ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6676

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
24 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07.620346-07 + 07.614448-08 + 07.614023-09 (P)
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte beschuldigd van diefstal, opzetheling en bedreiging met geweld in Almere

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 24 november 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere feiten, waaronder diefstal van fietsen, opzetheling en bedreiging met geweld. De verdachte was in de periode van 1 september 2007 tot en met 15 augustus 2008 betrokken bij de diefstal van verschillende fietsen in Almere. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, meermalen fietsen heeft weggenomen die toebehoorden aan verschillende slachtoffers. De verdachte heeft deze fietsen vervolgens te koop aangeboden via de internetsite Marktplaats.nl, terwijl hij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren.

Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van bedreiging van een slachtoffer op 24 februari 2008, waarbij hij samen met anderen de aangever omcirkelde en hem intimideerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was voor deze bedreiging, gebaseerd op getuigenverklaringen en aangiften. Ook was er een beschuldiging van poging tot zware mishandeling van een ander slachtoffer op 25 mei 2008, waarbij de verdachte en zijn mededaders geweld hebben gepleegd.

De rechtbank heeft de dagvaarding voor een deel nietig verklaard, omdat deze onvoldoende duidelijk was. Voor de bewezenverklaring van de diefstal en opzetheling heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze feiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele andere tenlastegelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De rechtbank heeft uiteindelijk een taakstraf van 240 uren opgelegd, alsook een voorwaardelijke jeugddetentie van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummers : 07.620346-07 + 07.614448-08 + 07.614023-09 (P)
Uitspraak : 24 november 2009
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
1 Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden achter gesloten deuren op 10 november 2009 te Lelystad. De verdachte is verschenen en is ter terechtzitting bijgestaan door mr. H.O. den Otter, advocaat te Almere. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.J.W.M. Janssen en van de standpunten door de verdediging naar voren gebracht.
2 De tenlastelegging
De verdachte is, na een wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Parketnummer 07.620346-07
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2007 tot en met 16 augustus 2008 in de gemeente Almere, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de hierna te noemen fietsen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en wel:
- op of omstreeks 12 september 2007 een fiets (merk Gazelle, type Chamonix) toebehorende aan [slachtoffer 1] (zaakdossier 1) en/of
- op of omstreeks 08 oktober 2007 een fiets (merk Batavus, type Intermezzo) toebehorende aan [slachtoffer 2] (zaakdossier 3) en/of
- op of omstreeks 10 oktober 2007 een fiets (merk Gazelle, type Orange) toebehorende aan [slachtoffer 3] (zaakdossier 4) en/of
- op of omstreeks 11 oktober 2007 een fiets (merk Gazelle, type Davos) toebehorende aan [slachtoffer 4] (zaakdossier 5) en/of
- op of omstreeks 02 november 2007 een fiets (merk Gazelle, type Medeo City) toebehorende aan [slachtoffer 5] (zaakdossier 6) en/of
- op of omstreeks 15 april 2008 een fiets (merk Batavus, type Boston) toebehorende aan [slachtoffer 6] (zaakdossier 7) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2008 een fiets (merk Batavus, type Kayenta) toebehorende aan [slachtoffer 7] (zaakdossier 9);
althans indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 1 september 2008 in de gemeente Almere, in elk geval in Nederland,
- een fiets (merk Gazelle, type Chamonix) toebehorende aan [slachtoffer 1] (zaaksdossier 1) en/of
- een fiets (merk Batavus, type Intermezzo) toebehorende aan [slachtoffer 2] (zaaksdossier 3) en/of
- een fiets (merk Gazelle, type Orange) toebehorende aan [slachtoffer 3] (zaaksdossier 4) en/of
- een fiets (merk Gazelle, type Davos) toebehorende aan [slachtoffer 4]n (zaaksdossier 5) en/of
- een fiets (merk Gazelle, type Medeo City) toebehorende aan [slachtoffer 5] (zaaksdossier 6) en/of
- een fiets (merk Batavus, type Boston) toebehorende aan [slachtoffer 6] (zaaksdossier 7) en/of
- een fiets (merk Batavus, type Kayenta) toebehorende aan [slachtoffer 7] (zaaksdossier 9)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets(en) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij in of omstreeks de periode van 10 april 2008 tot en met 12 april 2008 te gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur (behorende bij een woning gelegen aan de [adres slachtoffer 8]) heeft weggenomen een (elektrische) fiets (merk Gazelle, type Easyglider), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaakdossier 9);
