelegde betrokkenheid van verdachte bij het seksueel binnendringen van (slachtoffer) op 17 juni 2009 overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte heeft over het gebeuren op 17 juni 2009 verklaard dat (slachtoffer) die ochtend van de schommel was gevallen, waarna verdachte haar lichamelijk zou hebben onderzocht maar geen letsel bij (slachtoffer) heeft kunnen ontdekken. Vervolgens zou (slachtoffer) met (naam mededader) zijn meegegaan om bij hem thuis een ijsje te eten, zo verklaart verdachte, terwijl zij zelf in de tuin is gaan werken. (slachtoffer) zou na een korte tijd weer naar huis zijn teruggekeerd terwijl ze onder het ijs zat. Verdachte verklaart verder dat zij, toen zij ’s middags door haar zoon op de hoogte werd gebracht van het bloed dat in de onderbroek van (slachtoffer) was gevonden, er niet meteen aan heeft gedacht dat dit door de val van de schommel zou kunnen zijn gekomen, maar dat deze mogelijkheid later wel in haar is opgekomen. Dat zij vervolgens niet van de val van de schommel aan haar zoon heeft verteld, was - zo verklaart zij - omdat zij bang was dat zij dan niet meer op (slachtoffer) zou mogen passen. Als verklaring voor het veelvuldige telefonische contact dat er die namiddag tussen haar en (naam mededader) is geweest, heeft verdachte aangegeven dat zij van (naam mededader) wilde weten wat hij met (slachtoffer) had gedaan nu hij haar voor het laatst in handen had gehad. Daarvan heeft verdachte ter zitting uitgelegd dat zij met “in handen hebben” letterlijk bedoeld heeft dat (slachtoffer) aan de hand van (naam mededader) is meegegaan voor een ijsje.
De officier van justitie heeft voor het bewijs van de betrokkenheid van verdachte bij dit feit ten eerste laten meewegen dat zij het niet geloofwaardig acht dat verdachte zou zijn vergeten aan de ouders van (slachtoffer) meteen te vertellen dat (slachtoffer) van de schommel zou zijn gevallen. Ten tweede heeft zij laten meewegen dat er die avond veelvuldig telefonisch contact tussen verdachte en (naam mededader) is geweest. Op grond van deze omstandigheden in combinatie met de verklaring van (naam mededader) hierover, is de officier van justitie van mening dat verdachte het verhaal over de schommel heeft verzonnen en dat het er op lijkt dat verdachte en (naam mededader) hun verklaringen met betrekking tot de val van de schommel op elkaar hebben afgestemd. De officier van justitie heeft daarbij aangevoerd dat zij in haar mening wordt gesterkt door het deskundigenrapport van de heer Bilo waaruit blijkt dat een val van een schommel geen plausibele verklaring is voor het bij (slachtoffer) geconstateerde inwendige letsel.
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat op grond van de thans voorhanden zijnde bewijsmiddelen niet uit te sluiten is dat het scenario dat (slachtoffer) eerst van de schommel is gevallen en later met verdachte (naam mededader) is meegegaan om een ijsje te eten, zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. Verdachte heeft weliswaar pas op een laat moment melding gemaakt van de val van de schommel en geconstateerd kan worden dat er vanaf de namiddag meermalen contact is geweest tussen de telefoons van verdachte en (naam mededader), maar dit is onvoldoende om de verdenking van verdachte bij betrokkenheid bij dit feit te kunnen schragen. Uit het persoonlijkheidsonderzoek blijkt bovendien dat verdachte een beperkte intelligentie heeft. Ook de moeder van (slachtoffer) heeft over verdachte gezegd: “In doen, denken en laten is het een klein kind”en “ik praat met haar als met een kind”. Bij het onderzoek ter zitting is verdachte ook op de rechtbank overgekomen als iemand met een uiterst beperkte denk- en belevingswereld. Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank in het specifieke geval van verdachte niet zonder meer voor de hand liggend te achten dat van een val van de schommel, zoals beschreven door verdachte, bij de overdracht van het kind aan de ouders melding wordt gemaakt. De, zoals verdachte heeft verklaard, later opgekomen angst om niet meer op (slachtoffer) te mogen oppassen indien haar ouders van de val te weten zouden komen, is - gelet op het feit dat (slachtoffer) een belangrijk onderdeel van het leven van verdachte uitmaakt - niet zonder meer onaannemelijk. Verder is het zeer de vraag of verdachte gezien haar beperkingen in eerste instantie heeft kunnen bedenken dat het letsel bij (slachtoffer) en het bloed in haar onderbroek niet door de val konden zijn gekomen. Dat verdachte daar mogelijk later toch twijfel over heeft gehad, kan een verklaring zijn voor het feit dat zij (naam mededader) die middag meermalen heeft geprobeerd te bellen om hem te vragen wat er met (slachtoffer) was gebeurd. Dat de inhoud van die telefoongesprekken van een andere strekking was, blijkt niet uit de printgegevens en kan ook niet op grond van de verklaringen van (naam mededader) op dit punt worden vastgesteld nu die verklaringen naar het oordeel van de rechtbank niet al te consistent zijn te noemen.
