ECLI:NL:RBZLY:2009:BJ6431
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Oosterveld
- J.H.M. Hesseling
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen eervol verleend ontslag ambtenaar ongegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 12 augustus 2009 uitspraak gedaan in een beroep tegen een eervol verleend ontslag van een ambtenaar. De eiser, die sinds 15 augustus 1981 als leraar lichamelijke opvoeding werkzaam was, was sinds 15 november 2001 wegens lichamelijke klachten arbeidsongeschikt en ontving een WAO-uitkering van 15-25%. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser zich onvoldoende coöperatief heeft opgesteld, wat heeft geleid tot het niet kunnen herplaatsen in een andere functie. De rechtbank heeft het besluit van de verweerder, het bestuur van de Almeerse Scholen Groep, om de eiser met ingang van 1 november 2008 eervol te ontslaan, beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit ontslag en verzocht om rechtstreeks beroep bij de rechtbank, wat door de verweerder werd toegestaan.
Tijdens de zitting op 2 juli 2009 was eiser aanwezig met zijn gemachtigde, mr. R.F. Vogel, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. A.G. Kerkhof. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder eerdere ontslagbesluiten en de inspanningen van de verweerder om eiser te herplaatsen. De Centrale Raad van Beroep had eerder het ontslag van eiser in 2004 herroepen, maar de rechtbank oordeelde dat de herplaatsinginspanningen van de verweerder voldoende waren. Eiser had een aanbod voor een administratieve functie geweigerd en had niet deelgenomen aan een competentieonderzoek, wat de rechtbank als een non-coöperatieve houding beschouwde.
De rechtbank concludeerde dat er geen andere passende functies beschikbaar waren en dat het ontslag van eiser rechtmatig was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.