ECLI:NL:RBZLY:2009:BK3139

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
9 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07.607246-09 en 07.607296-09
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernieling en diefstal met voorwaardelijke opzet in Almere

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 9 november 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van vernieling en diefstal. De verdachte had op 10 oktober 2009 opzettelijk en wederrechtelijk een schuifdeur van het Flevoziekenhuis in Almere vernield. Getuigen zagen de verdachte de deur proberen open te wrikken, waarna deze niet meer functioneerde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans had aanvaard dat de deur onbruikbaar zou worden, en achtte het opzettelijk onbruikbaar maken van de deur wettig en overtuigend bewezen.

Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van diefstal van een tas, die op 29 augustus 2009 was weggenomen in Almere. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de tas, die toebehoorde aan een ander, wederrechtelijk had toegeëigend. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twee maanden geëist, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder toezicht door Tactus Reclassering.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich tijdens de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit of de bijzondere voorwaarden niet naleeft. Tevens werd de verdachte verplicht om € 3000,-- te betalen aan het Flevoziekenhuis, als schadevergoeding voor de vernieling. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk verklaard, omdat niet kon worden vastgesteld dat de schade hoger was dan het gevorderde bedrag.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummer : 07.607246-09 en 07.607296-09
Uitspraak : 9 november 2009
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum]
wonende te 1[adres]
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2009. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H. Polat, advocaat te Lelystad.
De officier van justitie, mr. M.W. van de Borg, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte ter zake van het onder parketnummer 07.607246-09 primair en het onder parketnummer 07.607296-09 onder 1 en 2 primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met aftrek van voorarrest, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde toezicht door Tactus verslavingsreclassering, ook als dat inhoudt behandeling door Tactus verslavingszorg en/of deelname aan Domus.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de vordering van de benadeelde partij Flevoziekenhuis toe te wijzen.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
07.607246-09
hij op of omstreeks 13 augustus 2009 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Charles Vögele (Netherlands) B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 augustus 2009 in de gemeente Almere, in elk geval in Nederland, een tas heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die tas wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
07.607296-09
1.
hij op of omstreeks 10 oktober 2009 in de gemeente Almere opzettelijk en wederrechtelijk een (schuif)deur, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Flevoziekenhuis, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
2.
hij op of omstreeks 29 augustus 2009 in de gemeente Amsterdam en/of Almere met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas, inhoudende (ondermeer) een ID-kaart en/of een bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 29 augustus 2009 tot en met 29 augustus 2009, in de gemeente Almere opzettelijk een tas, inhoudende (ondermeer) een ID-kaart en/of een bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als bewaarder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
De rechtbank verbetert in de tenlastelegging een aantal kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
BEWIJS
De verdachte dient van het op de dagvaarding met parketnummer 07.607296-09 onder 2 primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De raadsman heeft zich voor wat betreft de onder parketnummer 07.607246-09 ten laste gelegde diefstal gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van de onder 1 op de dagvaarding met parketnummer 07.607296-09 ten laste gelegde vernieling heeft de raadsman van verdachte aangevoerd dat het opzet van verdachte niet was gericht op vernieling van de deur. Zijn vriend had pijn en verdachte trachtte de deur van het ziekenhuis te openen.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
Getuige [getuige] ziet dat verdachte de automatische schuifdeur van de personeelsuitgang bezig is open te maken. De getuige ziet dat verdachte half tussen de deur staat en deze probeert open te wrikken. Uit de aangifte en het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat de deur hierna niet meer werkt. Verdachte heeft bekend dat hij de betreffende deur van het ziekenhuis heeft geprobeerd open te maken.
Door zich tussen een schuifdeur te wurmen die niet open gaat, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de deur als gevolg hiervan niet meer zou werken.
De rechtbank acht het opzettelijk onbruikbaar maken van de deur dan ook wettig en overtuigend bewezen.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de op de dagvaarding met parketnummer 07.607296-09 onder 2 subsidiair ten laste gelegde verduistering gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair op de dagvaarding met parketnummer 07.607246-09 en onder 1 en 2 subsidiair op de dagvaarding met parketnummer 07.607296-09 ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
