ECLI:NL:RBZLY:2009:BJ1612
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.P. de Jong-de Goede
- G.P. Nieuwenhuis
- H. Heins
- Rechtspraak.nl
Poging tot brandstichting met opzetverweer en bewuste aanvaarding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 18 juni 2009, stond de verdachte terecht voor poging tot brandstichting. De verdachte had op 3 december 2008 in haar woning in Kampen drie gaspitten van haar gasfornuis opengezet met de intentie om zelfmoord te plegen. Tijdens de zitting op 12 maart en 4 juni 2009 werd de verdachte bijgestaan door haar advocaat, mr. M.C. Janus. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De officier van justitie stelde dat er geen sprake was van voorwaardelijk opzet op het teweegbrengen van een ontploffing of brandstichting, en pleitte voor vrijspraak.
De verdediging voerde aan dat er geen opzet was, ook niet in voorwaardelijke zin. De rechtbank overwoog dat voorwaardelijk opzet aanwezig is wanneer de verdachte zich bewust heeft blootgesteld aan een aanmerkelijke kans dat een bepaald gevolg zal intreden. De verdachte verklaarde dat ze dacht dat ze rustig zou inslapen en niet de intentie had om een ontploffing te veroorzaken. Psychologen die de verdachte hadden onderzocht, concludeerden dat ze ten tijde van de gedraging niet in staat was om de risico's van haar handelen te overzien.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verdachte bewust de gaspitten had opengedraaid, ze niet had gedacht aan de mogelijkheid van een ontploffing met gevaar voor anderen. Daarom kon niet worden bewezen dat de verdachte opzet had, ook niet in voorwaardelijke zin. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit en hevelde het bevel tot voorlopige hechtenis op. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. A.P. de Jong-de Goede, voorzitter, en mrs. G.P. Nieuwenhuis en H. Heins, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. C.C. van Druten.