ECLI:NL:RBZLY:2009:BH3309
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in douanewetzaak wegens onjuist aangifte doen
In de zaak voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 27 januari 2009, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het opzettelijk onjuist of onvolledig aangifte doen in het kader van de Douanewet. De tenlastelegging was gebaseerd op het feit dat de verdachte feitelijk leiding zou hebben gegeven aan deze onjuiste aangifte. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam, waarin werd geoordeeld dat bepaalde voertuigen onder goederencode 8713 moesten worden ingedeeld. Dit oordeel was gebaseerd op de objectieve eigenschap van de voertuigen, die speciaal zijn ontworpen voor gebruik door invaliden.
Tijdens de zitting op 18 september 2008 en 13 januari 2009, waar de verdachte niet aanwezig was, heeft de officier van justitie, mr. M.P. Pomper, gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken. De rechtbank heeft de bewijsvoering van het openbaar ministerie kritisch bekeken en geconcludeerd dat de verdachte de voertuigen onder de juiste goederencode had aangegeven en dat hij had gehandeld conform de wet.
De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. G.A. Versteeg en de rechters mrs. L.J.C. Hangx en A.J. Louter, in aanwezigheid van griffier mr. J.W. Sijnstra - Meijer.