ECLI:NL:RBZLY:2009:BJ5681
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Noodweerexces bij doodslag in een familiale context
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 20 augustus 2009, stond de verdachte terecht voor de beschuldiging van doodslag op zijn broer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 10 jaren geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij met voorbedachten rade had gehandeld. De verdachte had verklaard dat hij in een noodsituatie handelde, waarbij hij zich bedreigd voelde door zijn broer, die met een mes op hem afkwam. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een noodweersituatie, maar dat de verdachte de grenzen van noodzakelijke verdediging had overschreden door 34 messteken toe te brengen. Desondanks werd het beroep op noodweerexces aanvaard, waardoor de verdachte niet strafbaar werd geacht. De rechtbank ontsloeg de verdachte van alle rechtsvervolging en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, aangezien de verdachte niet strafbaar was. De uitspraak benadrukt de nuances van noodweer en noodweerexces in het strafrecht, vooral in situaties van familiale conflicten.