07.607246-09
hij op 13 augustus 2009 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas toebehorende aan Charles Vögele (Netherlands) B.V.
07.607296-09
1.
hij op 10 oktober 2009 in de gemeente Almere opzettelijk en wederrechtelijk een schuifdeur, toebehorende aan het Flevoziekenhuis, heeft beschadigd en onbruikbaar gemaakt.
2.
hij op 29 augustus 2009, in de gemeente Almere opzettelijk een tas, toebehorende aan [slachtoffer], welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten als bewaarder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Van hetgeen de verdachte primair op de dagvaarding met parketnummer 07.607246-09 en onder 1 en 2 subsidiair op de dagvaarding met parketnummer 07.607296-09 meer of anders ten laste is gelegd zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
STRAFBAARHEID
Het bewezene levert op:
07.607246-09
Diefstal door twee of meer verenigde personen, strafbaar gesteld bij de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
07.607296-09
1: Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen en onbruikbaar maken, strafbaar gesteld bij artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht.
2 subsidiair: Verduistering, strafbaar gesteld bij artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht.
Voorzover verdachte in zijn verklaring beoogt een beroep op overmacht te doen verwerpt de rechtbank dit verweer. Als hij zijn pijnlijdende vriend werkelijk gezwind had willen helpen, had hij de voor de hand liggende en voor noodgevallen geëigende toegang moeten en kunnen kiezen.
De feiten en de verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aanwezig gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht brengt de rechtbank bij het opleggen van de na te melden straf in rekening de straf die de verdachte bij vonnis d.d. 19 oktober 2009 door de politierechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad ter zake van diefstal is opgelegd.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 14 oktober 2009;
- een de verdachte betreffend adviesrapport d.d. 22 oktober 2009 uitgebracht door P.M. Visser, reclasseringswerker bij Tactus Reclassering Flevoland.
De rechtbank zal gelet op de rapportage van Tactus en het feit dat verdachte momenteel bij Domus verblijft, geen onvoorwaardelijke straf opleggen. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij een leven op wil bouwen zonder drugs. De rechtbank wil hem deze kans geven. De rechtbank acht het van groot belang dat verdachte werkt aan zijn verslavingsprobleem. De rechtbank zal daarom de eis van de officier van justitie volgen en ter voorkoming van herhaling een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen als steun in de rug en zo nodig stok achter de deur.
Benadeelde partij
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij Flevoziekenhuis rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het ten laste van verdachte op de dagvaarding met parketnummer 07.607296-09 onder 1 bewezen verklaarde feit.
De hoogte van die schade is, gelet op de bijgevoegde mail van [X], genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 3000,--.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar.
De vordering van de benadeelde partij Flevoziekenhuis dient voor het meerdere niet ontvankelijk te worden verklaard, omdat, mede gezien de onderbouwing van de vordering, niet eenvoudig vastgesteld kan worden dat de schade hoger is dan € 3.000,--.
De rechtbank zal voorts aan de verdachte op de voet van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom van € 3000,-- ten behoeve van het Flevoziekenhuis.
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het op de dagvaarding met parketnummer 07.607296-09 onder 2 primair ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het op de dagvaarding met parketnummer 07.607246-09 primair en hetgeen op de dagvaarding met parketnummer 07.607296-09 onder 1 en 2 subsidiair ,ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het op de dagvaarding met parketnummer 07.607246-09 primair en op de dagvaarding met parketnummer 07.607296-09 onder 1 en 2 subsidiair meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
De gevangenisstraf zal niet worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens Tactus Reclassering Flevoland, ook als dat inhoudt het deelnemen aan Domus en/of het volgen van behandeling bij Tactus verslavingszorg, zulks zolang deze instelling of een door haar aan te wijzen andere reclasseringsinstelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt, met opdracht aan die instelling als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
Het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Flevoziekenhuis te Almere, van een bedrag van € 3000,-- vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 10 oktober 2009, tot die van de voldoening.
De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
De rechtbank legt op aan verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot € 3000,--, ten behoeve van het Flevoziekenhuis, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 40 dagen hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij inzoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat inzoverre komt te vervallen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij Flevoziekenhuis voor wat het meer gevorderde betreft in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Aldus gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. S.E. Bins-van Waegeningh en W.F. Roelink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Seuters, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 november 2009.