RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnr. : 07.450103-09 (07.450111-09)
07.450039-09
07.450116-08 (07.450263-08, 07.540330-08)
Uitspraak: 15 oktober 2009
(verdachte),
geboren (geboorteplaats
wonende (adres),
thans verblijvende in Jongerenhuis Harreveld te Harreveld.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2009. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.H. van Steijn, advocaat te Malden.
De officier van justitie, mr. G. Edelenbos, heeft ter terechtzitting gevorderd:
- de vrijspraak van het onder 4 (parketnummer 07.450039-09) en 1 (parketnummer 450116-08) ten laste gelegde;
- de veroordeling van verdachte terzake het onder 1, 2 (parketnummer 07.450103-09), 1, 2, 3, 5 (parketnummer 07.450039-09), 2 en 3 (parketnummer 07.450116-08) ten laste gelegde tot een jeugddetentie van 94 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 14 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de afdeling jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg Overijssel;
- de oplegging van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van 1 jaar, te vervangen door 6 maanden jeugddetentie indien verdachte niet naar behoren aan de tenuitvoerlegging van de maatregel meewerkt, waarbij de maatregel wordt ingevuld zoals op 25 september 2009 door de Raad voor de Kinderbescherming is geadviseerd;
- de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij (benadeelde partij 1) (€ 250,--), met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij (benadeelde partij 2).
De verdachte is ten laste gelegd dat:
(volgen tenlasteleggingen).
De verdachte dient van het onder 4 van parketnummer 07.450039-09 en 1 van parketnummer 07.450116-08 ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2 (parketnummer 07.450103-09), 1, 2, 3, 5 (parketnummer 07.450039-09), 2 en 3 (parketnummer 07.450116-08) ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
1.
hij op 23 april 2009 te Schalkhaar in de gemeente Deventer, aan de openbare weg, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld (100 euro), toebehorende aan (benadeelde partij 3), welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die (benadeelde partij 3), gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) terwijl die (benadeelde partij 3) voor de pinautomaat stond en 100 euro pinde die (benadeelde partij 3) vanachter met een arm om de nek heeft/hebben vastgepakt en opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd "als je kijkt schiet ik";
2.
hij op 26 april 2009 in de gemeente Deventer een wapen van categorie I, onder 3, te weten een boksbeugel, voorhanden heeft gehad;
1.
hij op 12 februari 2009 in de gemeente Deventer tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand aan de (adres) heeft weggenomen laptops (merk Dell) en computermuizen (merk Datatech) en hoofdtelefoons (merk Eminent) en een radio-cassette-cd-speler en twee printers (merk Canon), toebehorende aan IP Computer Trainings Centrum en/of (benadeelde partij 1), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en de te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en inklimming;
2.
hij in de periode van 5 februari 2009 tot en met 9 februari 2009 in de gemeente Deventer tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand aan de (adres) heeft weggenomen computerkasten en beeldschermen en een laptop en geld en een auto-telefoonoplader (merk Nokia), toebehorende aan Raster en/of Radar, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en inklimming;
3.
hij op 10 februari 2009 te Schalkhaar in de gemeente Deventer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de (adres) heeft weggenomen autosleutels en een deurvergrendeling van een personenauto, toebehorende aan (benadeelde partij 2);
5.
hij op 13 februari 2009 te Diepenveen in de gemeente Deventer, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de (adres) weg te nemen een kluis en/of een TV, althans goederen en/of geld, toebehorende aan (benadeelde partij 4), en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak, met een of meer van zijn mededader(s) een camera (welke aan die woning hing) heeft/hebben verdraaid en via het dak van de garage omhoog is/zijn geklommen en met een koevoet een raam van een schuifpui heeft/hebben geforceerd en een ruit heeft/hebben
ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(parketnummer 07.450116-08)
2.
hij in de periode van 7 september 2007 tot en met 7 oktober 2008 in de gemeente Deventer, als jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt, terwijl hij als leerling aan een school, te weten de Rentray Suringarschool te Deventer was ingeschreven, niet heeft voldaan aan de verplichting om overeenkomstig de bepalingen van de Leerplichtwet 1969, deze school geregeld te bezoeken;
3.
hij op 20 augustus 2008 in de gemeente Deventer opzettelijk mishandelend een persoon te weten (benadeelde partij 5), krachtig tegen het lichaam heeft geduwd en het hoofd van die (benadeelde partij 5) heeft vastgepakt en met het hoofd tegen de zijkant en het dak van een geparkeerde auto geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
Van het onder 1, 2 (parketnummer 07.450103-09), 1, 2, 3, 5 (parketnummer 07.450039-09), 2 en 3 (parketnummer 07.450116-08) meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
(07.450103-09)
1.
diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 312 juncto 310 van het Wetboek van Strafrecht
2.
