ECLI:NL:RBZLY:2009:BK7316

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
16 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/400173-09
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 16 december 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot diefstal en afpersing. De officier van justitie, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, eiste een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden. De verdachte werd beschuldigd van het voorbereiden van een misdrijf in de periode van 15 februari tot 3 maart 2009 in Rotterdam en/of 's-Gravenhage. De rechtbank oordeelde dat de verdachte van het eerste ten laste gelegde feit moest worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs was voor het medeplegen van voorbereidingshandelingen. Dit was essentieel voor de tenlastelegging, die niet kon worden aangepast zoals door de officier van justitie was voorgesteld.

De rechtbank achtte het tweede ten laste gelegde feit, namelijk de poging tot diefstal, wel bewezen. De verdachte had samen met anderen geprobeerd een personenauto te stelen door middel van braak. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, omdat er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten. De rechtbank hield rekening met het strafrechtelijk verleden van de verdachte en de ernst van het bewezen feit. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 weken, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnr. : 07.400173-09
Uitspraak: 16 december 2009
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
(verdachte),
geboren (geboorteplaats)
wonende te (adres)
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 december 2009. Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
De officier van justitie, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte terzake het onder 1 en 2 ten laste gelegde tot:
- een werkstraf van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis,
- een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 15 februari 2009 tot en met 03 maart 2009 in de gemeente(n) Rotterdam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland, ter voorbereiding van het misdrijf afpersing, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gepleegd en/of diefstal voorafgegaan door, vergezeld van en/of gevolgd door geweldpleging, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gepleegd, opzettelijk één of meer voorwerpen, te weten:
- één of meer messen en/of
- één of meer bivakmutsen en/of
- een rugtas en/of
- handschoenen en/of
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of
- (duck)tape en/of
- één of meerdere personenauto's (merk auto),
bestemd tot het in vereniging, althans alleen, begaan van voornoemd(e) misdrijf/misdrijven, heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad;
2.
hij in of omstreeks de nacht van 02 op 03 maart 2009 in de gemeente 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een personenauto (merk en kenteken auto) geheel of ten dele toebehorende aan (benadeelde partij) althans aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die personenauto te verschaffen en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een portier van voornoemde personenauto heeft/hebben geforceerd en/of geopend en/of (vervolgens) heeft/hebben plaatsgenomen in voornoemde personenauto, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
BEWIJS
De verdachte dient van het onder 1 ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht. De rechtbank merkt hierbij op dat in het onderhavige geval weliswaar sprake zou kunnen zijn van het medeplegen van voorbereidingshandelingen, doch stelt vast dat medeplegen niet aan verdachte is ten laste gelegd.
Naar het oordeel van de rechtbank betreft dit een essentieel bestanddeel dat, anders dan ter terechtzitting door de officier van justitie is betoogd, niet kan worden ingelezen in de tenlastelegging zoals die nu luidt. Met een dergelijke, door de officier van justitie voorgestelde, verbeterde lezing zou de grondslag van de tenlastelegging worden verlaten.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2 ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
hij in de nacht van 02 op 03 maart 2009 in de gemeente 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een personenauto (merk en kenteken auto) toebehorende aan (benadeelde partij) en zich daarbij de toegang tot die personenauto te verschaffen en die weg te nemen personenauto onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededaders een portier van voornoemde personenauto hebben geforceerd en geopend en vervolgens hebben plaatsgenomen in voornoemde personenauto, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Van het onder 2 meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
STRAFBAARHEID
Het bewezene levert op:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur passend is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, gelet ook op het strafrechtelijk verleden van de verdachte, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 26 oktober 2009;
een de verdachte betreffend rapport d.d. 18 mei 2009 uitgebracht door Reclassering Nederland.
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10 en 27 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het onder 1 ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het onder 2 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert het strafbare feit op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het onder 2 meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
Aldus gewezen door mr. H.H.J. Harmeijer, voorzitter, mr. H. Heins en mr. M. Willemse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O. Bahi als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 december 2009.
Mr. Harmeijer voornoemd was verhinderd dit vonnis mede te ondertekenen.