ECLI:NL:RBZLY:2009:BI5450
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.H. Meijer
- L.G. Wijma
- W.F. Roelink
- Rechtspraak.nl
Ontuchtige handelingen met minderjarige in Lelystad
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 26 mei 2009, stond een twaalfjarige verdachte terecht voor ontuchtige handelingen met een zesjarig meisje, geboren op 10 mei 2002. De tenlastelegging omvatte onder andere het dwingen van het slachtoffer tot seksuele handelingen, waarbij de verdachte op 25 november 2008 in Lelystad met zijn penis tussen de billen van het slachtoffer zou zijn geweest. De rechtbank oordeelde dat de verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde diende te worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende wettig bewijs was voor de beschuldigingen van seksueel binnendringen. De rechtbank achtte echter wel bewezen dat de verdachte ontuchtige handelingen had gepleegd, wat resulteerde in een bewezenverklaring van het meer subsidiair ten laste gelegde feit.
De rechtbank hield rekening met de ernst van de gepleegde feiten en de impact op het slachtoffer en haar familie. Tegelijkertijd werd de jonge leeftijd van de verdachte, die nog in ontwikkeling was, als strafverlichtend beschouwd. De rechtbank legde een taakstraf op van 80 uren, met een voorwaardelijk deel van 40 uren, en bepaalde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd diende te houden aan de voorschriften van Bureau Jeugdzorg Flevoland. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.