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
strafbaar gesteld bij artikel 55 van de Wet wapens en munitie
(07.450039-09)
1.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto 310 van het Wetboek van Strafrecht
2.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto 310 van het Wetboek van Strafrecht
3.
diefstal door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto 310 van het Wetboek van Strafrecht
5.
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 45 juncto 311 juncto 310 van het Wetboek van Strafrecht
(parketnummer 07.450116-08)
2.
het, als leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt, niet nakomen van de verplichting tot geregeld volgen van het onderwijs,
strafbaar gesteld bij artikel 26 van de Leerplichtwet 1969
3.
mishandeling,
strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
De rechtbank heeft gelet op de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zeven misdrijven en één overtreding.
De op 23 april 2009 gepleegde roofoverval op een man bij een pinautomaat kan, naar de ervaring leert, nog lange tijd psychisch nadelige gevolgen voor het slachtoffer veroorzaken.
De door verdachte begane inbraken en één poging daartoe hebben hinder, schade en ergernis bij de slachtoffers veroorzaakt. De verdachte heeft door zijn handelen er blijk van gegeven weinig respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander.
Daarnaast is angst en pijn het gevolg geweest voor het slachtoffer van de mishandeling door verdachte.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 22 juni 2009 waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor verkeersdelicten.
De rechtbank heeft kennis genomen van het door de gezondheidszorgpsycholoog/ orthopedagoog drs. E. Vlieg op 26 juni 2009 opgemaakt Pro Justitia rapport omtrent de persoon van de verdachte. Daarin staat, onder meer, het volgende beschreven.
Er is bij verdachte sprake van een stoornis in de impulsbeheersing, een gedragsstoornis en een zich ontwikkelende persoonlijkheidsstoornis. Daarbij is er sprake van misbruik van cannabis en alcohol. Hij is voor zijn gedrag ten tijde van het ten laste gelegde als licht verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
Zonder interventie bestaat er een groot gevaar voor recidive. Naast uithuisplaatsing is een ambulante behandeling geïndiceerd voor met name zijn agressieproblematiek. Deze behandeling kan geboden worden door “Traverse Gelderland” een polikliniek van onder meer Harreveld. Een gedragsbeïnvloedende maatregel zou een geschikt juridisch kader zijn.
Op 21 juli 2009 en 25 september 2009 is advies uitgebracht door de Raad voor de Kinderbescherming vestiging Zwolle. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de oplegging van de gedragsbeïnvloedende maatregel voor de duur van 12 maanden inhoudende:
- aansluitend op de observatieperiode bij Harreveld meewerken aan plaatsing op een vervolgplek, zoals de leefgroep “de Loolaan” van de Hoenderloo Groep;
- dagbesteding in de vorm van werk of school passend bij zijn problematiek;
- de jeugdreclassering voert de gedragsbeïnvloedende maatregel uit, startend in de vorm van ITB-Harde Kern van 12 oktober 2009 tot 12 april 2010; na 12 april 2010 zal deze gevolgd worden door de reguliere maatregel van hulp en steun; hierbij is aandacht voor vrijetijdsbesteding, middelengebruik en werk/opleiding;
- behandeling bij de forensische instelling De Tender, Accare of een vergelijkbare instelling, waar gewerkt gaat worden aan de zorgpunten;
- conformeren aan de aanwijzingen van de jeugdreclasseerder.
De afdeling jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg Overijssel heeft gerapporteerd over de ontwikkelingen met betrekking tot verdachte vanaf 24 april 2009. Daarin staat onder meer beschreven dat verdachte sinds 3 juli 2009 is geplaatst voor observatiediagnostiek in Harreveld. Er is sprake van een verbeterende situatie rondom de ontwikkeling van verdachte. Als hij de huidige stijgende lijn ten aanzien van zowel zijn gedrag als het nakomen van afspraken door kan trekken dan kan hij na Harreveld instromen in een kamertraining. Dit dient onder 24-uursbegeleiding te zijn om de regelmaat en de structuur vast te houden.
Ter terechtzitting d.d. 1 oktober 2009 heeft de heer J. Bartels, jeugdreclasseringwerker bij Bureau Jeugdzorg Overijssel, de huidige stand van zaken rondom de hulpverlening aan verdachte weergegeven. Hij gaf aan dat verdachte op 13 oktober 2009 terecht kan op de leefgroep “Loolaan” van de Hoenderloo Groep te Apeldoorn. Verdachte heeft nog geen dagbesteding. Het positieve beeld van verdachte dat vanuit Harreveld wordt gegeven wordt door de heer Bartels onderschreven. De stijgende lijn in de ontwikkeling van verdachte kan worden voortgezet binnen de structuur van de ITB-Harde Kern in het kader van de gedragsbeïnvloedende maatregel.