althans indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 april 2008 tot en met 04 juni 2008 in de gemeente Almere, in elk geval in Nederland, een (elektrische) fiets (merk Gazelle, type Easyglider) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; althans indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 april 2008 tot en met 04 juni 2008 in de gemeente Almere, in elk geval in Nederland, een (elektrische) fiets (merk Gazelle, type Easyglider) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2007 tot en met 15 augustus 2008, in de gemeente Almere, althans in Nederland, (telkens) (een) voorwerp(en), te weten (een) bankbiljet(ten)/geld, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van (een) voorwerp(en), te weten (een) bankbiljet(ten)/geld, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
Parketnummer 07.614448-08:
hij op of omstreeks 24 februari 2008 in de gemeente Almere, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 9] heeft bedreigd met openlijk in vereniging geweld plegen tegen die [slachtoffer 9] en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend
- op die [slachtoffer 9] afgelopen en/of
- om die [slachtoffer 9] heengehangen en/of
- zeer dicht tegen die [slachtoffer 9] aan gaan staan en/of
- een telefoon (waar muziek uit kwam) vlakbij het oor en/of het gezicht/hoofd van die [slachtoffer 9] gehouden en/of
- in de (binnen)zak(ken) van die [slachtoffer 9] gevoeld en/of
- (nadat die [slachtoffer 9] achteruit was gestapt en/of had gezegd: "Doe gewoon normaal") met die [slachtoffer 9] meegelopen en/of om die [slachtoffer 9] heen blijven draaien en/of de (binnen)zak(ken) van die [slachtoffer 9] blijven bevoelen;
Parketnummer 07.614023-09:
hij op of omstreeks 25 mei 2008 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 10], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 10], (meermalen);
- (met kracht) in/tegen het gezicht/hoofd, in ieder geval tegen het lichaam, heeft/hebben geslagen/gestompt en/of
-(vervolgens) een baksteen op/tegen/naar het hoofd, in ieder geval tegen/naar het lichaam heeft/hebben gegooid en/of
- (vervolgens) (terwijl die [slachtoffer 10] op de grond lag) (met kracht) in/tegen het gezicht/hoofd, in ieder geval het lichaam, heeft/hebben geschopt/getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 mei 2008 in de gemeente Almere met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Koopmanstraat 3, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 10], welk geweld bestond uit
- (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd, in ieder geval tegen het lichaam, heeft/hebben geslagen/gestompt, en/of
- (vervolgens) (terwijl die [slachtoffer 10] op de grond lag) (met kracht) in/op/tegen het gezicht, in ieder geval het lichaam, heeft/hebben geschopt/getrapt, waarbij hij, verdachte,
- (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd, in ieder geval tegen het lichaam heeft/hebben geslagen/gestompt, en/of
- (vervolgens) (terwijl die [slachtoffer 10] op de grond lag) (met kracht) in/op/tegen het gezicht, in ieder geval het lichaam, heeft/hebben geschopt/getrapt,
en welk door hem gepleegd geweld enig lichamelijk letsel (meerdere schaafplekken en een open wond op/in het gezicht) voor [slachtoffer 10] ten gevolge heeft gehad;
3 De voorvragen
3.1 De geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank acht de dagvaarding ten aanzien van het bij parketnummer 07.620346-07 onder 3 tenlastegelegde, niet duidelijk. Door de wijze van tenlasteleggen blijkt niet ondubbelzinnig op welk geldbedrag de tenlastelegging ziet en is deze derhalve onvoldoende bepaald.
De rechtbank is van oordeel dat dit gedeelte van de tenlastelegging, niet voldoet aan de eisen die artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering daaraan stelt en zal dit deel van de dagvaarding nietig verklaren.
De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding ten aanzien van feit 1 en feit 2 geldig is. Dit geldt ook voor de dagvaardingen met de parketnummers 07.614448-08 en 07.614023-09.
3.2 De bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank oordeelt met betrekking tot het bij parketnummer 07.620346-07 onder 1 tenlastegelegde dat verdachte op [datum 18 jr.] de leeftijd van achttien jaar had bereikt en vanaf dat moment meerderjarig was. De tenlastegelegde diefstal danwel heling van de fietsen, in de periode van 16 augustus 2008 tot en met 1 september 2008 vallen in de periode dat verdachte meerderjarig was.
De rechtbank acht zich ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging niet bevoegd.
Voor wat betreft het overige tenlastegelegde acht de rechtbank zichzelf bevoegd tot kennisneming van deze zaken.
3.3 De overige voorvragen
De officier van justitie is ontvankelijk in zijn vervolging. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 De vaststaande feiten
Ten aanzien van het ten laste gelegde onder 07.620346-07 stelt de rechtbank de navolgende feiten vast.
