ECLI:NL:RBZLY:2009:BJ6440
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing langdurigheidstoeslag gegrond verklaard
In deze zaak heeft eiser op 20 juni 2008 een langdurigheidstoeslag aangevraagd op grond van artikel 36 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) voor het jaar 2008. De aanvraag werd op 27 juli 2008 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle afgewezen. Eiser maakte bezwaar, maar dit werd op 5 november 2008 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser op 15 december 2008 beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 26 mei 2009 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door N.J.J. Massier.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser gedurende een periode van gedetineerd zijn, van 29 november 2007 tot 24 april 2008, niet beschikbaar was voor arbeid. Dit heeft invloed gehad op zijn mogelijkheden om te voldoen aan de voorwaarden voor de langdurigheidstoeslag. De rechtbank oordeelt dat het beleid van verweerder, dat stelt dat gedetineerden automatisch onvoldoende hebben getracht om arbeid te verkrijgen, niet in overeenstemming is met de redelijke beleidsbepaling. De rechtbank concludeert dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand kunnen blijven, maar verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit.
De rechtbank gelast dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 39,00 vergoedt en veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 644,00. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters in het openbaar uitgesproken, waarbij de griffier aanwezig was.