ECLI:NL:RBZLY:2009:BJ8981
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Koster
- C.A.M. Heeregrave
- G.E.A. Neppelenbroek
- Rechtspraak.nl
Seksuele handelingen met slachtoffer in staat van bewusteloosheid of gebrekkige ontwikkeling
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 29 september 2009, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het plegen van seksuele handelingen met een slachtoffer dat zich in een staat van bewusteloosheid of met een gebrekkige ontwikkeling bevond. De officier van justitie, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, eiste een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en een schadevergoeding aan de benadeelde partij. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: het seksueel binnendringen van het slachtoffer en het verrichten van ontuchtige handelingen, beide gepleegd in de periode van 24 februari 2007 tot en met 10 november 2008 in de gemeenten Kampen en Zwolle.
De rechtbank overwoog dat de delictsomschrijving van de artikelen 243 en 247 van het Wetboek van Strafrecht niet alleen betrekking heeft op de gebrekkige ontwikkeling of stoornis van de geestvermogens, maar vooral op de vraag of het slachtoffer in staat was haar wil ten aanzien van seksuele handelingen te bepalen. De rechtbank concludeerde dat niet was komen vast te staan dat het slachtoffer niet of onvoldoende in staat was om haar wil te bepalen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank oordeelde dat het bewijs niet wettig en overtuigend was en dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk was. Het bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven. De uitspraak werd gedaan door mr. F. Koster, voorzitter, en mrs. C.A.M. Heeregrave en G.E.A. Neppelenbroek, in aanwezigheid van griffier mr. M. Nijhuis.