In het opsporingsonderzoek “Inktvis”, dat zich richtte op diefstallen van fietsen in Almere, welke vervolgens te koop werden aangeboden via de internetsite Marktplaats.nl kwamen meerdere verdachten naar voren. Verdachte [verdachte] is op 1 september 2008 naar aanleiding van de onderzoeksbevindingen aangehouden. In de periode van 1 september 2007 tot en met 15 augustus 2008 zijn er diverse aangiften gedaan van gestolen fietsen waaraan verdachte door middel van het in de advertenties op de internetsite Marktplaats.nl opgegeven emailadres of telefoonnummer te koppelen is. Daarnaast heeft de Politie Flevoland aan de hand van het gebruikte IP adres ook enkele advertenties aan verdachte gekoppeld.
Ten aanzien van parketnummer 07.614448-08 stelt de rechtbank de navolgende feiten vast:
Op 24 februari 2008 verscheen aan het politiebureau te Almere, de heer [slachtoffer 9] om aangifte te doen. In de nacht van 23 op 24 februari 2008 liep aangever met een vriend door het centrum van Almere richting de busbaan. Vervolgens kwamen er vier mannen aanlopen. Deze vier mannen gingen dicht om aangever heen staan. Aangever voelde zich hierdoor bedreigd. Brigadier [getuige 1] en hoofdagent [getuige 2] aanschouwden dit voorval en hebben hier melding van gemaakt. Vervolgens zijn verdachte en zijn medeverdachten op heterdaad aangehouden.
Ten aanzien van parketnummer 07.614023-09 stelt de rechtbank de navolgende feiten vast:
Op 25 mei 2008 kreeg de politie Flevoland een melding dat er een vechtpartij gaande was in Almere Centrum. Ter plaatse troffen verbalisanten een hevig bloedende jongen aan, die erg afwezig was en op diverse plaatsen aan zijn gezicht en hoofd gewond was. Volgens omstanders was deze jongen door een baksteen geraakt. Op 26 mei 2008 deed [slachtoffer 10] aangifte van mishandeling. Aangever gaf aan dat hij samen met een aantal vrienden ruzie heeft gekregen met een andere groep jongens. Vanaf het moment dat de vechtpartij begon, kan aangever zich niets meer herinneren, totdat hij in het ziekenhuis weer bijkomt. In het ziekenhuis wordt vastgesteld dat aangever een hersenschudding heeft en wordt een wond in zijn gezicht gehecht. De aanwezige camerabeelden worden uitgelezen en aan de hand daarvan wordt verdachte herkend en aangehouden.
4.2 Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden vrijgesproken van het bij parketnummer 07.620346-07 onder 1 primair tenlastegelegde en zal worden veroordeeld terzake van het subsidiair tenlastegelegde. Voor het onder 2 tenlastegelegde heeft de officier van justitie verwezen naar het opgegeven telefoonnummer en de samenwerking van verdachte met de gebroeders De Hen. Ter zake van het bij parketnummer 07.614448-08 tenlastegelegde baseert hij zich op de aangifte en de getuigenverklaring om tot een bewezenverklaring van bedreiging met openlijk in vereniging plegen van geweld te komen. En met betrekking tot het bij parketnummer 07.614023-09 acht de officier van justitie het onder het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen gelet op de aangifte en het proces-verbaal van bevindingen waarin de camerabeelden zijn uitgeschreven.
4.3. Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot parketnummer 07.620346-07 vrijspraak voor het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde bepleit. Voorts heeft hij betoogd dat verdachte de onder 2 tenlastegelegde elektrische fiets niet voorhanden heeft gehad danwel verworven. De raadsman heeft ter zake van het bij parketnummer 07.614448-08 ten laste gelegde opgemerkt dat er geen sprake is geweest van een bedreiging en een nauwe en bewuste samenwerking en dat derhalve vrijspraak dient te volgen. De raadsman heeft zich gerefereerd wat betreft het bij parketnummer 07.614023-09 tenlastegelegde.
4.4. Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 07.620346-07:
Ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde:
De rechtbank is gelijk aan de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat het primair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden en spreekt verdachte daarvan vrij.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde:
Op basis van door de rechtbank onder 4.1 vastgestelde feiten, de aangiften van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] , de door de Politie Flevoland vastgestelde koppeling tussen de op Marktplaats.nl geplaatste advertenties en het aan verdachte te linken emailadres/IP adres/telefoonnummer en het bekennen van verdachte ter terechtzitting dat hij de in de tenlastelegging opgesomde fietsen heeft ingekocht en vervolgens ter verkoop heeft aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, terwijl hij wist dat de fietsen van misdrijf afkomstig waren, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de opzetheling van de onder 1 subsidiair tenlastegelegde fietsen.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde:
De rechtbank is van oordeel dat het onder 2 tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden, nu er in het dossier geen bewijs voorhanden is van het door verdachte voorhanden hebben, danwel verwerven van de elektrische fiets, te weten een Gazelle, type Easyglider.
