ECLI:NL:RBZLY:2009:BH9997
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot doorbetaling van loon in kort geding met betrekking tot arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 25 maart 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eisende partij], en zijn werkgever, [gedaagde partij] B.V. De werknemer vorderde betaling van achterstallig loon over de maanden januari en februari 2009, alsook doorbetaling van zijn salaris vanaf 1 maart 2009, onder de stelling dat zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De werkgever betwistte deze vordering en stelde dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege was geëindigd op 31 december 2008.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer in 2007 een tijdelijke arbeidsovereenkomst had, die na afloop van de termijn niet correct was beëindigd. De rechter oordeelde dat de werknemer voldoende aannemelijk had gemaakt dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd was ontstaan, en dat de werkgever deze overeenkomst niet rechtsgeldig had beëindigd. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever, [gedaagde partij], hoofdelijk aansprakelijk bleef voor de loonbetalingen, ook na de overgang van de werkzaamheden naar een nieuw bedrijf, [naam onderneming].
De rechter heeft de vordering van de werknemer toegewezen, waarbij de werkgever werd veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon en het netto equivalent van het bruto loon per maand, met een wettelijke verhoging van 25%. Tevens werd de werkgever veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van correcte beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de verantwoordelijkheden van werkgevers bij de overgang van ondernemingen.