De omstandigheid dat verdachte in eerste instantie heeft nagelaten de val te melden en het feit dat er die middag meerdere telefoongesprekken tussen (naam mededader) en verdachte hebben plaatsgevonden, kunnen naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet redengevend zijn voor het bewijs.
Nu er voorts geen ander bewijs voorhanden is, concludeert de rechtbank dat er ten aanzien van de belastende verklaring van (naam mededader), waarin hij verdachte een medeplegende rol in de betrokkenheid bij dit feit heeft toegedicht , onvoldoende overtuigend steunbewijs voorhanden is.
Conclusie medeplegen feiten 1 t/m 5
Gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van de feiten 1. tot en met 5. is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat voor de door (naam mededader) geschetste actieve betrokkenheid van verdachte bij de telastegelegde feiten onvoldoende steunbewijs voorhanden is . De rechtbank is op grond daarvan tot het oordeel gekomen dat van een nauwe en bewuste samenwerking tussen (naam mededader) en verdachte niet is gebleken en dat ten aanzien van het medeplegen van de 5 telastegelegde feiten aldus onvoldoende overtuigend bewijs voorhanden is, hetgeen tot gevolg heeft dat verdachte van alle primair telastegelegde feiten dient te worden vrijgesproken.
Overwegingen ten aanzien van het onder 1, 2, 4 en 5 telkens subsidiair ten laste gelegde
De vraag blijft nu of er ter zake de medeplichtigheid aan deze feiten een bewezenverklaring kan volgen.
De rechtbank stelt in dat kader allereerst vast dat wederom alleen de verklaring van (naam mededader) een direct aanknopingspunt bevat waaruit zou kunnen worden afgeleid dat verdachte op de hoogte was van (naam mededader)s seksuele voorkeur voor kinderen . Dat verdachte heeft gezien dat (naam mededader) kinderporno op zijn computer had staan en wist dat (naam mededader) zich bij die foto’s zou hebben afgetrokken, wordt echter door verdachte ontkend, en vindt geen steun in andere bewijsmiddelen. Dat verdachte wist of had moeten weten dat (naam mededader) naaktfoto’s van (slachtoffer) heeft gemaakt, is reeds besproken.
De omstandigheid dat verdachte, ondanks dat haar zoon (de vader van (slachtoffer)) in maart 2009 tegen verdachte had gezegd dat (naam mededader) niet meer in de woning mocht komen, (naam mededader) toch weer heeft binnengelaten, kan evenmin redengevend zijn . Het is de rechtbank niet gebleken dat verdachte toen het vermoeden had of had moeten hebben dat dit verbod te maken had met een mogelijke seksuele interesse van (naam mededader) voor (slachtoffer) of met eventuele betrokkenheid van (naam mededader) bij kinderpornografie. Dit geldt te meer nu ook verdachtes zoon zelf niet als reden voor het verbod aan verdachte had opgegeven dat hij het vermoeden had van een dergelijke seksuele interesse van (naam mededader) in (slachtoffer) . Ook de uitlating van (slachtoffer) dat oma beneden was terwijl (naam mededader) haar likte, is onvoldoende als steunbewijs nu hieruit niet valt af te leiden waar verdachte zich beneden bevond, binnen of buiten, en of verdachte wist dan wel kon waarnemen wat er zich op dat moment mogelijk tussen (slachtoffer) en (naam mededader) afspeelde . Nu verdachte ten aanzien van de telastegelegde feiten van het medeplegen wordt vrijgesproken, kan daarmee eveneens vorenbedoelde wetenschap in het kader van de medeplichtigheid niet worden ingekleurd.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat verdachte van de omstandigheid dat zij (slachtoffer) in de telastegelegde periode mogelijk meerdere malen (even) alleen met (naam mededader) heeft gelaten en haar mogelijk op 17 juni 2009 voor een ijsje met hem zou hebben mee laten gaan, niet een verwijt kan worden gemaakt zoals dit in de telastelegging ten aanzien van de medeplichtigheid aan de daar genoemde feiten is verwoord. De rechtbank concludeert derhalve ook ten aanzien van de telastegelegde medeplichtigheid aan de betreffende feiten dat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken.
Integrale conclusie
Alles overziende is de rechtbank van oordeel dat gerede twijfel bestaat ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte bij de aan haar in de telastelegging verweten gedragingen. Dit maakt dat slechts één conclusie mogelijk is en dat verdachte van al die feiten dient te worden vrijgesproken.
BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart het onder 1. primair en subsidiair, 2. primair en subsidiair, 3., 4. primair en subsidiair en 5. primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis en beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte.
Aldus gewezen door mr. G.A. Versteeg, voorzitter, mrs. L.J.C. Hangx en M. Willemse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Martini als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2009.