De rechtbank spreekt verdachte hier dan ook van vrij.
Parketnummer 07.614448-08:
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte in vereniging met anderen [slachtoffer 9] heeft bedreigd met het in vereniging plegen van geweld, gelet op de aangifte van [slachtoffer 9] , de getuigenverklaring van [getuige 3] en het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisanten [getuige 1] en [getuige 2] .
De rechtbank is van oordeel dat voor een bewezenverklaring van de bedreiging van [slachtoffer 9] op 24 februari 2008 is vereist dat de bedreiging van dien aard was en onder zodanige omstandigheden is geschied, dat bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan dat hij moest vrezen voor het in vereniging tegen hem plegen van openlijk geweld. De rechtbank merkt hierbij op dat niet vereist is dat de bedreiging in het concrete geval een dusdanige indruk heeft gemaakt dat er daadwerkelijk vrees is opgetreden. De bedreiging moet van dien aard zijn en onder dusdanige omstandigheden geuit dat deze in het algemeen een redelijke vrees kan doen opwekken. De rechtbank concludeert dat er in het onderhavige geval sprake is geweest van bedreiging. De rechtbank merkt bovendien – wellicht ten overvloede- op dat aangever [slachtoffer 9] zich bedreigd en geïntimideerd voelde.
De nauwe en bewuste samenwerking leidt de rechtbank af uit de getuigenverklaring [getuige 3] waarin hij verklaart dat: “Een van de jongens kwam naar mij toe met zijn telefoon en zei: “Moet je luisteren naar deze muziek”. De andere drie jongens gingen om [slachtoffer 9] heen staan. De bredere jongen ging voor [slachtoffer 9] staan” en uit het proces-verbaal van bevindingen waarin [getuige 1] en [getuige 2] verbaliseren dat zij zagen dat: “Verdachte vier de getuige apart trok en muziek liet horen. De aangever door de verdachten één, twee en drie apart werd genomen en ingesloten werd. Wij zagen dat de verdachten om de beurt in de zakken voelde van aangever.”
De rechtbank is van oordeel dat uit deze verklaringen blijkt dat verdachte een significante bijdrage heeft gehad aan de bedreiging. Het feit dat hij met zijn mobiele telefoon muziek liet horen aan getuige [getuige 3] terwijl de andere 3 mannen aangever omcirkelden, getuigt van een gezamenlijke uitvoering van de bedreiging. Dit is objectief waargenomen door verbalisanten [getuige 1] en [getuige 2].
Parketnummer 07.614023:
De rechtbank acht het onder het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen gelet op de aangifte van [slachtoffer 10] met de daarbij behorende foto’s van het letsel , het proces-verbaal van bevindingen met de daarbij behorende foto’s , waarop verdachte zichzelf herkent als zijnde de jongen met het blauw wit gestreepte t shirt aan , de getuigenverklaring van [getuige 4] en de ter terechtzitting van 10 november 2009 door verdachte afgelegde verklaring: “Het slachtoffer lag nadat ik hem geslagen en geschopt had, op de grond. Ik een blauw oog, hij ook een blauw oog”.
4.5 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 subsidiair ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
Parketnummer 07.620346-07
1.
