ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6160
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering standplaatsvergunning voor friteskraam op Stationsplein Deventer
In deze zaak heeft eiseres, wonende te Deventer, een beroep ingesteld tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Deventer om haar een standplaatsvergunning te verlenen voor een friteskraam op het Stationsplein. Eiseres had op 30 januari 2007 een aanvraag ingediend voor een standplaats op het Stationsplein, waar zij snacks en frites wilde verkopen. In een brief van 23 mei 2007 gaf de gemeente aan in principe in te stemmen met de aanvraag, mits aan bepaalde voorwaarden werd voldaan. Echter, in een besluit van 24 oktober 2007 kwam de gemeente terug op deze toezegging en weigerde de vergunning, wat leidde tot het indienen van bezwaar door eiseres.
De rechtbank oordeelde dat de brief van 23 mei 2007 niet als een definitief besluit kon worden aangemerkt, maar als een toezegging waarin voorwaarden voor vergunningverlening werden geschetst. De rechtbank stelde vast dat de gemeente onvoldoende onderzoek had gedaan naar de mogelijkheid van vrijstelling van het bestemmingsplan, wat in strijd was met de zorgvuldigheidseisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat de gemeente had moeten onderzoeken of er mogelijkheden waren om vrijstelling te verlenen, vooral gezien het gewekte vertrouwen bij eiseres.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de gemeente op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het gerechtvaardigde vertrouwen van eiseres in acht moest worden genomen. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van eiseres en moest zij het griffierecht vergoeden. De uitspraak werd gedaan door rechter W.J.B. Cornelissen op 4 december 2009.