ECLI:NL:RBZLY:2009:BJ3583
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A. Pot
- L.G. Wijma
- G.E.A. Neppelenbroek
- Rechtspraak.nl
Ontuchtige handelingen met minderjarige
Op 21 juli 2009 heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De tenlastelegging betrof handelingen die op 25 september 2008 in Lelystad plaatsvonden, waarbij de verdachte, een man van bijna zeventig jaar, een dertienjarig meisje heeft vastgepakt en haar op verschillende manieren heeft aangeraakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de lichamelijke integriteit van het slachtoffer heeft geschonden, wat ernstige gevolgen kan hebben voor de geestelijke gezondheid van het slachtoffer. De verdediging voerde aan dat de verdachte geen seksuele intentie had, maar de rechtbank oordeelde dat de handelingen van verdachte als ontuchtig moeten worden aangemerkt.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele van de ten laste gelegde feiten, maar achtte de bewezenverklaring van de ontuchtige handelingen wel gerechtvaardigd. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden, met een proeftijd van zes jaar. Daarnaast is de verdachte verplicht om zich te houden aan de voorschriften van de reclassering, inclusief een behandeling bij De Waag gedurende het eerste jaar van de proeftijd. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €300,-- toegewezen aan het slachtoffer, ter compensatie van immateriële schade, en heeft de verdachte aansprakelijk gesteld voor deze schade.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de psychologische rapportages en het recidiverisico van de verdachte. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, maar dat dit niet afdoet aan de ernst van de gepleegde feiten. De beslissing van de rechtbank is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waaronder artikel 247, dat ontuchtige handelingen met minderjarigen strafbaar stelt.