hij in de periode van 1 september 2007 tot en met 15 augustus 2007 in de gemeente Almere,
- een fiets merk Gazelle, type Chamonix, toebehorende aan [slachtoffer 1] (zaaksdossier 1) en
- een fiets merk Batavus, type Intermezzo, toebehorende aan [slachtoffer 2] (zaaksdossier 3) en
- een fiets merk Gazelle, type Orange, toebehorende aan [slachtoffer 3] (zaaksdossier 4) en
- een fiets merk Gazelle, type Davos, toebehorende aan [slachtoffer 4] (zaaksdossier 5) en
- een fiets merk Gazelle, type Medeo City, toebehorende aan [slachtoffer 5] (zaaksdossier 6) en
- een fiets merk Batavus, type Boston, toebehorende aan [slachtoffer 6] (zaaksdossier 7) en
- een fiets merk Batavus, type Kayenta, toebehorende aan [slachtoffer 7] (zaaksdossier 9)
heeft voorhanden gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die fietsen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Parketnummer 07.614448-08
hij op 24 februari 2008 in de gemeente Almere, tezamen en in vereniging met anderen, immers zijn verdachte en een of meer van zijn mededaders opzettelijk dreigend
- op die [slachtoffer 9] afgelopen en
- om die [slachtoffer 9] heengehangen en
- zeer dicht tegen die [slachtoffer 9] aan gaan staan en
- een telefoon, waar muziek uit kwam, vlakbij het oor en/of het gezicht/hoofd van die [slachtoffer 9] gehouden en
- in de binnenzakken van die [slachtoffer 9] gevoeld en
- nadat die [slachtoffer 9] achteruit was gestapt en had gezegd: “Doe gewoon normaal” met die [slachtoffer 9] meegelopen en/of om die [slachtoffer 9] heen blijven draaien en/of die binnenzakken van die [slachtoffer 9] blijven bevoelen.
Parketnummer 07.614023-09
hij op 25 mei 2008 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 10], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 10]:
- met kracht in het gezicht hebben geslagen/gestompt en
- vervolgens een baksteen naar het hoofd hebben gegooid en
- vervolgens, terwijl die [slachtoffer 10] op de grond lag met kracht tegen het gezicht hebben geschopt/getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De feiten en de verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die de strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten. Dit levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. parketnummer 07.620346-07, feit 1 subsidiair:
Opzetheling, strafbaar gesteld bij artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. parketnummer 07.614448-08:
Medeplegen van een bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. parketnummer 07.614023-09:
Medeplegen van poging tot zware mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van het bij parketnummer 07.620346-07 onder 1 subsidiair, 2 en 3 en het bij parketnummers 07.61448-08 en 07.614023-09 tenlastegelegde gevorderd dat verdachte veroordeeld wordt tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, bij niet uitvoeren te vervangen door 120 dagen hechtenis met aftrek van het voorarrest en voorts tot jeugddetentie voor de duur van 1 maand geheel voorwaardelijk op te leggen met een proeftijd van 2 jaren.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot de geëiste straf verzocht de taakstraf te matigen en rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard en ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan onder meer het plegen van opzetheling. Verdachte heeft fietsen ingekocht terwijl hij zich bewust was van het risico dat de aangeboden fietsen van misdrijf afkomstig konden zijn. Verdachte heeft in weerwil van dit besef gehandeld. Door aldus te handelen heeft verdachte enkel en alleen aan zijn eigen financiële gewin gedacht en geen rekening gehouden met de belangen van de rechtmatige eigenaren van de fietsen en de schade die hij hen hiermee (indirect) heeft toegebracht door de fietsen te koop aan te bieden via de internetsite Marktplaats.nl. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een ernstige bedreiging en een poging zware mishandeling. Verdachte heeft daarmee inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 9 oktober 2009.
7 Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij mevrouw [slachtoffer 5] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 227, 96 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het bij parketnummer 07.620346-07 onder 1 tenlastegelegde.
Voorts heeft de benadeelde partij mevrouw [slachtoffer 1] zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 840,56 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het bij parketnummer 07.620346-07 onder 1 ten laste gelegde.
En laatstelijk heeft ook de benadeelde partij mevrouw [slachtoffer 3] zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 156,95 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het bij parketnummer 07.620346-07 onder 1 tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de benadeelde partijen niet ontvankelijk verklaard zullen worden. De raadsman heeft zich daarbij aangesloten.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partijen niet ontvankelijk verklaard dienen te worden nu de fietsen van de benadeelde partijen gestolen zijn en er zodoende geen sprake kan zijn van rechtstreekse schade voortvloeiend uit de bewezenverklaarde opzetheling.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 27, 45, 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg, 285, 302 en 416 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
T.a.v. het bij parketnummer 07.620346-07 onder 3 tenlastegelegde:
Geldigheid van de dagvaarding
- verklaart de dagvaarding nietig;
Vrijspraak
- verklaart het bij parketnummer 07.620346-07 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte voor het bij parketnummer 07.620346-07 onder 1 en bij parketnummers 07.614448-08 en 07.614023-09 ten laste gelegde tot een taakstraf, te weten een werkstraf van 240 uren met aftrek zoals dit genoemd is in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
-en voorts 1 maand jeugddetentie geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis;
- verklaart de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 5], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] niet ontvankelijk.
Aldus gewezen door mr. J.P.C. Obbink, voorzitter (tevens plaatsvervangend kinderrechter), mrs. G.H. Meijer en C.P. Lunter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 november 2009.