ECLI:NL:RBZLY:2009:BH6543
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.I. Lammertsma-van der Heij
- E. Steendijk
- F.G. van Arem
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de recht op Ziektewetuitkering na beëindiging van een dienstbetrekking
In deze zaak gaat het om de vraag of de werkneemster recht heeft op een Ziektewetuitkering na een ziekmelding per 31 maart 2008. De eiseres, een zorginstelling, heeft de werkneemster, die sinds 1 november 1993 in dienst was, per 1 mei 2006 een nieuwe arbeidsovereenkomst aangeboden na een periode van arbeidsongeschiktheid. De werkneemster was eerder arbeidsongeschikt verklaard en had recht op een WAO-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkneemster per 1 januari 2006 een nieuwe functie als activiteitenbegeleider heeft aangenomen, wat volgens de rechtbank betekent dat er sprake is van een nieuwe dienstbetrekking. De rechtbank oordeelt dat de Ziektewet (ZW) van toepassing is, omdat de werkneemster arbeidsgehandicapt is en recht heeft op ziekengeld over perioden van ongeschiktheid tot werken die zijn aangevangen in de vijf jaren na aanvang van de dienstbetrekking. De rechtbank vernietigt het besluit van het UWV dat de werkneemster geen recht op ziekengeld toekent, en bepaalt dat de rechtgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Tevens wordt het UWV veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de eiseres, begroot op € 322,00, en het griffierecht van € 288,00 moet door het UWV aan de eiseres worden vergoed. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een voortgezette dienstbetrekking, maar van een nieuwe dienstbetrekking, waardoor de werkneemster recht heeft op een Ziektewetuitkering.