ECLI:NL:RBZLY:2009:BK0852
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Arbeidsrechtelijke geschil over proeftijdbeding en voortgezet dienstverband
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 21 augustus 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en twee gedaagden, waarbij de eiseres vorderingen heeft ingesteld tegen haar voormalige werkgevers. De eiseres, die in dienst was bij gedaagde partij 2, vorderde onder andere een verklaring voor recht dat haar ontslag nietig was, wedertewerkstelling en doorbetaling van loon vanaf 17 maart 2009. De gedaagden, gedaagde partij 1 en gedaagde partij 2, hebben de vorderingen bestreden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er tussen de partijen een arbeidsovereenkomst bestond, maar dat deze overeenkomst niet is voortgezet na 19 februari 2009, de datum waarop de eiseres in dienst trad bij gedaagde partij 1. De rechter oordeelde dat de eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een voortgezet dienstverband met gedaagde partij 2. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat het proeftijdbeding dat door gedaagde partij 1 was voorgesteld, geldig was, ondanks de stelling van de eiseres dat zij daar niet schriftelijk mee had ingestemd.
De rechter concludeerde dat de eiseres niet in haar vorderingen kon worden ontvangen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de gedaagden gehouden waren om loon te betalen vanaf 17 maart 2009. De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres afgewezen en haar in de kosten van de procedure verwezen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor werknemers om duidelijkheid te hebben over hun arbeidsrelatie en de voorwaarden waaronder zij in dienst zijn, vooral bij een overgang van de ene werkgever naar de andere.