De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog over ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid, maakt deze tot de hare en heeft bij de bepaling van de strafmaat rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de ernst en de veelvuldigheid van de begane misdrijven dusdanig is dat deze aanleiding geeft tot oplegging van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige. Gezien de rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg Overijssel en de psycholoog is, naar het oordeel van de rechtbank, het opleggen van de gedragsbeïnvloedende maatregel ook in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van verdachte. Derhalve zal de rechtbank aan verdachte de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige opleggen.
Daarnaast concludeert de rechtbank dat de door verdachte gepleegde strafbare feiten dusdanig ernstig zijn dat de oplegging van een deels voorwaardelijke jeugddetentie van na te melden duur, naast de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige, passend en geboden is. Het onvoorwaardelijke deel van de jeugddetentie zal gelijk zijn aan het reeds ondergane voorarrest.
Zoals ook gevorderd door de officier van justitie zal als bijzondere voorwaarde worden gesteld dat verdachte zich gedurende de proeftijd van 2 jaren zal houden aan de aanwijzingen en voorschriften van de jeugdreclassering. Daarmee sluit de rechtbank aan bij het advies van de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Overijssel om verdachte ook na afloop van de gedragsbeïnvloedende maatregel nog te laten begeleiden door de jeugdreclassering.
Onder verdachte is een voorwerp in beslag genomen, te weten een boksbeugel. De rechtbank is van oordeel dat dit voorwerp vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer omdat het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 27, 36b, 36c, 77a, 77g, 77h, 77i, 77w, 77wa, 77wc, 77x, 77y, 77z en 77gg van het Wetboek van Strafrecht.
Benadeelde partij (benadeelde partij 1)
De vordering van de benadeelde partij (1) is naar het oordeel van de rechtbank niet van zo eenvoudige aard dat deze zich leent voor behandeling in het strafgeding. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partij in die vordering niet ontvankelijk is en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Benadeelde partij (benadeelde partij 2)
De vordering van de benadeelde partij (2) is naar het oordeel van de rechtbank niet van zo eenvoudige aard dat deze zich leent voor behandeling in het strafgeding. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partij in die vordering niet ontvankelijk is en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Het onder 4 van parketnummer 07.450039-09 en onder 1 van parketnummer 07.450116-08 ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het onder 1, 2 (parketnummer 07.450103-09), 1, 2, 3, 5 (parketnummer 07.450039-09), 2 en 3 (parketnummer 07.450116-08) ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het onder 1, 2 (parketnummer 07.450103-09), 1, 2, 3, 5 (parketnummer 07.450039-09), 2 en 3 (parketnummer 07.450116-08) meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 94 dagen.
De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie in mindering worden gebracht.
Van de jeugddetentie zal een gedeelte, groot 14 dagen, niet worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door het Bureau Jeugdzorg Overijssel, jeugdreclassering, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt.
De rechtbank legt aan de verdachte op de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van één jaar, bestaande uit:
1. aansluitend op de observatieperiode bij Harreveld meewerken aan plaatsing op een vervolgplek, zoals de leefgroep “de Loolaan” van de Hoenderloo Groep;
2. een dagbesteding in de vorm van werk of school passend bij zijn problematiek;
3. het ITB-Harde Kern-traject voor de duur van 6 maanden, gevolgd door de reguliere maatregel hulp en steun, met aandacht voor vrijetijdsbesteding, middelengebruik en werk/opleiding;
4. behandeling bij de forensische instelling De Tender, Accare of een vergelijkbare instelling, waar gewerkt gaat worden aan de zorgpunten;
5. Bureau Jeugdzorg Overijssel voert de gedragsbeïnvloedende maatregel uit en verdachte dient zich te houden aan de aanwijzingen en voorschriften gegeven door de jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg Overijssel.
De rechtbank beveelt dat indien verdachte niet naar behoren aan de tenuitvoerlegging van de maatregel meewerkt de maatregel wordt vervangen door 6 maanden jeugddetentie.
Het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven.
De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: een boksbeugel.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij (benadeelde partij 1) in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij (benadeelde partij 2) in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door mr. G.P. Nieuwenhuis, voorzitter en plaatsvervangend kinderrechter, mrs. A.P. de Jong-de Goede en M. Willemse, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. M. Nijhuis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 oktober 2009.